ALLES KITZ

Kitzbühel – Kitz voor de ‘kenners’- geniet in de skiwereld een haast onaantastbare status. En dat heeft zeker niet alleen met de verkwikkende après-ski te maken. Ook niet met de plaatselijke Tiroolse jodeltalenten. Het zijn de Hahnenkamm en zijn omliggende 160 km skipistes die het hem doen. En de aanwezige beau monde natuurlijk.

Ze noemen het een stadje, Kitzbühel. En dat is het ook, maar dan een klein en lieflijk. Met één grote winkelstraat waar iedereen vriendelijk naar elkaar knikt en Grüß Gott mompelt, inwoners in de zo typische Lederhosen over straat lopen, en af en toe nagekeken worden door skitoeristen in een al even typisch, kleurrijk skipak; de zware schoenen aan de voeten, ski’s al dan niet handig over de schouder op weg naar een van de vele kabel- of stoeltjesliften. Of naar één van de vele Stuben natuurlijk. Want dit moet gezegd: het is niet zozeer het commercieel centrum dat van Kitzbühel een stad maakt – ook al mag de handel en wandel niet onderschat worden – maar wel de jaarlijkse toeristenstroom. ‘s Winters is Kitz één van de meest mondaine skioorden van het land; tijdens de zomermaanden is het een gegeerde golfbestemming, en voor wie ook dan nog graag de ski’s aanbindt, lonken er vijf gletsjers: Sölden, Stubaidalgletsjer, de gletsjers van het Kauner- en het Pitzdal, en Hintertux in het Zillerdal.

De aantrekkingskracht van de bergen, in combinatie met de perfecte infrastructuur in dat grandioze berglandschap, zorgen ervoor dat de meeste hotels gedurende de wintermaanden – van oktober tot maart, en zelfs april – aardig volgeboekt zijn. Met sportievelingen uit alle uithoeken van de wereld. Veel Italianen en Amerikanen, evenveel Duitsers en Oostenrijkers, een dikke handvol Nederlanders en wat minder Belgen en Fransen. Hier en daar een Engelsman, en steeds meer Russen, Polen, Hongaren en Tsjechen à la nouveau riche.

Het kleine stadje

in het hartje van Tirol – deze provincie (hoofdstad: Innsbruck) is met jaarlijks om en bij de acht miljoen toeristen de meest bezochte van Oostenrijk – is dan ook geen typisch Tirools stadje, waar er naast een hele reeks souvenirwinkels – met voornamelijk koebellen in alle formaten, vilten hoedjes met pluimveren, repen melkchocola – en één Schnapsstube weinig te beleven valt. Het Oostenrijk van de plaatjes en de Toblerone is hier minder uitgesproken aanwezig dan in de talloze andere fraaie Oostenrijkse dorpen en stadjes. En dat heeft, naast het internationale gezelschap, zeer zeker ook met het oude, pittoreske stadscentrum te maken: dat van Kitzbühel is middeleeuws; met andere woorden; er staan geen houten chalets, maar in het dal van het achtergelegen Wilder Kaiser-gebergte schitteren met pastelkleuren geschilderde woningen uit de 13de eeuw in het felle zonlicht. Alles is kraaknet, dat wel.

Dat Tirol een vooraanstaande regio is voor de wintersport, blijkt al uit het feit dat de Olympische Winterspelen tweemaal in Innsbruck gehouden werden: in 1964 en in 1976. Bovendien heeft Kitzbühel zijn eigen veelvuldig Olympisch en wereldkampioen: Toni Sailer won drie keer goud, heeft een filmcarrière achter de rug en runt nu een skischool voor kinderen in zijn eigen geboortestad. (Kitzbühel trekt trouwens nog meer sporttalent aan; Der Kaiser, ex-voetballer ‘der Kaiser’ Franz Beckenbauer, woont er.) Kitz voor groot en klein dus. En voor beginners, gevorderden en vergevorderden. Want dat is alvast één van de grootste verdiensten van het skioord: het ruime aanbod aan skipistes (160 kilometer met 62 liften!), van vlak tot heel steil, van makkelijk tot bijzonder moeilijk, maakt dat Kitz voor iedereen die de latten aanbindt, aanlokkelijk is. De Hahnenkamm is wellicht de meest bekende afdaling van Kitz; neen; van de hele Europese skiwereld. Als enige waardige concurrent van de Hahnenkamm kan hoogstwaarschijnlijk alleen het Zwitserse Wengen door de beugel, waar de befaamde Lauberhorn voor skiërs de gedroomde afdaling bij uitstek vormt. Bovendien kun je in Kitz aan Ski Safari doen. Al wie stevig op de latten staat, over voldoende zin voor avontuur beschikt, en niet vies is van een dosis (berekend) risico, waagt zich aan het 33 kilometer lange skiparcours. Hoewel het skigebied van Kitzbühel 160 kilometer uitgestippelde pistes omvat, lonken ook de nabijgelegen paden en wegen, is het een hemels plezier om tussen de bomen, slalom, kriskras, naar beneden te glijden, de knieën voortdurend van links naar rechts werpend, lichtjes gebogen dansend op de sneeuw, de zoemende wind langs de oren. Opgelet: skiën naast de vastgelegde pistes mag, maar dan alleen op voorwaarde dat er een gids bij is!

