Afrika-marketeer

Of De Gerlaches mogelijke opvolger als voorzitter van de Handelskamer België-ACP (Afrika en de landen van de Caraïben en de Stille Zuidzee) in 2002 aan een gelijkaardige heropbouw kan beginnen, is minder zeker. Na het optimisme van de jongste G8-top in Genua over een relanceplan voor Afrika, blijft het afwachten of het sombere ondernemersklimaat opklaart. Rechtstreeks heeft de aristocratische Bernard de Gerlache (52) daar geen vat op. Onrechtstreeks wel. Want _ discreet _ is hij een bruggenhoofd van de Europese bedrijfswereld naar Centraal-Afrika.

Bij zijn aantreden in het voorjaar van 1999 als voorzitter van de Belgisch-Afrikaanse Kamer was de verwoede jager en zeiler bijzonder opgetogen over het voornemen van toenmalig regeringsformateur Louis Michel ( PRL) om België een grotere uitstraling te geven in de wereld. Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie lag in het vooruitzicht, maar dé hefboom om België in de internationale diplomatie te profileren is Congo _ vanouds “ons venster op de wereld.” Clichés hebben een groot waarheidsgehalte, zeker als het om Congo gaat, vindt De Gerlache.

Hij is ervan overtuigd dat de Belgische bedrijven in Congo de diplomatieke inspanningen van Louis Michel of de humanitaire inzet van Réginald Moreels en de niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) goed aanvullen. “De stem van bedrijfsleiders met solide terreinervaring, kennis van de mensen, de gebruiken, de opvattingen, de politieke en economische structuren, kan het debat alleen maar verrijken. We hebben te lang gezwegen.”

Gezwegen is niet het juiste woord. Politieke contacten omtrent Zaïre/Congo zijn er, rechtstreeks of via het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO), altijd geweest. In de coulissen. Maar omdat de Belgisch-Afrikaanse Kamer lang het odium van affairisme meesleepte na het voorzitterschap van wijlen Michel Relecom, bierkoning in het Zaïre van Mobutu, taande die politieke invloed sterk. Zeker nadat Michels voorgangers op Buitenlandse Zaken, de SP‘ers Willy Claes en Erik Derycke, openlijk de vraag stelden naar het nut en de motivatie van Belgische ondernemers om telkens opnieuw naar Zaïre (Congo) terug te keren na de zoveelste evacuatie van Belgen.

“De mening van de doorsnee landgenoot over de Belgen in Congo is negatief en ongenuanceerd,” betreurt De Gerlache. De weinige bedrijven die nog in Congo overeind blijven, zijn de laatste steunberen van een economie die compleet in elkaar is gestort. “Heeft iemand zich in Brussel ooit de vraag gesteld waarom er vandaag in de miljoenenstad Kinshasa nog elektriciteit en water is? Enkel en alleen omdat nutsbedrijven als Snel (elektriciteit) en Regideso (watervoorziening) kunnen blijven functioneren omdat een twintigtal Belgische bedrijven en een paar andere buitenlandse ondernemingen nog als enigen de zware factuur betalen. En waar kunnen Congolese gezinnen terecht voor een minimum aan geneeskundige verzorging? Juist, bij de Belgische bedrijven. Maar zoiets lees je niet in de kranten.”

Van affairisme is er geen sprake meer, werpt De Gerlache op. “Wie nog in Congo is, doet dat om zijn patrimonium in stand te houden. In de hoop dat de motor ooit weer aanslaat.” De Gerlache is er niet over te spreken dat een paar Belgische coltantraders _ zonder voorafgaand ernstig en diepgaand onderzoek _ beschuldigd worden van oorlogsfinanciering, “terwijl ze zelf evenzeer slachtoffer zijn van oorlogssituaties die ze niet gewild hebben.” Sipefs thee- en palmolieplantages liggen in rebellengebied.

De Gerlache vindt dat de bedrijven krachtiger hun stem moeten laten horen in het publieke debat over Congo. Zonder schroom. “De Belgen die nog actief zijn in Centraal-Afrika onderschrijven de basisprincipes van het Belgische Actieplan voor Centraal-Afrika, die premier Guy Verhofstadt ( VLD) op 30 juni in Kinshasa voorstelde: onpartijdig en los van affairisme of paternalistische bedoelingen.”

In dat perspectief zocht Bernard de Gerlache toenadering tot een denktank van Europese bedrijven met belangen in Afrika. Private Investment on Africa is een initiatief van de Nederlandse biergroep Heineken, momenteel de grootste bierbrouwer in Congo, naar het voorbeeld van de Amerikaanse Corporate Council on Africa.

Ondanks een naam met scharnieren en het ontdekkersbloed in zijn aderen _ zijn grootvader Adrien lag aan de basis van de eerste Belgische expeditie naar de Zuidpool _ heeft de perfect tweetalige Belg geen emotionele banden met Congo en Afrika. Zijn professionele functies bij Sipef leidden hem sporadisch naar Afrika, maar ook naar Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Afkomstig uit de Waalse Ardennen, heeft Bernard de Gerlache via moederskant Vlaamse wortels: de Gentse textielbaronnen Alsberge & Van Oost.

Bernard de Gerlache werd geboren in Gent, kreeg een Franse opvoeding, studeerde rechten ( UCL) en economie ( ULB). Hij behaalde een MBA aan de Boston University en werd bankier, achtereenvolgens bij Bank van Brussel, Benelux Bank en Diskontokantoor van België. Naast diverse bestuursfuncties bij Floridienne, Unibra, Leaseinvest, ADM en Asco, is hij sinds 1989 gedelegeerd bestuurder van de zakenbank Belficor, gespecialiseerd in fusies en acquisities. “Niet bepaald het soort activiteiten waarmee je vandaag in Afrika terecht kunt,” lacht hij. “Niettemin heeft Afrika, meer bepaald Congo, een potentieel en we mogen die banden niet doorknippen.”

Erik Bruyland

“Belgische bedrijfsleiders hebben te lang gezwegen in het Congo-debat.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content