Verenigingen genoodzaakt andere inkomsten te zoeken dan overheidssubsidies

© BELGA

Door de overheidsbesparingen zoeken meer en meer verenigingen naar financieringsbronnen in de privésector. Dat blijkt uit de zesde ‘Barometer van de Verenigingen’ die de Koning Boudewijnstichting heeft gepubliceerd.

De Belgische verenigingen in de sectoren van sociaal welzijn, gezondheid, cultuur, milieu en ontwikkelingssamenwerking zien zwarte sneeuw doordat de kaasschaaf van de overheidsbesparingen hen jaar na jaar opnieuw treft in hun werkingsmiddelen en in hun voortbestaan. Ook de nabije toekomst zien ze somber tegemoet. Pas rond 2017 zou de besparingswoede zijn uitgeraasd, verwachten ze. Intussen boren vele organisaties naar nieuwe financieringsbronnen in de privésector.

Het onderzoeksbureau Ipsos voert voor de Koning Boudewijnstichting jaarlijks een steekproef uit bij een groot aantal van de naar schatting 120.000 verenigingen in ons land. Dat gebeurde ook tussen 1 oktober en 16 november vorig jaar via 700 telefonische enquêtes en 8 diepte-interviews met directeurs van verenigingen. En wat blijkt?

Nieuw ondernemersmodel

Vooral de zeer grote verenigingen en de Franstalige verenigingen verwachten een (verdere) vermindering van de permanente financieringen in het komende jaar. Ze zien zich dan ook genoodzaakt om andere bronnen voor financiering aan te boren. Dat is dan meestal de privésector, maar die stelt wel bijzondere eisen. Het duwt de verenigingen in de richting van een nieuw model, een ondernemersmodel. Het vergt overigens een andere manier van denken en een professionele manier van handelen.

Bijna 4 op de 10 verenigingen stelden volgens de bevraging een sterke vermindering van de permanente overheidssubsidies vast in de afgelopen 12 maanden tegenover het jaar voordien. De vermindering van de permanente subsidies bedraagt 1 tot 10 procent voor bijna 8 op de 10 verenigingen.

Kaasschaaf

Voor de oorzaak van die verslechtering van hun financiële situatie wijzen haast alle verenigingen naar de kaasschaaf. Het gaat om procentuele besparingen van de overheid die jaar na jaar opgestapeld worden en die voor sommige verenigingen het water tot aan de lippen brengt. “Soms is 10 procent genoeg om werkingen volledig stil te leggen”, getuigt Paul Stessens van Kringwinkel Hageland in het rapport.

Er is ook een verschuiving aan de gang van structurele of permanente subsidies naar projectsubsidies, zo stipt het rapport van Ipsos aan. Daarbij komen verenigingen in een concurrentiepositie te staan tegenover mekaar en ze worden er ook vaak toe gedwongen om de maatschappelijke doelstellingen van de overheid te realiseren, stelt het rapport vast. Een mogelijk gevolg is dat verenigingen het gevoel krijgen dat ze niet langer voor zichzelf en voor hun eigen doelstellingen werken.

Vlaamse verenigingen staan meestal positief tegenover het zoeken van alternatieve financiering bij privé-instellingen, terwijl de Franstalige verenigingen het als een verraad aan hun eigen kernwaarden zien en het gevoel krijgen dat kwantiteit het haalt van kwaliteit. Grote verenigingen met een lange traditie hebben het er ook moeilijker mee dan jongere, die flexibeler zijn en openstaan voor vernieuwing.

Mentaliteitsverandering

Geld zoeken in de privé betekent hoe dan ook dat de verenigingen zich aantrekkelijk moeten opstellen voor de financierders, en dat ze hun relevantie en maatschappelijke impact moeten kunnen aantonen. Soms moeten ze zelfs resultaatverbintenissen aangaan, iets wat niet vaak gebruikelijk is in de zachte sector. Meestal moeten ze ook methodes uit de privé overnemen en zich professioneler opstellen. Dat is allemaal makkelijker gezegd dan gedaan. “In de ngo-sector was de privésector vroeger ‘de vijand’. Het was ‘not done’ om ermee samen te werken”, zegt Roos Peirsegaele van Vredeseilanden in dat verband. Het betekent in vele gevallen dus een ideologisch omturnen van de mentaliteit.

Uit gegevens van de Nationale Bank over de financiële situatie van de verenigingen blijkt intussen dat: het aantal vzw’s met verlies vermindert en dat het aantal vzw’s met een vermindering van hun inkomsten toeneemt. Verenigingen zonder winstoogmerk kennen globaal gezien een daling van de loonmassa. Nochtans blijkt niet dat er meer medewerkers ontslagen worden. Allicht zal een aantal overschakelen op meer deeltijdse contracten. Het blijkt ten slotte ook dat het aantal grote vzw’s stijgt, wat wijst op een concentratiebeweging, aldus Benoît Fontaine van de Koning Boudewijnstichting.

De toekomst?

Wat zijn tot slot de verwachtingen voor de toekomst? 6 op de 10 verenigingen verwachten (opnieuw) een verslechtering van de economische situatie van de vereniging in de komende 12 maanden of een (nieuwe) krimp van de subsidie. En toch verwacht de sector dat er aanpassing mogelijk is op langere termijn.

Sommigen spreken zelfs van “het zich heruitvinden” of “het vervellen van het verenigingsleven”. Zo wordt voor het jaar 2017 gehoopt op een verbetering van de situatie, omdat de regionale overheid had aangekondigd alleen in het begin van de regeerperiode (zwaar) te besparen. (Belga/NS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content