300 jaar lange thriller: Brugse familie verovert Franse industrie

De 800 afstammelingen van de Brugse familie Van Dael, nu de Wendel, vieren 300 jaar actie in het Lotharingse ijzer, staal en wapentuig. Vandaag bezitten de Wendels sleutelparticipaties in uitgeverijen, energie, hightech, vastgoed en risicokapitaal. De familiesaga leest als een nagelbijtende thriller.

Het boek ‘Les Wendel 1704-2004’ van Jacques Marseille is uitgegeven door Perrin (2004, 352 blz.).

De felste Europese werkgeversleider, baron Ernest-Antoine Seillière (66) van Medef (Mouvement des Entreprises de France), is het hoofd van de familie de Wendel, vandaag Wendel Investissement, in het kort la Maison. De baron behoort tot de tiende generatie. De machtige stam van de voorbije drie eeuwen in Frankrijk – met vandaag 800 actieve nazaten – is van Vlaamse oorsprong en geboren als het geslacht Van Dael (verbastering maakte daarvan Wendel) in Brugge. In 2005 bezit la Maison, met een beurskapitalisatie van meer dan 2,5 miljard euro, het tweede grootste uitgevershuis van Frankrijk (Editis met onder meer Presses de la Cité, Plon, Le Robert, Nathan en Bordas), Orange-Nassau (een vastgoed-, energie- en private equity-fonds met een Nederlands-Limburgse stamboom) en kerndeelnemingen in Bureau Veritas, Valéo, Carnaud, BioMérieux, Neuf Telcom en Legrand. De enige deelneming met een staalverleden is Wheelabrator-Allevrard.

Frankrijk heeft bestendig een begerig oog voor België. De Franse elite wil de ruimte tot aan de Rijn domineren. De overnames na de val van Generale Maatschappij in 1988 passen in die geopolitiek. Het is dus merkwaardig – en iets wat bitter weinig Belgen weten – dat meer dan drie eeuwen geleden een geslacht uit Vlaanderen de omgekeerde beweging maakte en op 300 jaar de machtigste familiale groep uitbouwde over de zuidergrens.

Vergeleken met de Wendels, zijn de oudste Belgische ondernemingen grijsaards, geen Methusalems. Het Antwerpse Kreglinger is onze langst ingeschreven firma in het handelsregister (1797), Brepols ontstond in 1803, Fortis – de afstammeling van Generale Bank en Generale Maatschappij – werd geboren in 1822, Bekaert in 1880, Etex/Eternit in 1905. Les Wendel behoren tot les 200 familles, tot de fabelachtige machtsklieken die gauchisten beschimpen als de feitelijke vorsten van Frankrijk. De geschiedkundige Jacques Marseille: “Kwaadspreken over de Wendels blijft een constante, de overige staalbazen toonden geen klassensolidariteit met la Maison toen l’Etat giscardien, een rechtse regering, hun staalfabrieken zonder vergoeding nationaliseerde in 1978.”

1704-1869: de terreur van de guillotine

In 1704 koopt Jean-Martin Wendel een zielige smidse met een tochtig maison de maître in Hayange. Jean-Martin en zijn nageslacht slaan zich door financieel magere jaren en in 1785 laat François-Ignace de Wendel de eerste ijzerklomp met cokes gieten in Le Creusot. Technologische durf is een constante van la Maison.

Heeft deze nazaat The Wealth of Nations gelezen van zijn tijdgenoot Adam Smith? Hij had de openingszinnen kunnen schrijven: “De grootste verbetering van de productieve arbeid, de slimheid en de handigheid waarmee hij wordt uitgevoerd, ontstaat door de verdeling van de arbeid.” François-Ignace begon de werkhuizen in Le Creusot, die in 1836 overgenomen worden door de Schneiders, de grote rivalen van les Wendel.

François-Ignace is een vriend van de Verlichting en becommentarieert in zijn boek Mes Principes de nieuwe filosofen Montesquieu, Locke en Rollin. Hij verwelkomt de Franse Revolutie, maar wordt een émigré in Thüringen, waar hij Goethe leert kennen. François- Ignace is depressief, slikt een overdosis opium en sterft ver van Hayange.

