“Als de crisis aansleept, zullen de gevolgen desastreus zijn.”

Is de huidige formatiecrisis nadelig voor de Belgische economie? Blijft ons federalisme economisch leefbaar? Dreigen handelsstromen bij een splitsing op te drogen? Trends vroeg het aan een aantal economische waarnemers.

België zit meer dan 80 dagen na de verkiezingen nog altijd zonder nieuwe regering. Een unicum is dat niet, maar de bezorgdheid in de economische wereld is voelbaar. “Dit is een zeer gevaarlijke en pijnlijk situatie,” zegt Christian Dumolin (topman Koramic Group en regent bij de Nationale Bank). “Als de Franstaligen ‘neen’ blijven zeggen, wordt een splitsing van het land onvermijdelijk. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het zover niet komt. De Vlaamse en Waalse partijen waren zo onverstandig met een communautair maximalistisch programma naar de verkiezingen te trekken en door allerlei verklaringen in het heetst van de strijd een compromis onmogelijk te maken. Ze zitten muurvast. Er zijn ook externe factoren die een snelle formatie vragen. Ik krijg nu al vragen uit het buitenland van ondernemers die niet goed weten wat ze er allemaal van moeten denken. Er moet duidelijk worden gemaakt dat dit een politieke crisis is, maar ook niet meer.”

“Het gevaar van een langdurige politieke impasse is dat in belangrijke dos-siers zoals de hervorming van de arbeidsmarkt of de voorbereiding van de vergrijzing kostbare tijd verloren gaat,” stelt Etienne de Callataÿ, hoofdeconoom bij Bank Degroof. “Maar het is niet per definitie ongezond als een land lange tijd zonder nieuwe beleidsimpulsen blijft. Het is niet omdat we een regering hadden, dat er een goed beleid werd gevoerd. Rond de vergrijzing bijvoorbeeld heeft de vorige regering heel weinig gedaan.”

Baron Paul Buysse, voorzitter van Bekaert, merkt dat er bij zijn contacten in Nederland en Frankrijk een zeker leedvermaak heerst over de aanslepende Belgische formatiecrisis. Leedvermaak dat bij hem zeker niet aanwezig is. “We moeten vaststellen dat het democratische systeem zoals het in de jaren zeventig in België is ingevoerd niet meer functioneert. Dat is een probleem in het licht van de economische evoluties die zich aankondigen. Er is de vergrijzing, er is verzwakkende concurrentiepositie,” aldus Buysse.

Buysse heeft begrip voor de Vlaamse stelling dat er bepaalde bevoegdheden moeten worden overgedragen om een aantal problemen snel zelf te kunnen aanpakken. “Dat is natuurlijk de kern van de publieke besluitvorming,” zegt hij. “Er moet een debat komen over de plaats van de verschillende bevoegdheden. De regio’s mogen voor mij een rol spelen in het beleid van de NMBS. Anderzijds wordt de buitenlandse handel best opnieuw gefederaliseerd. Wij hebben in het buitenland sterke diplomatieke diensten. En ik blijf een promotor van de internationalisering van de Vlaamse bedrijven. Trouwens, als ik met mijn contacten in het buitenland spreek, dan heerst er een zekere verwarring en onbegrip over wat er in België gebeurt. Maar we moeten de zaken niet dramatiseren. In de internationale pers wordt er amper over de crisis gesproken.”

“De spontane communautaire opwelling komt er na jaren van Paarse zalving,” stelt Marc De Vos, directeur van de denktank Itinera Institute, vast. “De institutionele crisis is vooralsnog ernstig, maar niet hopeloos. Indien de crisis zou aanslepen, zullen de gevolgen echter desastreus zijn. Op korte termijn surfen we als free riders mee met de sterke wereldeconomie en de heropleving in de eurozone.”

Handelsstromen vallen niet stil

Remi Vermeiren, ex-topman van de KBC en voorzitter van de werkgroep ‘In de Warande’, (die aan de basis lag van het manifest dat bijna twee jaar geleden pleitte voor een splitsing van België) waarschuwt voor doemscenario’s die gretig de wereld worden ingestuurd. “De lengte van de formatie heeft weinig effect op de Belgische economie,” gelooft hij. “Ondernemers blijven ondernemen. De formatie duurt trouwens nog niet ongewoon lang. Ook de achterliggende redenen voor het lange formatieberaad hoeven geen extra invloed te hebben op de Belgische economie: enerzijds zullen de economische actoren ervan uitgaan dat er ten slotte wel een regering uit de bus zal komen, anderzijds kan een diepe crisis bijdragen tot een betere, definitieve regeling.”

