Festival Dranouter gaat door, maar met voet op de rem: ‘Het inzicht dat kleinschaliger ook kan, leefde hier al’

BAVO VANDEN BROECK "Het publiek is nog niet klaar voor een meerdaags festival." © EMY ELLEBOOG
Roeland Byl redacteur bij Trends

Corona houdt de eventsector nog altijd in een houdgreep. Al zijn er festivals die wel plaatsvinden, zoals Dranouter. “Noodgedwongen zijn we nu een beetje te veel een concertorganisator in plaats van een festivalorganisatie”, zegt Bavo Vanden Broeck van Dranoeter vzw. “We zien 2021 als een overgangsjaar.”

Bij Tomorrowland volstonden enkele koppige burgemeesters om het dancefestival af te gelasten. Pukkelpop gooide nauwelijks drie weken voor het eerste optreden alsnog de handdoek in de ring. De strengere regels maakten de organisatie vrijwel onmogelijk, stelde het Limburgse festival. Al valt her en der ook te horen dat Pukkelpop het ook aan zijn eigen overmoed te danken had dat de editie 2021 alsnog in het water viel. Geldt het zomerse leitmotiv van de opverende economie dan niet voor de evenementen en festivals? Toch wel. Want er vinden wel degelijk festivals en evenementen plaats, maar nog altijd met de voet op de rem.

“De limiet staat op 5000 toeschouwers per dag op het festivalterrein”, vertelt Bavo Vanden Broeck van Dranoeter vzw, de organisator van het folkfestival Dranouter. “Aanvankelijk gingen we er zelfs van uit dat we maar 2500 mensen per dag zouden kunnen toelaten. Toen we in april beslisten iets te doen, wisten we dat we ons onderweg zouden moeten aanpassen aan wijzigende regels. Een normaal festival is dat jammer genoeg niet. Noodgedwongen zijn we nu een beetje te veel een concertorganisator in plaats van een festivalorganisatie. Dat is een groot verschil. We kunnen niets meer doen dan een aantal bands op een terrein zetten en een dagticket aanbieden. Voor mij draait een festival om een meerdaagse beleving en een ruim aanbod. Je creëert een plek waar het publiek in een sfeer van ongedwongenheid en vrijheid een paar dagen weg is van een maatschappij vol regeltjes. Nu die context er niet is, is er ook geen echt festival mogelijk.”

Een festival creëert een plek waar het publiek een paar dagen weg is van een maatschappij vol regeltjes. Nu die context er niet is, is er geen echt festival mogelijk

Enkel lokale artiesten

Dranouter vindt plaats van 5 tot 8 augustus. Vier dagen muziek, maar dit jaar met minder toeschouwers en enkel lokale artiesten. Vanden Broeck: “We verkopen enkel dagtickets, terwijl normaal meer dan de helft van onze bezoekers met een meerdaags ticket naar Dranouter komt. Ze blijven hier logeren op de camping of in een van de B&B’s en hotels in de streek. Meerdaagse tickets verkopen was vanuit het covid-protocol, dat erop is gericht publieksgroepen niet met elkaar te vermengen, geen goed idee. Maar ik denk dat het publiek ook nog niet klaar is voor zo’n meerdaags festival. We merken dat maar heel weinig mensen voor meerdere dagen een ticket kopen.”

“We kozen voor een programma met meerdere bands per dag. De meeste andere organisatoren beperken zich momenteel tot een headliner en een of twee ondersteunende acts. We hopen op die manier toch de festivalervaring te benaderen. Normaal staat op onze vijf podia een line-up van 75 bands gespreid over drie dagen. Nu hebben we 20 bands in vier dagen.”

“Toch is deze editie meer dan een druppel op een hete plaat”, zegt Vanden Broeck. “Dat was het scenario van vorig jaar. Toen mochten maximaal 200 mensen naar een concert komen. Na die zomer hebben we besloten: dat doen we niet meer. Het was niet leefbaar. Het diende uitsluitend om je naam levend te houden. Dit jaar werken we op een grotere schaal. Als er voldoende publiek komt, is toch een zekere rendabiliteit mogelijk. Wij zijn een professionele organisatie waar het hele jaar door zeven mensen werken. We doen ook meer dan enkel het zomerfestival. We zien dit jaar als een overgangsjaar om onze organisatie draaiend te houden.”