De Franse Revolutie breekt met de binnenlandse tolheffingen en de feodale tradities op het platteland. De invoertaksen op het vreemde staal worden geharmoniseerd, de lasten op het geïmporteerde erts zakken. De Revolutie zet de liberale orthodoxie van Adam Smith en François Quesnay in werking. De revolutionairen vallen de weduwe de Wendel aan met pamfletten, zij is de moeder van een émigré en de grootmoeder van een guillotiné. Onder de Terreur worden de fabrieken van de clan aangeslagen. Zal de dynastie breken? Tegen zijn zin – want hij wil zeeman worden om ontdekkingen te doen zoals zijn adellijke vrienden Chateaubriand, de Galaup, de Lapérouse, filosofen of volkenkundigen – koopt de jongste zoon van François-Ignace de hoogovens van Hayange terug. Zijn moeder is een dame de fer, een van die energieke weduwen die na de Revolutie menige onderneming gered hebben nadat de guillotine hun echtgenoot ombracht.

Onder Charles de Wendel, zoon van François, openen les Trentes Glorieuses voor de fabrieken. In 1857 bezoekt Napoleon III een nieuwe gemeente, Wendelville, en overhandigt 2000 frank voor de handarbeiders. De question ouvrière laat de staalbaronnen niet meer gerust. Charles stoot tegen 1870 la Maison op tot op de derde Franse staalindustrie, na Le Creusot en Marine. Op 30 jaar vergroot de productie dertigmaal.

1870-1913: verscheurende keuze

De familie van Medef-voorzitter Seillière is al lang een partner van de Wendels. De Banque Seillière wortelt in de achttiende eeuw. De familie, zoals de Wendels afkomstig van Lotharingen en katholiek, verrijkt zich (niet in de internationale handel, maar door leveringen aan de koninklijke arsenalen) en is een motor van de Franse staalindustrie.

1870 is een verscheurend jaar voor la Maison. Frankrijk verklaart de oorlog aan Pruisen en verliest. Napoleon III wordt krijgsgevangene, Gambetta roept de Republiek uit en Parijs capituleert. Op 26 februari 1870 worden de Elzas en een deel van Lotharingen afgestaan aan Pruisen. Frankrijk verliest 15.000 vierkante kilometer en 1,6 miljoen inwoners. Hayange wordt Hayingen en Moyeuvre heet voortaan Gross-Moyeuvre. De familieoudste vormt op haar 73ste de onderneming om tot een naamloze vennootschap om de continuïteit te waarborgen.

Op 11 maart 1873 vergadert de raad van bestuur van Les Petits-Fils de François de Wendel & Cie over een verschrikkelijke keuze. Een Oostenrijks-Duits bankconsortium van Deutsche Union Bank, Rothschild en Frankfurter Bank aast op de onderneming. Het aanbod is verleidelijk voor de aandeelhouders die dooreen geschud zijn door de annexatie van hun eigendommen door de erfvijand. Les Wendel verloren hun Franse klanten, de spoorverbinding met Frankrijk is verbroken en Duitsland wordt beleverd door de Duitse rivalen.

De raad besluit niet te verkopen. De familie weigert stelselmatig elke Duitse uitnodiging. Met de bezoekers wordt Frans gesproken, eventueel met een tolk. De grote verjaardagen van la Maison worden niet gevierd om geen Duitsers te hoeven inviteren. De dames de Wendel bevallen in Frankrijk. De familie wordt een Franse archipel op Duitse grond. In 1904 stelt de Wendel 13.000 arbeiders te werk en de fabrieken worden bejubeld met de namen Texas en Transvaal. Henri de Wendel wordt tegenstribbelend lid van het Stahlwerksverband.

