Zweedse ex-premier Carl Bildt: ‘België heeft weinig ruimte om een schok op te vangen’
Met zijn hoge werkzaamheidsgraad, lange loopbanen, sterke bedrijven ondanks hoge loonkosten en een hoge plaats in de competitiviteitsrankings is Zweden al jaren een benchmark voor België. De architect van dat Scandinavische model, ex-premier Carl Bildt, waarschuwt wel: “België heeft met zijn begrotingstekort en hoge staatsschuld weinig ruimte om een schok zoals de coronacrisis op te vangen.”
Acht keer verwijst de Hoge Raad van de Werkgelegenheid in zijn jongste rapport naar Zweden. Met zijn werkzaamheidsgraad van 78,1 procent voor de 15- tot 64-jarigen (65,8% in België), zijn 16,3 procent inactieven (30,4% bij ons) en een effectieve uittredeleeftijd van 65,6 jaar (60,9 jaar in België), is het Scandinavische land een benchmark voor de rest van de Europese Unie. Dat is een gevolg van de indrukwekkende hervormingen die de toenmalige premier Carl Bildt aan het begin van de jaren negentig doorvoerde. Hij hervormde het pensioensysteem, bouwde stelsels voor vervroegde uittreding af en verlaagde de kosten op arbeid. Tot vandaag geldt Bildt als de man die de Zweedse economie opnieuw uitvond. Later werd hij wereldberoemd door zijn rol als ontmijner van onder andere politieke conflicten in de Balkan.
In België denkt men vaak dat iemand anders de problemen zal oplossen
Bildt gaf vorige week een lezing voor Voka Antwerpen-Waasland. Hij ontmoette er ook de Vlaamse minister-president, Jan Jambon (N-VA). Zweden blijft fascineren. Niet alleen wegens zijn goed draaiende arbeidsmarkt, ook door de gezondere overheidsfinanciën, de begroting in evenwicht en de staatsschuld van amper 33 procent van het bbp.
In competitiviteitsrangschikkingen staat Zweden in de top tien, met cijfers waarvan België en Vlaanderen alleen maar kunnen dromen. België staat tussen de twintigste en de vijftigste plaats. Met een werkzaamheidsgraad van 65 procent zijn er in ons land in verhouding 904.000 minder mensen aan de slag dan in Zweden. Het begrotingstekort dreigt richting 3 procent te gaan. Kunnen we Bildt, nu adviseur bij de European Council of Foreign Relations, inhuren om België in de richting van de Zweedse prestaties te sturen? “Neen, bedankt”, zegt Bildt met een monkellach. “Ik volg de Belgische politiek al jaren en weet dat de zaken hier zeer ingewikkeld zijn. Ik geef geen advies. De politici moeten zelf oplossingen formuleren.”
U was slechts drie jaar premier, maar hebt in die periode de economie fundamenteel hervormd. In België duurt zoiets tien tot vijftien jaar. U kunt toch advies geven?
CARL BILDT. “Ik kan alleen zeggen dat de hervormingen die we hebben doorgevoerd, er niet plots zijn gekomen. Bij belangrijke delen van de bevolking groeide het besef dat iets moest veranderen. We zaten in een economische crisis, onze concurrentiekracht was zwak, de fiscale druk was hoog en de werkloosheid bedroeg 12 procent. Never waste a good crisis. Het was niet gemakkelijk een meerderheid te vinden voor de hervormingen (Bildt moest werken met een centrumrechtse minderheid en gedoogsteun van populisten, nvdr), maar het is gelukt. België is anders, met zijn federaal systeem. Zweden is een meer unitaire staat. “De belangrijkste wetten zijn in zes maanden goedgekeurd, wat nooit gebeurd was in de Zweedse geschiedenis. Door de economische crisis kon het niet anders. De Zweedse welvaartsstaat botste op zijn grenzen en was te duur geworden. De hervormingen kregen veel tegenstand, onder andere van de vakbonden. Er was toen een uitgebreid systeem van uitkeringen en subsidies, dat maakte dat mensen veel te vroeg de arbeidsmarkt verlieten. Men wou dat niet opgeven. Het was een hard gevecht.”
U hebt het drie jaar volgehouden, en toen kwamen de sociaaldemocraten aan de macht.
BILDT. “De sociaaldemocraten waren tegen ons beleid, maar na een jaar onderschreven ze mijn keuzes grotendeels. Ze beseften dat er geen alternatief was. Terugkeren naar het beleid van de jaren zeventig was desastreus geweest.”
Ondanks de hoge arbeidskosten heeft Zweden een van de meest competitieve economieën van de wereld. Hoe komt dat?
BILDT. “Dat is eigen aan alle Scandinavische landen. Ze hebben zich aangepast. Ook Finland maakte in de jaren negentig een zware crisis door. De Sovjet- Unie, goed voor 25 procent van de Finse handel, stortte in elkaar. Ook Finland moest zijn concurrentiekracht versterken.