De Kitzbühel Horn-berg is dan weer het paradijs voor snowboarders, met half pipe faciliteiten, en talloze ingebouwde springmogelijkheden.

De gondels

naar de Hahnenkamm vertrekken vanuit het hartje van de stad. Een pluspunt, denkt u? Niet altijd, want blijkbaar bekruipt iedereen precies op hetzelfde tijdstip – ‘s morgens tussen negen en elf – de lust om naar boven te trekken. Een drukte van jewelste dus, vooral tijdens de topmaanden. Kenners van de streek laten zich daardoor niet afschrikken; ze weten wel beter, stappen in de gratis pendelbus naar de Fleckalmbahn, wat verderop, en beginnen vanaf daar hun dag in de bergen. De meeste liften zijn perfect met elkaar verbonden. Eender op welke hoogte je staat, op welke baan je je ook bevindt, overal ontwaar je kleine zwarte stippen die als mieren over het witte sneeuwtapijt bewegen, en naarmate ze naderen meer gestalte krijgen en uiteindelijk skiërs blijken te zijn. Het uitzicht is werkelijk groots, de bergen adembenemend, de Jägertee hartverwarmend. Want het hele berggebied beschikt natuurlijk over welkome kroegen en restaurants met overvolle terrassen en welriekende Wienerschnitzels. Nu en dan zoeft een snowboarder voorbij, dan weer hangt er een parachute in de lucht. Die – met wat geluk zonovergoten – terrassen maken onmiskenbaar deel uit van een skivakantie in Kitzbühel. Al is het maar omdat een aantal toeristen klaarblijkelijk toch niet helemaal alleen voor het skiën komt.

De meeste toeristen die voor hun wintervakantie voor Kitzbühel kiezen, doen dat in de eerste plaats omdat de omliggende bergen voor hen een waar paradijs zijn. Maar Kitz staat ook bekend als een mondain skioord, waar mensen met geld en/of aanzien zich graag laten zien, en nog liever gezien worden. Het Crans Montana van Oostenrijk zeg maar. Met de daarbijbehorende uitstekende hotels, met alle nodige en soms ook overbodige maar hoe dan ook deugddoende luxe. Massagecentra, sauna’s en solaria, zwembaden, fitnesscentra, gezondheidskuuroorden, en noem maar op: het is er allemaal aanwezig. Niet voor niets dus dat bekende namen zich aangetrokken voelen tot deze plek. Al in 1935 kon de hertog van Windsor niet weerstaan aan de natuurlijke pracht en praal van het stadje. De jetset heeft niet lang gewacht om zijn spoor te volgen. Prinsen, prinsessen, internationaal befaamde zangers en zangeressen, filmsterren, atleten… hebben sindsdien zijn voorbeeld gevolgd. Een greep uit dat glitteraanbod: Caroline van Monaco, John Denver, Peter Alexander, Jean-Paul Belmondo, Romy Schneider, Simone de Beauvoir, Robert Redford, Mike Oldfield, Prins en Prinses Michael en Christine Von Kent, Prins Mohammed van Jordanië, Prinses Helene van Lichtenstein, Ivan Lendl, Pete Sampras, Niki Lauda, maar ook Deep Purple, Hannelore Kohl, de koninklijke familie van Saoedi-Arabië, enzovoort. De meeste van hen logeerden in het Schloß Lebenberg, een kasteel dat net iets boven het stadscentrum ligt en tot de mooiste en beste hotels van Tirol behoort. Gravin Paula von Lamberg, die bekend stond als ‘de vliegende gravin’ omdat ze overal waar ze kon aan schansspringen deed, was de laatste eigenaar van de burcht, die later, na 1920, omgebouwd werd tot een mondain viersterrenhotel.

En tot slot.

Kitzbühel heeft ook nog dit bijkomend voordeel. Het treinstation ligt midden in het centrum; wie er een dagje tussenuit wil, kan makkelijk op en neer naar Innsbruck, en zelfs het idyllische Salzburg, de geboortestad van Mozart, ligt op een boogscheut hiervandaan. Echte romantici kunnen zich wagen aan een trip naar Venetië (zes uur met de auto), maar moeten daar toch minstens twee dagen voor uittrekken. Laat de winter maar komen.

Kitzbühel Tourist Office. Tel: 0043-5356/621.55. Fax: 0043-5356/623.07. Internet: http://www.netwing.at/tirol/kitz/rts/index.html en ook nog http://tiscover.com/kitzbuehel./E-mailadres: office@tourist-kitzbuehel.co.at

Oostenrijkse Dienst voor Toerisme – Louizalaan 106 – 1050 Brussel. Tel: (02) 646.06.10.

MARGOT VANDERSTRAETEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content