3 EURO PER DAG

Dat is de prijs die elke Vlaming betaalt om de inkomenskloof met de Walen te overbruggen. Wat is dat nu, 3 euro’s elke dag? Zult u er een boterham minder door eten? Want met dit sommetje krikt u de levensstandaard van 40 % van de Belgen op met 8 %.

En toch. Per jaar komt dat bedrag neer op 1095 euro. Voor een normaal gezin – laten we uitgaan van twee ouders en één kind – is dat 3285 euro, of zo’n 131.500 oude Belgische franken. Niet niks. Maar staar u hier niet blind op. Veel belangrijker is wat onze Waalse medeburgers doen met dat geld.

Dit is – in een notendop – de boodschap van het nieuwe boek dat Vlaams topambtenaar Rudy Aer-noudt, ex-kabinetschef van de Vlaamse minister voor Economie Fientje Moerman (VLD), nota bene op 11 juli 2006 afrondde. En dit boek (*) plaatst de gevoelige discussie over de geldstromen tussen beide regio’s in een verfrissend perspectief.

Solidariteit zonder resultaatsverbintenis is geen echte solidariteit, of is inefficiënt. Donorregio’s moeten een stem in het kapittel hebben. Het is veel zinvoller transparantie te eisen en inspraak in wat er met het geld gebeurt, dan te blijven kibbelen over de exacte omvang ervan, vindt Aernoudt.

Een duidelijke vingerwijzing naar Elio Di Rupo (PS), die elk jaar een verslag zou moeten kunnen voorleggen aan zijn Vlaamse collega’s. En op basis van de goede punten in dit rapport zou beslist moeten worden over de vrijmaking van nieuwe fondsen in de volgende jaren.

Geen retoriek, maar daden. In plaats van allerlei nieuwe plannen – zoals het Toekomstcontract, 4×4 pour entreprendre of Marshall – af te kondigen, zou Wallonië die plannen beter uitvoeren. Meer dan 40 % van de werklozen zit er al meer dan twee jaar zonder werk. En één op vijf Waalse kinderen leeft in een gezin waar niemand werk heeft.

Net zoals subsidies perverse effecten kunnen hebben op bedrijven, is er ook perversie mogelijk bij transfers naar regio’s. Ze zijn geen blanco cheque. Toen de analyse van Rudy Aernoudt vorige week uitkwam, werd ze in diverse kringen aanzien als de verklaring tegen het Warandemanifest. De auteur knipoogt liever naar Hegel en spreekt van these en antithese.

De beste manier om de transfers te beëindigen, bestaat erin de werkgelegenheidsgraad in Wallonië op te krikken, zo luidt zijn synthese. De sleutel daarvoor ligt (net zoals het Manifest vaststelt) in duurzame economische groei. Dat vergt een mentale kentering in Wallonië, meer ondernemersaanpak, een efficiënt overheidsapparaat en betere valorisatie van onderzoek en ontwikkeling.

Maar ook Vlaanderen krijgt een spiegel voor de neus geschoven. Op het vlak van arbeidsflexibiliteit zijn we in hetzelfde bedje ziek: verstarde ontslagregelingen en weinig soepele systemen voor overuren, ploegenarbeid en weekendwerk. De arbeidsmobiliteit over de taalgrens is quasi nihil. En morrelen aan de 35- of 40-urenweek is voor velen nog steeds een taboe.

Vlamingen én Walen zijn ook het slachtoffer van een gigantische loonwig. Van ons salaris wordt 55,6 % afgesnoept door de fiscus. Studies wijzen uit dat die loonwig voor 49 % de boosdoener zou zijn van het lage ondernemerschap in België, dat op zijn beurt een kwart van de werkgelegenheid creëert.

Daarom is fiscale reductie belangrijker dan fiscale autonomie, zo besluit de auteur. Beide regio’s moeten de federale overheid overtuigen dat een herziening van het (para)fiscale systeem absolute noodzaak is. Ook over de noodzaak van een regionaal loonbeleid toont Rudy Aernoudt zich sceptisch: hij geeft de voorkeur aan overleg op sectoraal en bedrijfsniveau.

Sommigen zullen hem de utopische trekjes in zijn analyse vergeven. De verdienste van het ‘antimanifest’ is dat het Vlamingen en Walen ervan weerhoudt zich blind te staren op één punt: hun onderlinge verschillen en onenigheden. Tussen de regels door lees je de volgende waarschuwing: als twee regio’s vechten om een been (lees: de welvaart), loopt de globalisering ermee heen.

De slotsom blijft echter dezelfde. Niet de 3 euro per dag is de essentie. Wel wat ermee gedaan wordt. En daar moet Wallonië dringend een duidelijk antwoord op geven.

(*) ‘Vlaanderen, Wallonië: je t’aime moi non plus’, Rudy Aernoudt, Roularta Books, 2006.

piet depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content