Allemaal bedrijfsleiders

Op fiscaal gebied spreekt men niet langer over bezoldigingen van “bestuurders” of “werkende vennoten”, maar alleen nog van “bedrijfsleiders”. Een evolutie met merkwaardige consequenties.

Op fiscaal gebied wordt een onderscheid gemaakt tussen aandelenvennootschappen en personenvennootschappen. Tot de eerste categorie behoren de naamloze vennootschappen en de commanditaire vennootschappen op aandelen. Alle andere handelsvennootschappen (met rechtspersoonlijkheid) zijn personenvennootschappen. Tot deze laatste categorie behoren bijgevolg de vennootschappen onder firma, de eenvoudig commanditaire vennootschappen, de coöperatieve vennootschappen (met of zonder beperkte aansprakelijkheid) en de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, beter bekend als de bvba’s.

Aan dit onderscheid tussen personen- en aandelenvennootschappen zijn lange tijd belangrijke consequenties verbonden. Zo konden personenvennootschappen er tot halverwege de jaren tachtig voor opteren om hun winst, onder bepaalde voorwaarden, niet te laten belasten in de vennootschapsbelasting, maar wel te onderwerpen aan de personenbelasting.

PERSONEN.

Gaandeweg is die verschillende behandeling opgeheven. Personen- en aandelenvennootschappen worden vandaag op identieke wijze belast. Wel is er een onderscheid blijven bestaan inzake de taxatie van de personen die in die vennootschappen werken. Zaakvoerders (van personenvennootschappen) worden soms op een andere manier belast dan bestuurders (van aandelenvennootschappen). En aandeelhouders van een nv die in hun vennootschap een beroepsactiviteit ontwikkelen, worden soms op een andere manier belast dan de aandeelhouders van een bvba die hetzelfde doen.

In het Wetboek van de Inkomstenbelastingen kent men immers tot op heden twee afzonderlijke categorieën van bezoldigingen : ten eerste de bezoldigingen van bestuurders van aandelenvennootschappen ; ten tweede de bezoldigingen van de werkende vennoten van personenvennootschappen. Deze twee categorieën worden weliswaar grotendeels op dezelfde wijze belast, maar het onderscheid zit hem in de personen die tot deze categorieën behoren.

BESTUURDERS.

De categorie van de bestuurders omvat uitsluitend de personen die in een aandelenvennootschap tot bestuurder zijn benoemd, samen met de vereffenaars van die vennootschappen en de personen die in een aandelenvennootschap een gelijksoortige functie vervullen als die van een bestuurder. Iemand die bijvoorbeeld aandeelhouder is van een naamloze vennootschap, en die in die vennootschap ook een beroepswerkzaamheid ontwikkelt zonder dat hij tot bestuurder is benoemd of er gelijksoortige functies uitoefent, kan niet als een bestuurder worden belast. Iemand werkt bijvoorbeeld als bediende op het secretariaat van een nv waarvan hij ook een groot aantal aandelen bezit : zolang hij niet tot bestuurder is benoemd, zal hij als werknemer worden belast, en niet als bestuurder. Het verschil zit hem onder meer in de omvang van het kostenforfait dat in rekening kan worden gebracht, in de mogelijkheden om interesten van zogenaamde kapitaalleningen in aftrek te brengen enzovoort.

VENNOTEN.

In een personenvennootschap ziet de toestand er helemaal anders uit. Om tot de categorie van de werkende vennoten te behoren, is het immers niet vereist dat men belast is met een mandaat. Men hoeft geen zaakvoerder te zijn. Het enige wat telt, is dat men vennoot (of anders gezegd : aandeelhouder) is, en dat men in de vennootschap een beroepswerkzaamheid ontwikkelt die erop gericht is het ingebrachte geld te doen renderen.

Anders dan bij de aandelenvennootschappen, is het aandeelhouder zijn hier dus wel van doorslaggevend belang. Wie geen aandelen in een personenvennootschap bezit, kan niet als werkend vennoot worden belast. Langs de andere kant speelt het hier, zoals gezegd, geen enkele rol of men al dan niet officieel belast is met een of ander mandaat. Zelfs een statutair benoemd zaakvoerder van een personenvennootschap, die geen aandelen van die vennootschap zou bezitten, wordt bijgevolg niet als een werkend vennoot belast. Afhankelijk van de omstandigheden zal hij zoals een werknemer worden belast, of zoals een beoefenaar van een vrij beroep, of van een andere winstgevende bezigheid.

Daar tegenover staat dan weer dat een aandeelhouder van een personenvennootschap die in zijn vennootschap een beroepswerkzaamheid ontwikkelt zonder tot zaakvoerder benoemd te zijn (in de regel) toch als werkend vennoot zal worden belast.

