De spanning op de Europese obligatiemarkten duurt dinsdag onverminderd voort.
Dinsdagmorgen bereikt het renteverschil (de zogenaamde spread) van Spaanse en Italiaanse staatsobligaties met Duits staatspapier, dat wordt beschouwd als de referentie op de markt, een recordhoogte. Voor Spaanse en Italiaanse obligaties met een looptijd van tien jaar liep de spread dinsdagmorgen op tot 300 basispunten (3 procent).
Ook de rente die ons land moet betalen op de internationale markten stijgt onverminderd voort, terwijl Duitsland en Nederland die rente zien dalen. Voor ons land steeg de “yield” (rente) dinsdagmorgen met 9 basispunten, maar in de loop van de voormiddag zakte die tot 4 basispunten. Het renteverschil met Duitsland is intussen opgelopen tot 120 basispunten (1,2 procent). Als die tendens aanhoudt, zal ons land steeds meer moeten betalen om zich te financieren.
Eerder ontvingen het noodlijdende Griekenland en Ierland al internationale steun, omdat de financiering op de internationale markten onhoudbaar was geworden.
Als een gevolg van de vrees voor een uitdeinende schuldencrisis in de eurozone zakte de Europese eenheidsmunt dinsdagmorgen voor het eerst sinds halfweg september onder de 1,30 dollar.
