Al 600 medewerkers ‘face to face’ gesproken

Alcatel Bell ontpopt zich van een ontwikkelaar van telecom-hardware tot een integrator en een dienstenleverancier. Verandering is een constante voor Paul Depuydt.

Opluchting bij de directie van Alcatel Bell die 17de februari, toen de rechter in kort geding de klacht van het buurtcomité tegen de Alcatel-werf aan het Kievitplein verwierp. De nieuwbouw is een van de vele ‘te doen’-items op het lijstje van Paul Depuydt, sinds hij een jaar geleden baas werd van den Bell – en tegelijk ook verantwoordelijk als COO voor Alcatel Noord-Europa. Voordien was hij in die organisaties al financieel directeur. De nieuwe kantoren naast het HST-station moeten over een jaar het nieuwe Alcatel incorporeren: een innovatiebedrijf waarin fluïde projectgroepen snel kunnen worden opgezet en labs zonder veel kosten geïntegreerd.

Paul Depuydt startte te midden van vraagtekens, nadat in 2002 een derde van de werknemers van Alcatel in België was afgevloeid. Maar 2004 is gepasseerd zonder nieuw ba-nenverlies. Voor het eerst sinds 2001 was er zelfs groei, zo’n 3 procent tot iets meer dan 700 miljoen euro omzet. “Dit bedrijf is nog altijd in transformatie,” zegt Paul Depuydt, die in februari Kris Geernaert van Proximus als nieuwe human-resourcesmanager binnenhaalde . “Ik kijk sterk naar skills. Zijn we bekwaam om mensen te transfereren tussen de verschillende activiteiten? Om onze prioriteiten juist te zetten? Vorig jaar verdubbelden we het gemiddelde aantal dagen training per werknemer tot vier. En we zijn bezig met een rekruteringsprogramma ( nvdr – zo’n zeventig aanwervingen).”

Tegelijk blijft hij, net als zijn voorganger Rudi Thomaes, ontwikkelingswerk uitbesteden aan India of China, tot wantrouwen van de vakbonden.

“We moeten onze traditionele rol van kweekvijver voor de groep blijven waarmaken,” poneert Depuydt. Hij is tevreden dat Willem Verbiest de leiding kreeg van een nieuw team dat triple play (televisie, internet en telefoon over hetzelfde netwerk) moet vermarkten buiten Noord-Amerika en Azië. En in november 2004 startte in Antwerpen een internal venture die software ontwikkelt om triple play-verbindingen van a tot z te beheren, tot en met het tv-scherm toe. “We moesten dit jaar een eerste commerciële klant halen. En die hebben we al,” glundert Depuydt.

Hij heeft net een teleconferentie met de financieel directeuren van Alcatel Noord-Europa achter de rug. Daar wil hij vooral homogene financiële en IT-systemen realiseren. “Onze business wordt complexer. We ontwikkelen niet alleen dozen, maar daarbovenop ook nog applicaties en we vervolledigen die met elementen van anderen,” zegt hij. Blijvend stroomlijnen van processen is het antwoord.

Intern is het zaak om de vele veranderingen uitgelegd te krijgen. Maandelijks organiseert hij een face to face ontmoeting tussen de drie topmanagers en een zestigtal willekeurig geselecteerde personeelsleden. Voor het eerst bracht hij ook de 250 hoogste managers van Alcatel België in een top bijeen. “Dat eindigde met een djembéconcert van 250 man,” knipoogt Depuydt, die lange dagen maakt wegens de avondafspraken waarop hij gesprekspartners uit alle milieus “duidelijk maakt wat we doen en wat we nodig hebben om dat nog beter te doen.” Het interuniversitaire Instituut voor Breedbandtechnologie – 17 miljoen euro overheidssubsidie per jaar, Alcatel is een belangrijke partner – noemt hij een voorbeeld van “initiatieven die absoluut noodzakelijk zijn om onze activiteiten hier te verankeren.”

Toch vindt hij nog de tijd voor het maken van loungemuziek met de The Phusion Culture en Cre8. “Maar veel minder dan vroeger,” lacht Paul Depuydt.

B.L.

B.L.