De rijkdom van folk

Corona legt lagere publieksaantallen op. Internationaal programmeren is door de quarantaineregels in veel gevallen onmogelijk. Het gevolg is dat elk festival zowat dezelfde lokale bands op de affiche heeft staan. Vanden Broeck: “Goed voor de artiesten dat er wat zuurstof komt en dat er weer wat omzet is, maar met de line-up van dit jaar kunnen we ons niet onderscheiden. Als we dat de komende jaren zouden herhalen, worden wij een regionaal evenement zonder Vlaamse of internationale uitstraling. En dan valt de betekenis van onze organisatie weg.”

De boutade wil dat elke crisis kansen biedt. Zo zou de kleinschaligheid van 2021 kunnen aantonen dat er voor festivals een andere logica bestaat dan steeds groter en internationaler worden. Als met een capaciteit van 20.000 toeschouwers gespreid over vier dagen een succesvol festival mogelijk is, waarom zou je dan mikken op meer toeschouwers en de stress van dien? “Er zullen zeker zaken blijven”, zegt Vanden Broeck. “Maar het inzicht dat kleinschaliger ook kan, leefde hier al. Vroeger was Dranouter groter. Nu trekken we in normale jaren zo’n 15.000 toeschouwers. Tien jaar geleden was dat het dubbele. We hebben die formule aangepast en kiezen voor een festival dat groot is in kleinschaligheid. Intimiteit en belevingskwaliteit zijn belangrijk. Een van onze podia is bijvoorbeeld een kerk waar maar 300 mensen een intiem akoestisch concert kunnen beleven. We hebben een aparte weide, met één tent die plaats biedt aan 500 mensen. We programmeren bovendien onbekende folkacts.”

BAVO VANDEN BROECK
BAVO VANDEN BROECK “Diversificatie was altijd al een onderdeel van onze werking.”

“Kleinschaligheid zit voor een stuk in ons DNA”, zegt Vanden Broeck. “We stellen vast dat we op die manier een ander publiek bereiken, mensen die niet in die grote massa willen zitten. Misschien dat andere formules van kleinschaligheid nog meer opties bieden, maar we hebben ook voldoende publiek nodig om als vzw risico’s te kunnen nemen. Wij zetten als festival in op diversiteit in de programmering. Hier spelen heel wat folkgroepen en bands die elders geen podium krijgen. We willen op die manier dat genre naar een breder publiek brengen. Die rol willen we blijven vervullen. Het is zoeken hoe we dat het beste kunnen doen. Als we een grote naam boeken, doen we dat omdat we dat een toffe band vinden, maar ook omdat we weten dat we een deel van het publiek naar hier trekken dat nooit zou komen kijken naar de folkgroepen op de affiche. Die mensen de kans geven om de rijkdom van folk bij ons te ontdekken, is een onderdeel van onze missie. Rendabiliteit is belangrijk, maar wij hoeven als vzw niet winstgevend te zijn. We moeten er alleen voor zorgen dat we geen verliezen maken. Soms komt dat op hetzelfde neer, maar het is een andere mindset.”

Flanders Is A Festival

Dranoeter vzw wordt niet structureel ondersteund door de overheid. “Dat proberen we ook niet”, aldus Bavo Vanden Broeck. “Sporadisch worden gesubsidieerde projecten uitgevoerd op Dranouter, maar eigenlijk draaien we op ticketverkoop en sponsoring. Dit jaar kregen we wel ondersteuning van Vlaanderen via Flanders Is A Festival, de subsidielijn van Toerisme Vlaanderen voor de festivalsector. Die financiële injectie van 187.000 euro moet voor een groot stuk dienen om het festival coronaproof te organiseren, maar ze was ook essentieel om te kunnen doorgaan. Vorig jaar hebben we een verlies van 126.000 euro gemaakt.”