De belangstelling voor de technologische vernieuwing trekt de aandacht. Sidney Thomas, een Engelse autodidact, deponeert in 1878 zijn octrooi voor kwalitatiever staal en verkoopt de rechten in Frankrijk, België en Duitsland. Met het Thomasstaal wordt in 1889 de Eifeltoren gebouwd voor de Exposition Universelle. Henri de Wendel koopt het Thomasbrevet voor Duitsland voor 1 miljoen mark en verwerft het exclusieve recht voor Frankrijk via een joint venture met Schneider.

1914-2005: duistere politieke manoeuvres

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bedienen de Duitsers zich van de stormram Fritz om de fabrieken de Wendel deels te vernietigen, want zij waren strategisch voor de Franse vijand en de trouw van la Maison was niet boven verdenking. Op 28 november 1918 verschijnen affiches van les Wendel in hun staaldorpen: “Enfin est venu le jour ra- dieux qui nous a ramené au milieu des notres à l’ombre du drapeau français.” Het einde van 45 jaar afscheiding en vervreemding. Of toch niet? “François de Wendel en zijn kroostrijke familie hebben honderdduizenden Franse lijken op hun geweten,” schalt het in de Franse pers.

De beschuldiging klinkt opnieuw onder het Front Populaire en in 1945. De familie de Wendel zou het op een akkoordje gegooid hebben met de Fransen en de Duitsers om hun staalfabrieken niet te beschieten en zouden daardoor de oorlog hebben verlengd. Dit gerucht wordt ontkracht door historisch onderzoek, maar in de demonisering van het patronaat, gestookt door de communisten, paste (en past) het perfect.

De staalbazen (en leveranciers van kanonnenmateriaal) zitten opnieuw op de beschuldigdenbank van links in 1945. Action schrijft: “In volle bezetting verkocht het Comité van de Staalpatroons ons Lotharingen aan de Duitsers. Het is met maarschalk Goering persoonlijk dat de h. de Wendel de overeenkomst sloot.” Op de achtergrond van die aanval woedt de twist over de nationalisering van de zware Franse industrie. In 1944 zegt generaal de Gaulle, bevrijder en populair: “Voor de welvaart van Frankrijk is er slechts één middel, de geleide economie.”

In 1978 valt de hakbijl. Na 274 jaar nationaliseert een rechtse regering de slabakkende staalnijverheid. Les Wendel verliezen de familieschat. Een kwarteeuw later blijkt dat de verstaatsing van hun patrimonium niet leidde tot de dood van de dynastie. Zij is vandaag opnieuw een macht in de dienstensector, de energie en de hightech. Bruggelingen zijn taai.

In 1907 kochten les Wendel de steenkoolmijn Oranje-Nassau in Nederlands-Limburg. De Lotharingers wilden hun bevoorrading met het zwarte goud en cokes uitbreiden. In die jaren was het rijk van de Wendels verzeild in Duitsland. Lotharingen werd in 1870 geannexeerd door Pruisen na een oorlog die verloren werd door de Fransen.

CEO Ernest-Antoine Seillière van Wendel Investissement had een harde dobber aan de herstart van de familieonderneming na de nationalisering van de staalfabrieken in Lotharingen in 1978. Hij verliet de zware industrie en laveerde naar diensten, hightech en lichtere nijverheid. De patron wedde op de goede paarden. Wendel Inves-tissement kocht beloftevolle en niet-genoteerde ondernemingen die een jackpot werden wanneer ze naar de beurs verhuisden. Ernest-Antoine Seillière was niet vies van de beurs, hij stapte voor grote participaties in CapGemini, Valéo, BioMérieux. Bij de producent van elektrisch materieel Legrand controleert hij 33,9 %. De familie vermijdt ondernemingen die ze onvoldoende ethisch vindt. Een participatie in het tabaksbedrijf Seita werd verworpen.

Frans Crols

In drie eeuwen bouwde een geslacht uit Brugge de machtigste familiale groep uit in Frankrijk.

Na de Franse Revolutie werd menige onderneming gered door energieke weduwen, nadat de guillotine hun echtgenoot omgebracht had.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content