Aandelenopties: niet langer het voorrecht van topmanagers

Aandelenopties hebben de reputatie vooral topmanagers stinkend rijk te maken. Minder bekend is dat sommige financiële instellingen nu de mogelijkheid bieden aan KMO’s om aandelenopties te kopen die betrekking hebben op beursgenoteerde aandelen van een ander bedrijf.

De auteur is advocaat aan de Brusselse balie.

Bij een aandelenoptieplan worden er zogenaamde call-opties aan het personeel toegekend, die hen het recht geven om in een bepaalde periode een bepaald aandeel te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Het personeelslid oefent de optie pas uit wanneer de uitoefenprijs lager is dan de actuele waarde van het aandeel. Het aandeel zelf kan dan op eender welk ogenblik verkocht worden.

Ò Ook voor personeelsleden van KMO’s?

KMO’s konden totnogtoe moeilijk gebruikmaken van een aandelenoptieplan. Daar waren twee redenen voor. Ten eerste bestond er bij de (vaak familiale) aandeelhouders weinig bereidheid om de personeelsleden toe te laten tot de aandeelhoudersstructuur. Ten tweede wordt de toekenning van aandelenopties van een KMO door het personeel niet ervaren als een financiële stimulans omdat ze beperkt verhandelbaar zijn.

Maar de optie kan ook betrekking hebben op een aandeel van een ander bedrijf, een korf van aandelen of een bevek. Banken bieden nu aan KMO’s aandelenoptieplannen aan die ontwikkeld zijn op aandelen van beveks. De werkgever koopt dan bij de bank een aantal opties, die hij onmiddellijk doorgeeft aan de personeelsleden die in aanmerking komen voor het aandelenoptieplan. De prijs die de werkgever hiervoor betaalt, stemt meestal overeen met een geplande loonsverhoging of bonus. Omdat de toekenning van een aandelenoptie een vorm van bezoldiging is, kan de werkgever de aankoopprijs van de opties volledig aftrekken als personeelskost. De materiële levering en de volledige administratie blijft meestal in handen van de bank.

Ò Welke termijn staat er op een optie?

Vanaf het moment van het aanbod hebt u zestig dagen de tijd om de optie te aanvaarden. Doet u dat, dan wordt u als optiehouder ingeschreven in het optieregister. De opties moeten vervolgens minstens één jaar geblokkeerd blijven (terwijl de uitoefentermijn waarin de opties kunnen worden uitgeoefend meerdere jaren kan bestrijken). Tijdens deze blokkeringsperiode kan u de optie niet uitoefenen, noch verhandelen op de beurs.

Heeft u verhandelbare opties en leeft u de blokkeringsperiode na, dan hebt u twee mogelijkheden: ofwel oefent u de optie uit (en verwerft u de aandelen), ofwel verkoopt u de verhandelbare optie aan de bank of aan derden. Een verhandelbare optie heeft een marktwaarde, die door de banken wordt gepubliceerd.

Ò Wie komt in aanmerking?

De begunstigden zijn alle personen die direct of indirect bij de werking van de onderneming betrokken zijn en opties kunnen ontvangen vanwege hun beroepswerkzaamheid. Met andere woorden: werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen (consultants, adviseurs…). Hoewel vennootschappen (zoals managementvennootschappen) niet letterlijk zijn uitgesloten, zou het wel de bedoeling van de wetgever zijn geweest om alleen natuurlijke personen te laten genieten van deze regeling.

Een aandelenoptieplan is in de praktijk geschikt voor werknemers en zelfstandigen (onder meer bestuurders) die enerzijds niet afkerig staan tegenover enig beursrisico en anderzijds geen onmiddellijk financieel effect beogen. Een aandelenoptie is weliswaar een vorm van bezoldiging, maar de financiële waarde van de optie is niet onmiddellijk beschikbaar. Personen die met hun privé-vermogen zelf al op de beurs investeren, zijn dan ook de meest geschikte kandidaten.

Ò Hoeveel belastingen betaalt u?

Als u deelneemt aan een aandelenoptieplan, wordt u hierop belast. Het is immers een vorm van bezoldiging. Het belastbare voordeel wordt op forfaitaire wijze begroot en bedraagt 15 tot 20 % van de waarde van de onderliggende aandelen. Onder bepaalde voorwaarden kan dat percentage worden gehalveerd (7,5 %), maar dan moet de optie bijvoorbeeld betrekking hebben op aandelen van de vennootschap waar de beroepswerkzaamheid wordt uitgeoefend of op de aandelen van een andere vennootschap die een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming heeft in die eerste vennootschap.

De wetgever vond een waardestijging van 15 tot 20 % tijdens een uitoefenperiode (bijvoorbeeld tien jaar) realistisch en belast de begunstigde daarop. Op lange termijn zou zo’n waardestijging inderdaad moeten kunnen. Vallen de beurzen tegen of, erger nog, gaat het bedrijf failliet, dan kan het gebeuren dat de optie niet wordt uitgeoefend en dat de belastingen voor niets zijn betaald. Uitkijken bij de keuze van aandelenopties is dus de boodschap. Een aandelenoptieplan gebaseerd op een aandelenkorf of een bevek spreidt het risico.

