Aanval op de belangenverdediger

De Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland is zelf een flinke KMO met veertig werknemers geworden. Te veel KMO, te weinig belangenvereniging, vinden sommige leden.

Morgen, 21 juni, onthult de twee eeuwen jonge Antwerpse Kamer van Koophandel en Nijverheid aan het Zuiderterras de Pagaddertoren (zie blz. 86). Een gebaar van dank, maar ook een teken dat ondernemerschap belangrijk blijft. De Kamer ontsnapt zelf niet aan die regel. Het voorbije decennium nam het pakket activiteiten en dienstverleningen exponentieel toe, net als het ledenaantal.

De belichaming van die groei is directeur-generaal Luc Luwel. De Limburger maakte twaalf jaar geleden de overstap van het kabinet van toenmalig minister Johan Sauwens naar de Markgravestraat. Vriend en vijand erkennen zijn gedrevenheid. Zijn maniërisme en extraverte aanpak doen al eens wenkbrauwen fronsen, maar hij is er wel in geslaagd de Kamer van het oubollige en Franstalige imago van begin jaren tachtig af te helpen.

De jongste vijf jaar maakten 700 KMO’s gebruik van de mogelijkheid om via het Plato-project begeleiding te krijgen van grotere bedrijven. Via het Stage Informatie Systeem worden het aanbod van stagiairs uit het onderwijs en de vraag vanuit de bedrijven met elkaar verzoend. Vorig jaar namen ruim 3000 personen deel aan een vormingsactiviteit van de Kamer.

Hou het leuk

Het klinkt indrukwekkend. Toch klinkt er her en der gemor. “De Kamer is te veel een KMO, met veel commerciële activiteiten. Er wordt heel wat genetwerkt, veel leuke dingen georganiseerd, maar belangenverdediging is er veel te weinig bij,” vindt een goed geplaatste waarnemer. Te veel KMO, te weinig ledenvereniging?

Luwel diept de jaarlijkse ledenenquête op, die door zo’n 500 bedrijven werd beantwoord. Van de verschillende diensten haalt alleen de bedrijvengids een tevredenheidspercentage onder de 80%. Op het vlak van de werking hinkt het persoonlijke contact met de Kamer wat achterop (75,8%), terwijl er erg veel lof is voor het maandblad Ondernemers (92,3%), dat in januari in een nieuw kleedje is gestoken.

Onderzoeken zijn natuurlijk relatief, beseft ook Luwel. “Maar het bestuur van de Kamer ligt bij de bedrijfsleiders zelf. De 110 leden van de raad van bestuur en de 28 in het Bureau tekenen de lijnen uit. De Kamer is geen doel, maar een ondersteuning. Wij moeten een modelorganisatie zijn, die inzoomt op de zaken die de bedrijven belangrijk vinden. De periode van holle kreten is voorbij.” Voor alle duidelijkheid: de raad van bestuur van de Kamer kun je vergelijken met een algemene vergadering en het Bureau met een raad van bestuur.

Luwel wijst er trots op dat de financiële staten van de Kamer, hoewel ze officieel nog steeds een vzw is, worden gereviseerd door Andersen (weldra Deloitte & Touche). “We weten tot op de cent wat een uitnodiging of een mailing kost.” Administratief directeur Eric Van Imschoot: “Wij zijn ook bezig om het EFQM-kwaliteitslabel te halen. Dat programma gaat uit van een continu verbeteringsproces. EFQM voorziet bijvoorbeeld in heel duidelijke taakomschrijvingen, waardoor het verlies van een personeelslid niet ten koste van de continuïteit hoeft te gaan. Wij hebben de plicht om als kleine KMO een standaard te zetten.”

Elk jaar wordt een businessplan opgesteld, waarbij een strategie op middellange termijn wordt bepaald, en actiepunten voor het volgende jaar. Dat wordt vervolgens vertaald in het budget. Activiteiten die niet break-even draaien, moeten op een andere manier hun bestaansreden bewijzen. Het project rond bedrijfsvriendelijke gemeentes kost alleen maar geld, maar in ruil voor een beter ondernemingsklimaat wil de Kamer veel tijd besteden aan aanwezigheden in overlegstructuren. “Er zijn geen Ebit-normen die we moeten halen. Ik ben niet geïnteresseerd om morgen een hostessenkantoor op te zetten, omdat we dan in concurrentie treden met onze leden.”

