Hans Brockmans

De beperking van de woonbonus is nodig, maar dat mag niet leiden tot een vastgoedcrisis

Hans Brockmans redacteur bij Trends

De aanpassing van de woonbonus zal tweeverdieners volgens berekeningen van ING zo’n 40.000 euro kosten over twintig jaar. Dat is 12.000 euro meer dan eerder berekend, omdat de Vlaamse regering de fiscaal inbrengbare bedragen niet indexeert.

Jammer, maar helaas. Door de overheveling van de woonbonus naar de gewesten zonder daarbij voldoende middelen mee door te geven, heeft de regering-Di Rupo heeft de beperking van de woonbonus enkel versterkt. Het fiscale voordeel voor de verwerving van de eigen woning was al langer gedoemd te verdwijnen. Het was niet zozeer een stimulans in het voordeel van de kopers, zoals het politiek werd verdedigd. Het dreef vooral de koopprijs van de woning op. De OESO en het Internationaal Monetair Fonds wezen er al jaren op dat de woonbonus de belangrijkste oorzaak was van de overwaardering van de Belgische markt voor woningvastgoed. De woonbonus was dus vooral een extraatje voor verkopers, promotoren, makelaars en notarissen.

De niet-indexering van het voordeel is perfect te verdedigen. Het effect van de woonbonus werd elk jaar relatief groter, omdat het steeg naargelang de huiseigenaars meer verdienden. Wie het woonbonus het minst nodig had, kreeg dus de grootste fiscale stimulans. Dat effect wordt nu deels weggewerkt.

De beperking van de woonbonus is nodig, maar dat mag niet leiden tot een vastgoedcrisis

De beperking van de woonbonus zal de woningprijzen op termijn met 10 tot 15 procent doen dalen. De kopers, die jarenlang langs de fiscale kassa passeerden, moeten nu een deel van dat voordeel terugbetalen via een lagere verkoopprijs. Voor het eerst in jaren zullen de babyboomers eens inleveren ten voordele van de jonge gezinnen.

De vraag is echter wel of de hervorming wel zo radicaal moet gebeuren. Haast je langzaam, is hier het motto. De beperking van de woonbonus is nodig, maar dat mag niet leiden tot een vastgoedcrisis. Plotse veranderingen in de woonfiscaliteit hebben in Zweden en Nederland rampspoed gebracht op de vastgoedmarkt. Verkopers hielden koppig vast aan hun historische vraagprijs, terwijl de kopers dat bedrag in de nieuwe fiscale omstandigheden onmogelijk op tafel konden leggen. Het aantal transacties nam drastisch af. De woningmarkt verlamde. Dat heeft, zeker in crisistijden, een negatief effect op de economie en op de schatkist door wegvallende onroerende belastinginkomsten.

Daarom wordt het fiscale woonvoordeel in Vlaanderen het best gefaseerd afgebouwd voor jonge gezinnen. Dat kan eventueel worden gecompenseerd door een sterkere beperking voor oudere huiseigenaars. Een alternatief voor dit misschien te complexe voorstel is een (tijdelijke) verlaging van de registratierechten, die in Vlaanderen al hoog zijn in vergelijking met de rest van Europa. Plotse schokken op de woningmarkt zijn alleszins te vermijden, want ze dijen uit naar alle economische sectoren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content