Groenburo: ‘Eigenlijk was onze felle groei nooit de bedoeling’

Eric en Bram van Himme © .

Eric Van Himme begon als tuinman, werd tuinaannemer en noemt zichzelf nu een groenmanager. Zijn bedrijf, Groenburo uit Wachtebeke, doet ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen. Het groeide in 33 jaar van nul naar twintig medewerkers. Traag maar gestaag. Eric (56) en zijn zoon Bram (26) leggen uit hoe dat gaat.

Eric Van Himme wist al heel snel dat zijn toekomst in tuinaanleg lag. Zijn vader runde een landbouwbedrijf met melkkoeien en akkers. “Een van mijn broers heeft dat landbouwbedrijf overgenomen, mijn andere broer heeft een boomkwekerij. We zitten allemaal in het groen.”

Eric studeerde tuinbouw en werkte vanaf zijn veertiende drie zomers als jobstudent bij een boomkweker. “Ik was geen straffe student, maar ik haalde wel mijn A3 en nadien een A2 in tuinarchitectuur. Ik liep stage bij die boomkweker en hij bood mij een job aan als tuinarchitect. Min reactie was: ‘Als ik hem voor kan werken, dan evengoed voor mijzelf.’ Vanaf dag één ben ik gesprongen. Ik heb nooit nog in loondienst gewerkt.”

Eric doopte zijn bedrijf Groenburo en begon als tuinman in 1986. “Tuinarchitectuur, dat woord kende niemand in deze regio. Wachtebeke in het Oost-Vlaamse Meetjesland is nu eenmaal Sint-Martens-Latem niet, de rijkste gemeente van het land. Ik nam alle jobs aan: gras zaaien, bomen snoeien, afsluitingen zetten. Soms tekende ik ook een ontwerp en legde ik de tuin samen met de klant aan. Vandaag is zoiets ondenkbaar: klanten kunnen niet langer fysieke arbeid aan.”

De veranderende tumor

1991 werd een eerste kanteljaar. Eric kreeg een tumor in de rug. Het verdict van de dokter was hard: zware fysieke arbeid mocht niet langer. Een van zijn broers kwam in het bedrijf, maar vertrok alweer zeven jaar later. Eric wierf vanaf dan personeel aan. “Eigenlijk was onze felle groei nooit de bedoeling. Maar die tumor heeft veel veranderd.”

In België wemelt het van de tuinaannemers: 7792 in 2016, met slechts 8138 werknemers. “Wij zijn een redelijk grote speler, ja. De instapdrempel is heel laag in onze sector. Moet je een kok zijn om soep te maken? Neen, maar de soep van Sergio Herman zal wel veel beter smaken”, zegt Eric fijntjes.

De drie pijlers van Groenburo zijn ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen, voor particulieren en bedrijven. “We verkiezen creatieve opdrachten boven routinewerk. We zijn halve aannemers geworden, met technische complexe constructiewerken.” De actieradius beperkt zich bewust tot Oost-Vlaanderen, maar soms volgt het bedrijf zijn vaak grote klanten in heel België. “Wist je dat onze eerste grote klant voor tuinonderhoud de Nationale Bank was?”

2000 was een nieuw kanteljaar. Toen nam Eric Van Himme deel aan Plato, een lerend netwerk voor kmo-ondernemers van de Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen (nu Voka). “Ik werkte op dat moment met zes mensen. Je denkt dat je alleen op de wereld zit, maar het besef dat andere ondernemers met dezelfde problemen kampen, was een verademing. Onze balansen werden letterlijk op tafel gelegd. Sindsdien ben ik echt beginnen te ondernemen en vooral meer te investeren. We hebben nadien ook een paar overnames gedaan van kleine tuinaannemers. Mijn broer wou indertijd liever de winst incasseren. Ik investeerde ze liever in nieuw materiaal.”

Buitenkind

Van Himme heeft twee zonen en twee dochters. Eén van hen was, of beter, is een echt ‘buitenkind’. Bram Van Himme: “Als kind had ik al een grote voorliefde voor alles wat rijdt en rolt. Papa’s bedrijf ligt naast ons ouderlijk huis. De tuin was voor mij één grote speeltuin met machines, kranen en tractoren. Ik was zeven toen ik voor het eerst op een kraan zat. Later beklom ik de grasmachine. Omdat ik niet genoeg woog, legde mijn vader betonstenen of een zak cement op de zitmaaier. Geleidelijk aan vroeg hij mijn hulp in het weekend en de vakanties. Ik amuseerde mij enorm.”

