7 op 10 patroons voelen zich gepest

Zeven op tien bedrijfsleiders vinden dat ze door de nieuwe sociale wetten “gekweld” worden. De helft heeft er zelfs al aan gedacht om het bijltje erbij neer te leggen. Heeft het patronaat er genoeg van? Dat is de indruk die we krijgen uit onze exclusieve enquête bij meer dan 1200 managers.

Of het nu gaat om tijdskrediet, pesten op het werk, discriminatie of ongewenste intimiteiten, tijdens de huidige legislatuur werd de bescherming van het individu in zijn werkomgeving aanzienlijk uitgebreid. Deze initiatieven zijn over het algemeen gunstig onthaald door de publieke opinie en hebben ongetwijfeld een reden van bestaan. Maar de werkgevers zijn met verstomming geslagen en vragen zich nu al af wat de volgende wet zal zijn die het personeelsbeleid er nog wat complexer op zal maken. Dat blijkt uit een exclusieve enquête die Trends hield bij 1250 bedrijfsverantwoordelijken.

Als we het woord verstomming gebruiken, is dat onder meer omdat meer dan de helft van de managers (zie grafiek bij vraag 4) er al aan gedacht heeft om er door de toenemende logheid van de wetgeving het bijltje bij neer te leggen. Zestig procent (zie grafiek bij vraag 1) is van oordeel dat de recente maatregelen het management van hun onderneming er moeilijker op gemaakt hebben en bijna de helft geeft toe dat ze inmiddels een beroep doen op externe dienstverleners. Vijftien procent van de bedrijfsleiders die we benaderden waren verplicht om hun personeelsdienst uit te breiden (zie grafiek bij vraag 2).

“We gaan naar een verhoogde bescherming van het personeel en tezelfdertijd naar een omvangrijker personeelsbeheer. Dat heeft gevolgen voor de kosten die de onderneming moet dragen,” zegt advocaat Herman Craeninckx, de specialist sociaal recht van het advocatenkantoor Stibbe. Twee op drie bedrijfsleiders zijn immers van oordeel dat de nieuwe sociale reglementen een (soms aanzienlijke) weerslag hebben op hun marges (zie grafiek bij vraag 3).

Uit de resultaten van onze enquête kunnen we voorts nog afleiden dat veel werkgevers de indruk hebben dat de politieke wereld de ondernemingen spaken in de wielen steekt. Drie kwart van de ondernemers vindt dat ze in mindere of meerdere mate “gekweld” of tenminste in hun activiteiten belemmerd worden door de regen van nieuwe maatregelen die op de sociale wetgeving is neergedaald.

Misbruiken

Moest nu echt zo veel in wetten gegoten worden? Het tijdskrediet heeft een jaar na zijn lancering al meer dan 37.000 werknemers kunnen bekoren, waarvan ongeveer twee derde vrouwen. Wat de maatregelen tegen het pesten betreft, zijn de beschikbare cijfers al even veelzeggend. Volgens een recente studie die door de UCL en de KU Leuven werd uitgevoerd, is 11% van de Belgische werknemers – zo’n 300.000 mensen – het slachtoffer van intimidatie of pesterijen.

“Het idee om de werknemers te beschermen is goed,” zegt Herman Craeninckx. “Maar het probleem is dat, als je de teksten erop naleest, de concepten wazig blijven. Wat is sociale pesterij? De wet is daarover niet concreet. Daar staat tegenover dat sinds de wet van kracht is en dankzij de publiciteit die errond gevoerd is, steeds meer mensen zich gepest voelen en met een procedure beginnen.” Philippe Marcuz, gedelegeerd bestuurder van Shanks België, een firma die gespecialiseerd is in de behandeling van afval, heeft al met het probleem te maken gekregen. “De wazige definitie is een probleem,” analyseert hij. “Als je iemand aanwerft, is dat toch in de hoop resultaten te krijgen. Maar als je nu een werknemer rekenschap vraagt omdat je vindt dat hij niet voldoende presteert, dan schermt hij meteen met pesterij op het werk. We zijn al verschillende keren met zo’n situatie geconfronteerd en dat hindert de goede werking van het bedrijf.”

Het gaat er nu uiteraard niet om wie gelijk of ongelijk heeft. Maar omdat een werknemer en zijn getuigen automatisch tegen een ontslagprocedure worden beschermd wanneer de klager een klacht wegens pesterijen neerlegt, bestaat de gegronde vrees dat het aantal klachten om ongegronde redenen zal toenemen.

De verborgen kant van Rosetta

François Foucart is als personeelsdirecteur van de Charleroise distributiegroep Groupe Mestdagh verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van een onderneming die meer dan 1800 werknemers telt. Hij trekt vooral van leer tegen het Rosettaplan, dat jongeren van minder dan 25 jaar een kans geeft om een eerste baan te vinden. “De bedoeling is prijzenswaardig, maar de ondernemingen verplichten om mensen aan te werven is je reinste gekte. Zelfs in Charleroi hebben we het moeilijk om voldoende mensen te vinden om ons quotum van 3% te halen.” Als dat quotum niet gehaald wordt, loopt het bedrijf het risico financieel gestraft te worden.

Dat is één kant van het probleem. De andere is dat het jongerenplan, dat federaal minister van Arbeid Laurette Onkelinx ( PS) zo na aan het hart ligt, van stapel liep in een periode van economische euforie. “De conjunctuur is nu zo gezakt dat heel wat ondernemingen er niet meer in slagen om de aanwervingsquota van jongeren te halen,” zegt een ongeruste Olivier Debray, advocaat bij het kantoor Cleys & Engels. “Omdat alleen bedrijven die minstens 10% van hun personeelsbestand moeten ontslaan aan Rosetta ontsnappen, komen we nu terecht in een absurde toestand: sommige werkgevers die er niet in slagen om aan de 3%-regel te voldoen denken er ernstig over na om minstens 10% van hun personeel aan de deur te zetten.”

Lagere ontslagvergoeding

En dat is ongetwijfeld nog niet alles. In de strijd tegen elke vorm van discriminatie op het werk, wordt binnen enkele weken een nieuwe wet van kracht. Daarmee kan elke werknemer een klacht indienen tegen zijn werkgever als hij vindt dat hij om zijn huidskleur, geloofsovertuiging, geslacht of leeftijd gediscrimineerd is. Net als bij de wet over pesterijen wordt de klager beschermd tot zijn dossier ten gronde is behandeld. Ook dit lovenswaardige initiatief kan snel perverse neveneffecten met zich brengen, onder meer omdat de bewijslast wordt verschoven naar de werkgever.

Alles bij elkaar vechten de werkgevers niet de gegrondheid van die maatregelen aan, maar wel dat het altijd in één richting gaat. “Het evenwicht tussen de rechten en plichten van de werkgevers moet hersteld worden,” zegt Herman Craeninckx. “Neem nu het geval van een werkgever die een werknemer van ouder dan 45 wil ontslaan. Hij moet hem dan outplacement aanbieden. Dat is een verplichting en het brengt bijkomende kosten mee. Waarom wordt dat niet gecompenseerd met een vermindering van de ontslagvergoedingen?”

Jean-Michel Lalieu[{ssquf}]

De werkgevers vechten niet de gegrondheid van de nieuwe maatregelen aan, maar wel dat het altijd in één richting gaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content