Erik Bomans (Deminor): ‘Class actions enkel mogelijk voor Test-Aankoop’

© Thinkstock
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Gedupeerde particulieren kunnen sinds 1 september samen een collectieve rechtszaak opstarten in België. De actieradius is erg beperkt.

De ‘rechtsvordering tot collectief herstel’ werd in maart 2014 goedgekeurd, maar kan nu worden opgezet. “Vijftien jaar hebben we gelobbyd voor deze wet. Ons land is nu eindelijk een van de vijftien EU-lidstaten met een collectieve rechtsprocedure”, getuigt Ivo Mechels, directeur van Test-Aankoop.

“De nieuwe procedure is op zijn Belgisch georganiseerd”, waarschuwt Stan Brijs, vennoot bij het advocatenkantoor NautaDutilh. “Er zijn heel wat beperkingen om excessen te voorkomen zoals in de VS, waar advocaten zich rijk procederen ten koste van ondernemingen.”

Erik Bomans van Deminor, dat ontevreden beleggers bijstaat in gegroepeerde vorderingen, is heel wat negatiever: “Ontslagnemend minister van Economie Johan Vande Lanotte heeft de wet op papier gezet. Daar blijft het waarschijnlijk bij: een papieren wet. Het is een inefficiënt juridisch instrument omdat de centrale spil van de vordering geacht wordt gratis te werken.”

Die centrale spil in de procedure is de groepsvertegenwoordiger, de vereniging die namens de gedupeerden optreedt. Zijn rechtsvordering tot collectief herstel heeft tot doel de schade te vergoeden die een groep consumenten heeft geleden door eenzelfde oorzaak.

Om groepsvertegenwoordiger te kunnen zijn, moet de belangenorganisatie drie jaar bestaan en erkend zijn door de minister van Consumentenzaken, of ze moet lid zijn van de Raad voor het Verbruik, de adviesorganisatie van belangenorganisaties voor consumentenaangelegenheden.

Een tweede beperking is de verloning van de groepsvertegenwoordiger. Hij mag aan de schadelijders enkel de werkelijke kosten aanrekenen en werkt dus pro Deo. Het is dus onmogelijk een percentage van de schadevergoeding te vragen als vergoeding, zoals in Angelsaksische landen gangbaar is. “Om te vermijden dat processen puur gedreven worden door commerciële belangen, worden enkel organisaties met een maatschappelijk doel toegelaten”, verklaart Brijs. “Het zuiver economische doel of eigenbelang wordt uitgesloten als drijfveer.”

“De kosten van een schadedossier kunnen oplopen tot een paar miljoen euro aan advocaten- en beheerskosten”, getuigt Bomans. “De groepsvertegenwoordiger loopt dus een reëel economisch risico. Voor hem heeft zo’n vordering enkel zin als hij een percentage van de opbrengst kan verdienen. Niemand werkt gratis. Enkel een ledenorganisatie als Test-Aankoop kan zich zo’n dienstverlening veroorloven.”

Hugo Keulers, vennoot van het advocatenkantoor Lydian, vindt de rechtsvordering tot collectief herstel een gemiste kans, omdat ook de advocaat wordt geweerd als groepsvertegenwoordiger. “Nochtans is hij de aangewezen partij om zo’n complexe juridische procedure op het getouw te zetten. De wet creëert een monopolie op maat van Test-Aankoop.”

“Advocaten kunnen een rol blijven spelen als raadsman van de groepsvertegenwoordiger”, repliceert Mechels. “Voor alle duidelijkheid: wij hebben niet de pen vastgehouden bij de uitsluiting van de advocaten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content