Leo Neels (Pharma.be): ‘Het is logisch dat de prijs per patiënt stijgt’

© belga

Nieuwe kankergeneesmiddelen zijn indrukwekkend. Maar moeten ze echt zo veel kosten? Voor een verlaging van de groeinorm in de ziekteverzekering zijn ze geen bedreiging.

De nieuwe generatie kankergeneesmiddelen verkoopt goed. Vorig jaar bracht Glivec 4,3 miljard dollar op. Herceptin en Avastin van Roche deden nog beter met respectievelijk 6 miljard en 7,4 miljard dollar. Het probleem, vanuit een maatschappelijk standpunt, is dat al die geneesmiddelen afschuwelijk duur zijn. Het Amerikaanse Institute of Health voorspelt dat de uitgaven voor alle kankerbehandelingen zullen toenemen van 125 miljard dollar vorig jaar tot minstens 158 miljard dollar in 2020. Sommige experts vinden dan ook dat de nieuwe kankermedicijnen slechts kleine voordelen bieden tegen een exorbitant hoge prijs.

Ondertussen in België

Ons land ontsnapt niet aan de trend van dure kankergeneesmiddelen. Voor de officiële goedkeuring van Herceptin had het Riziv in 2006 in een tijdelijke financiering van 24 miljoen euro voorzien. Daarna raakte het middel door de normale registratieprocedures en vandaag wordt het ondanks de hoge kostprijs van 25.000 euro per patiënt volledig terugbetaald.
In de geneesmiddelenindustrie is er een trend naar gepersonaliseerde en dure medicijnen, bevestigt Leo Neels, topman van Pharma.be, de sectorfederatie van de geneesmiddelenproducenten. “Dat betekent niet dat de marges verhogen”, nuanceert hij. “Dit zijn supercomplexe geneesmiddelen waarvan de onderzoekskosten en productiekosten heel hoog liggen. Bovendien is de markt ervoor kleiner, dus is het logisch dat de prijs per patiënt stijgt.”

Lieven Annemans, gezondheidseconoom van de Universiteit Gent, koppelt de prijs aan doelmatig gebruik. “Als de prijs tot stand komt volgens wat een geneesmiddel therapeutisch en maatschappelijk waard is, dan is een hoge kostprijs volkomen gerechtvaardigd.”

Groeinorm

De jongste jaren was de ziekteverzekering overgefinancierd. Nu de PS heeft aangegeven dat de groeinorm van 4,5 procent voor de ziekteverzekering naar beneden kan, lijkt de tijd rijp om het mes te zetten in de ziekteverzekering. Staat dat niet haaks op de trend naar duurdere kankergeneesmiddelen? Marc Justaert, voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten: “Het is waar dat sommige geneesmiddelen een sterke uitgavengroei veroorzaakten. De sterkte van ons systeem is dat het die meerprijs aankon. De trend naar nieuwe dure geneesmiddelen staat een afbouw van de groeinorm niet in de weg. De stijgende factuur van de nieuwe geneesmiddelen wordt gecompenseerd door de prijsdaling van andere. Zo vervalt dit jaar het octrooi van de cholesterolverlager Lipitor. En cholesterolverlagers zijn nu eenmaal grote kostenposten in het geneesmiddelenbudget.”

Bovendien maken geneesmiddelen minder dan 15 procent uit van het budget van de ziekteverzekering. “We kunnen ons een lagere groeinorm permitteren als we de doelmatigheid opvoeren”, vindt Annemans. “Die logica geldt zowel voor ziekenhuizen, medische materialen als geneesmiddelen. Tot op heden is er alleen voor de geneesmiddelensector een orgaan dat een advies over doelmatigheid geeft.”

R.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content