VERKLARING.

Samengevat komt het er op neer dat een zaakvoerder van een personenvennootschap die geen aandelen van de vennootschap bezit anders wordt belast dan een bestuurder van een aandelenvennootschap ; en een aandeelhouder die werkzaam is in een aandelenvennootschap (zonder tot bestuurder te zijn benoemd) wordt in de regel ook anders belast dan een vennoot van een personenvennootschap die ook in zijn vennootschap werkzaam is.

Die verschillende behandeling is te verklaren doordat personenvennootschappen zeker in het verleden eerder werden gebruikt om kleine familiale ondernemingen te structureren. En daar ligt het accent vooral op het samenwerkingsverband tussen de verschillende vennoten. Maar het onderscheid tussen aandelenvennootschappen en personenvennootschappen vervaagt. Veel familiale, besloten ondernemingen hebben inmiddels de vorm aangenomen van een naamloze vennootschap, al was het maar om op die manier aandelen aan toonder te kunnen uitgeven. En een bvba wordt op het gebied van het vennootschapsrecht al lang niet meer als een personenvennootschap beschouwd. In het vennootschapsrecht wordt zij tot de kapitaalvennootschappen gerekend.

VERVANGEN.

Het is dan ook niet helemaal onlogisch dat men van het volmachtenbesluit van 20 december 1996 gebruik heeft gemaakt om het onderscheid tussen personen- en kapitaalvennootschappen zonder meer uit het fiscale wetboek te schrappen. En dat men de personen die in een vennootschap actief zijn, voortaan ook op een identieke wijze belast. De twee afzonderlijke categorieën enerzijds de bestuurders van aandelenvennootschappen, anderzijds de werkende vennoten van personenvennootschappen worden dan ook afgeschaft en vervangen door één nieuwe en allesomvattende categorie : de bedrijfsleiders.

Daartoe behoren alle natuurlijke personen die in de vennootschap een mandaat bekleden van bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar, of die in de vennootschap een gelijksoortige functie uitoefenen. Daarnaast ook alle natuurlijke personen die in de vennootschap een werkzaamheid of een leidende functie van dagelijks bestuur, van commerciële, technische of financiële aard uitoefenen buiten een arbeidsovereenkomst.

NIETS.

Al de personen die op deze wijze tot de grote nieuwe categorie van de bedrijfsleiders behoren, zullen voortaan op precies dezelfde wijze worden belast als vroeger het geval was met de bestuurders en de werkende vennoten (met dien verstande dat de werkende vennoten voortaan zoals dat al het geval was met bestuurders geen toekenning aan hun meehelpende echtgenoot meer kunnen doen).

Maar onder voorbehoud daarvan, verandert er voor de meeste betrokkenen dus niets. Een bestuurder van een aandelenvennootschap wordt weliswaar voortaan als een bedrijfsleider belast. Maar aangezien het taxatiestelsel van de bedrijfsleiders identiek is met dat van de voorheen bestaande categorie van de bestuurders blijft alles bij het oude.

Niettemin zullen nogal wat personen een wijziging in hun taxatiestelsel ondergaan. Tot de nieuwe categorie van de bedrijfsleiders behoren immers verschillende personen die vroeger niet tot de afzonderlijke categorieën van de bestuurders en werkende vennoten behoorden ; en omgekeerd zijn er ook verschillende personen die vroeger wel als bestuurder of werkend vennoot werden belast, maar die nu niet meer tot de categorie van de bedrijfsleiders behoren. Concreet : de zaakvoerders (van personenvennootschappen) die geen aandelen van de vennootschap bezitten, vielen vroeger buiten de categorieën van de bestuurders en werkende vennoten, en vallen nu wel binnen de categorie van de bedrijfsleiders. Omgekeerd zullen aandeelhouders van personenvennootschappen, die geen zaakvoerder zijn, geen gelijksoortige functie vervullen, en met een arbeidsovereenkomst met de vennootschap zijn verbonden, niet als bedrijfsleiders worden belast. Terwijl ze vroeger (in de regel) wel tot de categorie van de werkende vennoten behoorden.

COMBINATIE.

Nogal wat interne verschuivingen dus. Met winnaars en verliezers. Al is het onmogelijk om in het algemeen te zeggen wie wint of verliest. Elke fiscale categorie van beroepsbeoefenaars kent immers zijn voor- en nadelen. Zodat er in ieder afzonderlijk geval sprake zal zijn van een combinatie van winst en verlies.

Jan Van Dyck

Jan Van Dyck is fiscalist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content