Het belastbare voordeel wordt belast tegen de normale progressieve tarieven van de personenbelastingen. Aangezien het maximale tarief 50 % bedraagt, stemt de belastingdruk overeen met maximaal 7,5 tot 10 % van de waarde van het aandeel. De werkgever moet dus een bedrijfsvoorheffing inhouden op het ogenblik dat u de aandelenopties aanvaardt. De aanvaarding wordt geacht te gebeuren in de maand van de zestigste dag na het aanbod. De bedrijfsvoorheffing wordt verrekend met de gewone bezoldiging. Dat kan tot gevolg hebben dat u in de betrokken maand vrijwel geen loon meer overhoudt.

Ten slotte kan het gebeuren dat u de opties niet gratis krijgt van uw werkgever, maar daar een beperkte prijs of bijdrage moet voor betalen. Als u een bijdrage heeft moeten betalen voor de opties, mag u dat aftrekken van het belastbare voordeel.

Ò Wat betaalt u aan de RSZ?

Aandelenopties worden beschouwd als loon waarop u geen sociale bijdragen hoeft te betalen. Er zijn op deze algemene regel echter twee uitzonderingen.

1. Als de uitoefenprijs van de optie lager is dan de waarde van de aandelen op het ogenblik van het aanbod, wordt dat verschil toch aangemerkt als loon waarop u sociale bijdragen moet betalen.

2. Het ‘zeker voordeel’ wordt beschouwd als loon waarop u sociale bijdragen betaalt. Wanneer de optie op het ogenblik van het aanbod of tot op de vervaldag van de termijn van de uitoefening bedingen bevat die een zeker voordeel opleveren, is het verkregen voordeel een belastbaar beroepsinkomen voor het belastbare tijdperk waarin dat laatste vaststaat. Het voordeel moet dan groter zijn dan het belastbare voordeel, dat forfaitair wordt vastgesteld op het ogenblik van de toekenning van de optie (bijvoorbeeld: uitoefenprijs wordt bepaald op 80 % van de waarde van de aandelen op moment van uitoefening van de optie).

Een voordeel wordt beschouwd als loon voor de sociale zekerheid als het onder meer “ten laste van de juridische werkgever” is. Dit betekent dat als het aandelenoptieplan een buitenlands plan is, waarbij geen kosten ten laste van de Belgische werkgever worden gelegd, het voordeel nooit onderworpen kan zijn aan sociale bijdragen.

De vrijstelling van sociale bijdragen geldt alleen voor werknemers. Zij die onderworpen zijn aan het sociale verzekeringsstatuut voor zelfstandigen (bijvoorbeeld bedrijfsleiders), zijn niet vrijgesteld. Ze betalen sociale bijdragen voor zelfstandigen op het forfaitair belastbare voordeel eigen aan het aandelenoptieplan. De sociale bijdragen voor zelfstandigen zijn echter begrensd. Als de zelfstandige een belastbaar inkomen van meer dan 67.300,54 euro geniet, zal het belastbare voordeel de facto vrijgesteld zijn van sociale bijdragen.Didier van Laere

Ò Aankoopprijs 100 % aftrekbaar voor werkgever. Ò Lage forfaitaire raming van voordeel voor begunstigde. Ò Belastingdruk bij begunstigde schommelt maximaal tussen 7,5 en 10 % van waarde van aandeel. Ò Latere meerwaarde op verhandelbare opties is belastingvrij. Ò Eventuele winst bij uitoefening van opties is belastingvrij. Ò Voordeel voor werknemers vrijgesteld van sociale bijdragen.

Ò Bedrijfsvoorheffing is bij aanvaarding onmiddellijk te betalen. Ò Bedrijfsvoorheffing is bij tegenvallende beurzen of niet-uitoefening van aandelenopties niet terugvorderbaar. Ò Geen onmiddellijk financieel effect bij begunstigde door blokkeringsperiode. Ò Bij zelfstandigen is voordeel onderworpen aan sociale bijdragen (tenzij hij al maximumbijdragen betaalt). Ò Opties zijn onderworpen aan beursschommelingen.

Ò (Call-)optie: het recht om een aandeel aan te kopen aan een vooraf vastgestelde prijs gedurende een vooraf bepaalde periode. Ò Optieprijs: de prijs waartegen de optie wordt aangekocht. Ò Uitoefenprijs: de prijs waartegen het onderliggende aandeel kan worden aangekocht. Ò Aandelenopties ‘in the money’: opties waarbij de vooraf vastgestelde uitoefenprijs lager is dan de waarde van het onderliggende aandeel op het ogenblik van toekenning van de optie. Ò Aandelenopties ‘out of the money’: opties waarbij de vooraf vastgestelde uitoefenprijs hoger is dan de waarde van het onderliggende aandeel op het ogenblik van toekenning van de optie.

Didier van Laere

Omdat een aandelenoptie een vorm van bezoldiging is, kan de werkgever de aankoopprijs van de opties volledig aftrekken als personeelskost.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content