Akkoord over defensie is show

Alain Mouton

Premier Alexander De Croo (Open Vld) mag volgende week naar de NAVO-top in Madrid met de belofte op zak dat België zijn defensiebudget tegen 2035 optrekt tot 2 procent van het bbp. Het kostte De Croo heel wat moeite om alle regeringspartijen achter dat standpunt te scharen. Uiteindelijk kwam er toch een akkoord. Maar de eerste minister moet niet te hoog van de toren blazen. De communicatie had een hoog showgehalte.

Dat in 2035 2 procent van ons bbp aan defensie wordt besteed, is verre van zeker. Het gaat maar om een intentieverklaring, zoals die van de regering-Di Rupo in 2014, die toen verkondigde dat de 2 procent al in 2024 zou worden uitgegeven.

De huidige regering doet inderdaad een inspanning om meer te investeren in het leger, maar in de praktijk gaan we naar 1,54 procent van het bbp in 2030. Enkel dat staat vast. De 2 procentdoelstelling houdt in dat het defensiebudget stijgt van 6 miljard euro aan het einde van de legislatuur naar 9 tot 10 miljard euro in 2035. Met allesbehalve rooskleurige begrotingstoestand wordt dat geen eenvoudige opdracht.

Dat de groenen zichzelf op de borst kloppen, omdat ze aan de verhoging van het budget voorwaarden hebben gekoppeld, doet eveneens vragen rijzen. Zo eisen ze dat de wapensystemen die worden aangekocht, via Europees overleg beter op elkaar worden afgestemd. Dat is de logica zelve, maar daarover beslist België niet op zijn eentje. De EU- en continentale NAVO-landen die de komende jaren een belangrijke rol zullen spelen voor de defensie, zijn Frankrijk en Duitsland. Die twee maakten al vaak ruzie over het aandeel van hun eigen industrie in de defensieleveringen. Dat nationalisme zal niet snel verdwijnen, ondanks de oorlog in Oekraïne en Russische dreiging.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content