Bram studeerde tuinbouw, maar werkte eerst even bij Volvo Trucks en 2,5 jaar als kraanman bij Jan De Nul. “Als ik meteen bij mijn vader begin, is het waarschijnlijk voor de rest van mijn carrière’, redeneerde ik. Dat boezemde me angst in. Ik werkte graag voor Jan De Nul, maar de communicatie op de grote werven verliep vaak heel stroef, vooral door de vele talen die er gesproken werden. Mijn enthousiasme verminderde wat en op dat moment werkte een van mijn vrienden voor mijn vader. Hij overhaalde mij de stap te zetten.”

Hard werken en respect verdienen

Bram startte bij Groenburo in 2015 in loondienst, onderaan de ladder. Ik wou niet horen ‘de zoon van den baas komt het hier vertellen’. Sommigen werken al meer dan twintig jaar in het bedrijf. Zij weten het beter dan ik. Ik kreeg dezelfde opleiding als elke nieuwkomer. Ik wou eerst respect verdienen door hard te werken. Dat geldt toch voor iedereen die wil groeien in zijn job?”

Inmiddels heeft Bram voldoende kennis en ervaring en kan hij heel zelfstandig werken. “Toen ik nog thuis woonde, praatten we ‘s avonds dikwijls nog over het werk. Zo kwam ik veel te weten over de planning. Bijgevolg wist ik wat de volgende dag prioriteit moest krijgen. Sommige arbeiders begonnen me als baas te zien, terwijl ik dat eigenlijk nog niet was of ben.”

Sinds begin dit jaar zijn de taken duidelijker opgesplitst: Bram is verantwoordelijk voor de aanleg en Eric voor het onderhoud. “Geleidelijk aan zal ik vaders projecten overnemen en zelf nieuwe projecten aannemen.”

“Hopelijk vinden we voldoende geschikte mensen, want dat wordt een groot probleem”, vult Eric aan. “We werken nu al met verschillende nationaliteiten. Er gaan binnenkort drie ervaren medewerkers met pensioen en twee medewerkers vertrokken naar industriële bedrijven. We willen in 2020 naar 25 medewerkers groeien. We zullen al blij mogen zijn als we met 20 gemotiveerde medewerkers kunnen blijven draaien.”

Hoe groter het bedrijf wordt, hoe moeilijker het behoud van de familiale bedrijfscultuur, vindt Eric. “Tegen mij vertellen ze niet zoveel meer. Ze zien me nu als ‘de grote baas’. Er is wat afstand gegroeid en dat vind ik jammer, ja.” Bram kan daar vooral om lachen: “Ze vertellen nu alles aan mij! De drempel is lager. Ik werk ook met 90 procent van de collega’s samen op de werven.”

In vieren delen

Eric Van Himme is nog altijd de enige aandeelhouder. Ook in de raad van bestuur neemt hij alleen de beslissingen. Maar vader en zoon denken wel hardop na over de opvolging. “Ik heb mijn kinderen nooit gepusht om in dit bedrijf te komen. Bram zal mij hoogstwaarschijnlijk opvolgen. Daarnaast werkt ook mijn dochter Julie in de zaak. Zij studeerde interieur- en tuinarchitectuur en tekent nu als zelfstandige voor ons. Maar zij heeft geen ambitie voor een overname van het bedrijf.”

Eric Van Himme heeft vier kinderen. “Het is logisch dat op termijn alles in vieren verdeeld wordt, nadat het bedrijf en onze andere eigendommen gewaardeerd zijn. Er zijn verschillende opties. Ik kan bijvoorbeeld het vastgoed overlaten aan de drie anderen en het bedrijf aan Bram. Er moet sowieso een financieel evenwicht zijn. Ik wil ook niet dat de anderen kunnen ‘rentenieren’ en Bram bij wijze van spreken de rest van zijn leven voor zijn twee zussen en broer moet werken omdat hij een te hoge overnameprijs zou betaald hebben.”

Zoon Bram volgt nu, net als zijn vader destijds, een Plato-project. Binnenkort volgen ze samen ook een ander Voka-project, Familio, waarin verschillende familiale ondernemers en hun gezinsleden samen ervaringen uitwisselen. Dan zullen ze ook een familiecharter opstellen. Het wordt een kompas waarop de familie zich kan richten bij delicate kwesties, zoals de opvolging. Eric: “Zo’n charter tik je niet op een avond uit. Dat proces zal heel leerrijk zijn. Ik wil binnen vijf tot zes jaar de fakkel doorgeven, maar Bram kan perfect al vroeger als bedrijfsleider werken, zonder dat hij daarom meteen alle aandelen verwerft. Hij wordt wel best hoofdaandeelhouder. Dan kan je knopen doorhakken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content