5 VRAGEN OVER HET INVESTERINGSKLIMAAT IN CHINA

De Chinese uitdrukking mo zhe shi ziguo he – de stenen voelen terwijl je door de rivier waadt – vertolkt perfect de zeer pragmatische aanpak bij de liberalisering van de economie. Sommigen vrezen dat China die houvast kwijt is en dat de Chinese zeepbel vroeg of laat doorgeprikt wordt. Fiscale tekorten lopen door de bouwwoede dit jaar op tot 32 miljard euro. Niettemin blijven analisten er vrij gerust in. Dat de rentevoeten voor het eerst in tien jaar werden opgetrokken om de inflatie te beteugelen en geld uit het informele circuit naar de banken te lokken, zou erop wijzen dat China weer vaste grond zoekt. Investeringen blijven immers aangroeien, omdat de strengere leningsvoorwaarden van banken omzeild worden door geld te halen bij onreguliere financieringsbronnen. Bijkomende reden is dat dollars uit het buitenland blijven binnenvloeien om activa te kopen nog voordat de Chinese munt eventueel (onder internationale druk) zou worden opgewaardeerd.

De visie van Gordon Orr, directeur van McKinsey Shanghai, op vijf sleutelvragen:

1 Hoe stabiel is het bankwezen?

“Heel wat gezonder dan een paar jaar geleden, een bankcrisis lijkt onwaarschijnlijk. Ze hebben betere operationele vaardigheden en een kritischer risicobeheercultuur dan enkele jaren geleden. Veel banken, zoals Industrial and Commercial Bank of China en China Construction Bank, zijn vrij rendabel geworden. Het verschil tussen interestvoeten voor deposito’s en voor leningen levert veilige marges op, de grootste ter wereld, en dienen voor de afschrijving van niet-terugbetaalbare leningen. Buitenlandse banken zoals Citibank en HSBC helpen de situatie recht te trekken.”

2 Worden de WTO-regels nageleefd?

“Drie jaar na de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie ( WTO) ligt China voor op schema wat verzekeringen betreft. Distributie en regulatoren gaan transparanter te werk. Ook met de liberalisering van de banksector tegen 2007 loopt het wel snor. Hier en daar hapert het nog, zoals in de sector van de telecommunicatie en ook in de retail gaan lokale potentaten soms dwarsliggen of minder transparant te werk, maar over het algemeen gaat het de goede richting uit.”

3 Is er meer respect voor intellectuele eigendom?

“Dat lijkt geen fundamenteel struikelblok te zijn, het land lokt immers 53 miljard dollar aan directe buitenlandse investeringen. De centrale regering probeert de WTO-verplichtingen door te drukken bij de bevoegde instanties. Maar op het lokale niveau is die wil minder aanwezig. Een 100 % eigen bedrijf biedt hier meer garanties. Maar naarmate distributieketens professionaliseren en consumenten authentieke producten eisen, gaat het ook hier langzaam de goede kant op.”

4 Schiet de privatisering op?

“Beter dan verwacht. De publieke sector droeg in 2003 nog maar bij tot 17 % van het bruto nationaal product. Niettemin zijn sommige van die ondernemingen bijzonder winstgevend, PetroChina bijvoorbeeld of China Mobile en China Telecom. Ze helpen de verliezen van andere staatsbedrijven te compenseren. De toestand blijft zorgwekkend in Noordoost-China met zijn grote concentratie aan staatsbedrijven.”

5 Wat met deugdelijk bestuur in Chinese bedrijven?

“Individuele topmanagers van beursgenoteerde bedrijven nemen dit zeer ernstig op, maar op het institutionele vlak moet er nog veel gebeuren. Sterke persoonlijkheden beslissen vaak nog intuïtief, zonder rekening te houden met andere bestuurders, laat staan met onafhankelijke bestuurders. Regulatoren in de financiële sector worden actiever, maar zijn meestal machteloos in sectoren zoals energie, elektriciteitsvoorziening en telecommunicatie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content