Pudding mag opbrengen

Maar de Kamer is evenmin te beroerd om onrendabele zaken stop te zetten. De uitgifte van de Gids Top 500, een naslagwerk met de 500 grootste bedrijven in Antwerpen, hun bestuurders en enkele kerncijfers, verzeilde mede door de opkomst van het internet in de rode cijfers. Afvoeren, dus. ” The proof of the pudding is in the eating,” grijnst Luwel. “Onze seminaries zijn geen afgelikte verkooppraatjes. Wij meten na ieder seminarie de tevredenheid. Valt die tegen, dan betalen we desnoods de deelname terug. Al hebben we dat nog niet veel moeten doen.”

De Kamer telt acht bedrijfseenheden die, met uitzondering van de administratieve diensten, ook profitcenters zijn. Die worden geleid door een driekoppig directiecomité. Daarin zetelen naast Luwel ook administratief directeur Eric Van Imschoot (administratie en E-Kamer) en Dirk Bulteel, die behalve het kantoor Waasland ook de cel arbeidsmarkt runt. Luwel houdt de supervisie over de pr-dienst, het internationaal departement en de cellen opleiding/vorming en KMO.

De lidgelden van de zowat 3000 aangesloten bedrijven brengen elk jaar 755.000 euro in het bakje. Dat is minder dan een kwart van het totale budget. De Kamer puurt vooral middelen uit administratieve dienstverlening (1,05 miljoen euro), zoals oorsprongattesten, visa en ATA-boekjes (douanedocumenten voor tijdelijke export). Commerciële diensten zoals het maandblad Ondernemers, pr-activiteiten en seminaries brengen 802.000 euro op, en projecten zijn goed voor 525.000 euro. Voorts zijn er ook structurele partners, zoals ING dat het E-Kamer-project ondersteunt door het loon van één medewerker te betalen, KBC en Siemens, die beide iemand detacheren.

Elk jaar wordt er een bescheiden winst geboekt. Voor 2002 wordt gemikt op een kleine 50.000 euro. In totaal heeft de Kamer nu 2,47 miljoen euro in de reserves, vooral belegd in schatkistpapier. “Wij willen doelbewust een overschotje. Veertig mensen vertegenwoordigen een sociaal passief. Maar het is ook gezond om de ruimte te hebben voor extra of nieuwe investeringen, zoals de bedrijfsvriendelijke gemeenten.”

Bouw eens een coalitie

Een overschotje is ook welkom om de reorganisatiekosten te dekken van, en een nieuwe vestiging te bouwen voor de Kamer van het Waasland, waarmee de Antwerpse bedrijvenvereniging vorig jaar fuseerde. Dit jaar staat de integratie van alle Vlaamse kamers en het Vlaams Economisch Verbond op het programma, waarover in het najaar meer duidelijkheid moet komen. Luwel: “Wij zijn er voor de bedrijven. Het patronaat vraagt een vereenvoudiging van de structuren. Dus spelen wij daarop in.” Het gevolg wordt een vereniging met 250 werknemers en een budget van 25 miljoen euro.

Dat zal het politieke gewicht van de organisatie nog versterken. Misschien net op tijd. Uit de ledenenquête kwam de uitbouw van de regionale infrastructuur als prioriteit nummer één naar voor. Maar: “Luwel mag in de kranten wel altijd zijn mening geven over de luchthaven van Deurne, op de politieke besluitvorming weegt de Kamer nog amper. Op het Kamer-congres over citymarketing op 21 mei was er amper een schepen te zien,” zegt een criticus.

Luwel repliceert: “Om de paar maanden heeft de voorzitter overlegrondes met de burgemeester, het schepencollege, de Antwerpse ministers en de nationale politici. De Antwerpse coalitie is bij wijze van spreken hier tot stand gebracht. Het enige wat wij kunnen doen is onze stem verheffen. Op bijna elke economische parameter doet deze regio het de jongste vijftien jaar minder goed. Wij geven aanzetten om het weefsel opnieuw te versterken. Als de gouverneur een consensus bereikt over de mobiliteitsnoden van Antwerpen, dan trekken wij mee aan die kar. Maar wij kunnen niet in de plaats van de politiek optreden.”

Luc Huysmans [{ssquf}], luc.huysmans@trends.be

“Luwel mag in de kranten wel altijd zijn mening geven over de luchthaven van Deurne, maar op de politieke besluitvorming weegt de Kamer nog amper.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content