En die regeling is voor Vermeiren de splitsing van België. “Vlaanderen kan economisch zonder Wallonië,” stelt de ex-topman. “Dat de handelsstromen ( nvdr – tussen de twee regio’s) zouden opdrogen is onzin. Waarom zouden bedrijven de normale handelspraktijken plots verlaten? Waarom zou men overigens uitgaan van een ‘vechtscheiding’ eerder dan van een ‘echtscheiding in onderlinge toestemming’ op basis van een redelijke boedelscheiding? Zelfs in het eerste geval zou het pragmatisme van elke goede bedrijfsleider wel de bovenhand halen. Ook Wallonië kan het uiteindelijk rooien zonder Vlaanderen. Mede dankzij de financiële solidariteit vanuit Vlaanderen, die na een scheiding op een gezonde basis nog tien jaar kan worden voortgezet.”

“U hoort mij niet pleiten voor de splitsing van België,” benadrukt Chirstian Dumolin. “Ik heb groot respect voor Remi Vermeiren en Herman De Bode. Ik deel hun analyse grotendeels, maar ik ben het niet eens met hun conclusie. Bij een splitsing verliest Vlaanderen ook Brussel en die Europese hoofdstad geeft ons prestige en een imago. Om te splitsen moet je trouwens met twee zijn. Vlaanderen kan niet in zijn eentje de onafhankelijkheid uitroepen, al was het maar omdat er nog een federale schuld bestaat. Let wel: de conclusie dat een splitsing zou leiden tot minder export tussen noord en zuid, deel ik niet. Wallonië is de grootste klant van Vlaamse bedrijven, en ik vermoed dat dit altijd zo zal blijven.”

Een monetair ‘non-event’

De waarnemers van onze economie hebben geen heimwee naar de periode toen de Belgische frank nog bestond en de partijen snel een akkoord afsloten met het doembeeld van een aanval op de munt voor ogen. “Een lange regeringsvorming is eerder een lokaal gebeuren dan een evenement dat echte internationale speculatie zou losweken,” analyseert Vermeiren. “De euro maakt van een lange regeringsvorming wel een ‘monetair non-event’. België is maar een klein stuk van de eurozone. Aan de andere kant vergemakkelijkt de euro wel een eventuele opdeling van België; de discussie over een dergelijke opdeling ten tijde van de Belgische frank had wel speculatie kunnen veroorzaken.”

“De economische gevolgen van een langdurige politieke impasse of van een boedelscheiding zijn beperkt,” meent Etienne de Callataÿ. “Dankzij de monetaire unie werken de financiële markten nog maar weinig disciplinerend. Als een splitsing tot een beter beleid leidt, ik denk aan de arbeidsmarkt, dan is een splitsing zelfs een goede zaak voor de bedrijven. Fiscaal is er bij een splitsing een gezonde competitie mogelijk tussen de staten, bijvoorbeeld op het vlak van de vennootschapsbelasting. Vlaanderen kan deze belasting verlagen dankzij de rijke positie, Brussel om multinationals aan te trekken en Wallonië omdat de belastbare basis toch laag is.”

Marc De Vos sluit zich daarbij aan. Volgens hem kunnen Vlaanderen en Wallonië uiteraard zonder elkaar, maar zijn beide regio’s belangrijk voor elkaars economie. Die wederzijdse verwevenheid hoeft niet te verdwijnen door een eventuele splitsing. Uiteindelijk zou elke regio deel blijven uitmaken van de Europese interne markt. “Een splitsing in goede verstandhouding impliceert geen weerbots, een vechtscheiding wel. De organisatie van de splitsing zelf zou natuurlijk ook wat kosten. Denk maar aan het opdelen van de staatsschuld, het herorganiseren van de sociale zekerheid, het verdelen van het patrimonium, het verhuizen en herschikken van de administraties. Belangrijker is echter wat er nadien zou gebeuren. Hoe zouden onafhankelijk Vlaanderen en Wallonië zich internationaal profileren? Wat zou men met andere woorden doen met de nieuwe bevoegdheden? Als de splitsing een nieuw en algemeen elan zou induceren, zou het de hefboom kunnen zijn naar meer in plaats van minder welvaart.”

Alain Mouton – Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content