Als de uitzonderingen regel worden

Van goede marketing lijken de Belgische banken weinig kaas te hebben gegeten. Prijsverhogingen worden economisch doordacht, maar emotioneel bruusk doorgevoerd. Het niet naleven van de nieuwe huurwet komt asociaal in het daglicht. En door de schijn te wekken dat er niet ten volle wordt meegewerkt aan de nieuwe antiwitwaswet, versterkt het imago: “Alles voor de rijken, niets voor de armen”. Het debat over de maatschappelijke rol van banken gebeurt vaak vrij bits. Aan het ene uiterste verwarren sommige politici de rol van de banken met deze van een modern OCMW. Aan de andere extreme kant verschuilen enkele bankiers zich onder de paraplu van absolute discretie en privacy om bepaalde regels naast zich neer te leggen.

Gezien hun rol in de samenleving mogen van de banken de hoogste ethische en deontologische codes gevraagd worden. Maar dat de finan- ciële instellingen de overheidsrol niet willen overnemen, is te begrijpen. Neem de huurwet: onder de nieuwe wet worden banken verplicht drie maanden huurwaarborg voor te schieten als dit van hen wordt gevraagd. De banken mogen hiervoor geen enkele kredietwaardigheidstest uitvoeren bij de kandidaat-huurder. Hun garantie ligt in het gegeven dat als het fout loopt bij de terugbetaling van de waarborg, het OCMW tussenbeide komt. In dit geval neemt de bank de eerstelijnszorg over van het OCMW.

Vorig jaar werd er nog een ware kruistocht gevoerd tegen de banken omdat ze te veel kredieten zouden verschaffen aan mensen die daarvoor niet de financiële draagkracht hebben. Vandaag moeten ze krediet, want dat is het voorschot, verschaffen aan mensen van wie ze niet mogen weten of ze de draagkracht ervoor hebben. Zwakkere huurders moeten worden beschermd en geholpen, maar een goede reglementering van de huurmarkt en een efficiënte waarborgregeling bij de OCMW’s, zijn transparantere initiatieven.

Dat banken ingaan tegen nieuwe wetten of regelgevingen wordt dan weer als marktdominantie bekeken. Maar de banksector heeft soms ook de verdomde plicht haar klanten te beschermen tegen het voluntarisme van de wetgever. Het bankgeheim is zo een symbooldossier. Is er nog een bankgeheim? Ja, in de heel enge zin van het woord. Er bestaan vandaag zoveel uitzonderingen op de regel dat het bankgeheim volledig is ontkleed en de facto niet meer bestaat. Als invorderingsambtenaren zich vragen stellen bij een bepaald individu mogen zij zich tot de banken wenden om inlichtingen te vragen over de rekeningstand van zaken. En in het kader van een nieuw Belgisch-Amerikaans dubbelbelastingverdrag zal de Amerikaanse fiscus bij de Belgische banken alle inlichtingen kunnen inwinnen over hun klanten voor het toepassen van de Amerikaanse fiscale wetgeving.

Dat de banksector hiertegen vecht, is natuurlijk uit eigenbelang. Het bankgeheim was één van de belangrijke troeven in ons land. Maar het is ook in het belang van het cliënteel. Niet alleen bedrijven hebben recht op een stabiele wettelijke omgeving. Ook particulieren verdienen rechtszekerheid. De uitzonderingen die van het bankgeheim een lege doos maken, spuien onzekerheid. Als de uitzonderingen regel worden, is het tijd de regel aan te passen of de uitzonderingen in ere te houden: als iets eenmaligs.

Door An Goovaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content