Internationaal programmeren is in veel gevallen onmogelijk. Het gevolg is dat elk festival zowat dezelfde lokale bands op de affiche heeft staan.

Festivals organiseren houdt risico’s in. Een alternatief voor subsidies is een diversificatie van de activiteiten. Dat pad lijkt Dranoeter vzw al lang geleden te zijn ingeslagen. “Diversificatie was altijd al een onderdeel van onze werking. Uiteindelijk willen we traditionele muziek bij een zo breed mogelijk publiek bekendmaken. We hebben deze zomer De Klankmakerij geopend in het museum waar tot 2019 onze folk experience zat. Zo hebben we een eigen gebouw met een muziekclub waar het hele jaar door concerten plaatsvinden. Wij hebben ooit ook een platenlabel en een folktijdschrift gehad. Die spreiding gebeurt niet zozeer vanuit een economische logica, maar eerder vanuit de filosofie dat ze onze doelstelling helpt te bereiken. De jongste jaren proberen we wel te maken dat die verschillende aspecten op zich rendabel zijn, zodat niet enkel het rendement van het grote festival de zaak overeind houdt. De Klankmakerij is belangrijk als inkomstenbron en heeft de ambitie tot 20.000 mensen per jaar te ontvangen.”

“De tijd dat het zomerfestival onze enige geldmachine was, is voorbij. In goede jaren was de winst van het zomerfestival genoeg om andere verlieslatende activiteiten te laten draaien. Maar door de omvang en de bijbehorende financiële risico’s betekende een jaar met slecht weer en minder toeschouwers meteen een financiële put die het voortbestaan van andere activiteiten in gevaar bracht. We hebben na twee jaar op rij met slecht weer op het punt gestaan te stoppen. In die positie willen we niet opnieuw terechtkomen.”

‘De ticketverkoop viel al snel stil’

De gouden jaren twintig komen eraan, geloven economen. Maar voorlopig valt van die uitbundige levensstijl nog maar weinig te merken in de ticketverkoop, zegt Bavo Vanden Broeck. “De gretigheid van het publiek was nogal beperkt in de tijd. Wij kondigden ons zomerfestival al aan toen de meeste collega’s nog een beslissing van de regering afwachtten. We openden onze ticketverkoop met een coronagarantie: ging het festival niet door, dan kregen de toeschouwers hun ticket terugbetaald. We hebben nog nooit zo snel tickets verkocht als toen. Maar we zagen de ticketverkoop ook snel stilvallen. Een van de oorzaken is dat elk festival zowat dezelfde artiesten programmeert. Maar ik denk dat een tweede aspect meespeelt: heel wat mensen zijn nog erg voorzichtig. Zij zien een massa-evenement met 5000 mensen gewoon nog niet zitten. En helaas kunnen we ons vaste publiek ook geen verblijf van een paar dagen aanbieden. En voor een dagevenement is onze ligging tegen de Franse grens een nadeel.”

‘Er is een terughoudendheid bij de vrijwilligers’

Geen festival zonder vrijwilligers. Maar het vinden van vrijwilligers is dit jaar lastiger dan andere jaren. “Vrijwilligerswerk is nog altijd de ruggengraat van ons festival”, zegt Bavo Vanden Broeck. “Normaal werken er zo’n 1000 mensen mee aan Dranouter. Van hen zijn er 850 vrijwilliger. Deze zomer zijn we kleinschaliger doordat er geen campings zijn. We hadden 250 tot 300 vrijwilligers nodig en die hebben we ook gevonden. Alleen kregen we wel het gevoel dat het dit jaar lastig zou zijn geweest om 500 vrijwilligers te vinden. Er is een bepaalde terughoudendheid bij de vrijwilligers. Niet iedereen is al gevaccineerd en bovendien viel de beslissing om het festival te laten doorgaan pas in april, terwijl we anders al in september vrijwilligers beginnen te ronselen. Heel wat mensen hadden al iets anders gepland in ons festivalweekend.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content