“Wat de hoge arbeidskosten betreft: je moet gewoon een hoge kwaliteit leveren. Ooit had Zweden een bloeiende textielindustrie en in de jaren zeventig behoorden we tot de belangrijkste scheepsbouwers ter wereld. Door de concurrentie van de lagelonenlanden blijft daar niets meer van over. Het duurde lang voor we aanvaardden dat onze werven in Malmö moesten sluiten. Maar nu zijn daar dubbel zoveel mensen aan de slag, vooral in start-ups. Malmö heeft ook het derde grootste windmolenpark in de wereld.”
U bent de vader van het Zweedse economische model. Begrijpt u dat men uw advies vraagt?
BILDT. “Ja. De Belgische economische cijfers zouden beter kunnen zijn.”
Dat is een understatement.
BILDT. “Ik probeer vriendelijk en diplomatisch te zijn. Je moet wel rekening houden met de specifieke en ingewikkelde politieke situatie. Die maakt het wellicht moeilijker hier hervormingen door te voeren dan in Zweden. Vergeet ook niet dat mijn land begin jaren negentig nog geen lid was van de Europese Unie. Wij moesten ons lot in eigen handen nemen. België heeft het voordeel en het nadeel dat het diep geworteld is in de Europese Unie. Dan denk je misschien vlug dat iemand anders je problemen wel zal oplossen. Dat zal niet gebeuren. Europa is zichtbaarder en dan is het besef van de eigen verantwoordelijkheid minder groot.”
Europa zal niet verscheurd geraken door een crisis. Crisissen brengen de EU veeleer samen. Europa is heel succesvol in het aanpakken van crisissen
Ziet u de bedreigingen voor België? Het begrotingstekort loopt op.
BILDT. “De Belgische staatsschuld is met 100 procent van het bbp bij de hoogste van Europa. Bovendien begeeft de economie zich door de coronacrisis opnieuw in troebel water. Er is weinig manoeuvreerruimte om een economische schok op te vangen.”
Zweden heeft, net als België, een hoge fiscale druk, maar de Zweden krijgen er meer voor terug, is vaak te horen. Klopt dat?
BILDT. “Dat weet ik niet. Mijn ervaring met de Belgische publieke dienstverlening is beperkt. Toen mijn echtgenote Europees Parlementslid was, woonden we in Brussel. We zijn ooit op de spoedafdeling van een Brussels ziekenhuis beland, omdat onze zoon had ‘s nachts een allergische reactie. Ik moet zeggen dat de dienstverlening optimaal was.”
Wat denkt u over het voortdurende gekibbel van de Belgische politici?
BILDT. “België is geen gemakkelijke plek. Midden jaren negentig heb ik België in detail bestudeerd, toen ik onderzocht welke constitutionele modellen als inspiratie konden dienen voor Bosnië. Ik moest vaststellen dat het vrij complex was ( grijnst).”
Hoe komt het dat de pensioenleeftijd zoveel hoger is in Zweden?
BILDT. “Begin jaren negentig hebben we ons pensioensysteem omgegooid. We schrapten heel wat uitkeringen bij vervroegd pensioen en stimuleerden mensen aan de slag te blijven. Vroeger bepaalde je loon bij je vertrek de omvang van je pensioen. Nu is het simpel: hoe langer je werkt, hoe beter het pen- sioen. Er is een soort psychologische omslag gekomen bij de mensen. De pensioenleeftijd is geleidelijk gestegen naar ongeveer 65 jaar, maar de effectieve pensioenleeftijd is zelfs nog hoger. Mensen blijven gewoon aan de slag. Maar toen was dat allemaal heel controversieel en een stevig gevecht. Mijn regering viel er bijna over. In Denemarken zijn enkele regeringen gestruikeld over gelijkaardige ingrepen.”
Zweden telt ook veel meer werkende vrouwen dan andere landen.
BILDT. “Dat gaat terug tot de jaren zestig, toen onze industrie een gebrek aan arbeiders had. In eerste instantie leidde dat tot immigratie van Italianen, Joegoslaven en vooral Finnen. Vervolgens werd het belastingsysteem aangepast, om vrouwen te stimuleren deel uit te maken van de beroepsbevolking.”
Waarom is Zweden nooit in de eurozone gestapt?
BILDT. “Omdat we een referendum daarover in 2003 verloren. Jammer. Tijdens de eurocrisis is het imago van de euro ook veranderd, waardoor er nu weinig publieke steun is om toe te treden tot de eurozone. Ik ben er nog altijd voorstander van, maar ik zie het niet meteen gebeuren.”
Hoe kijkt u naar de werking van de EU? Leven we in gevaarlijke tijden?
BILDT. “De uitdagingen zijn groot. De coronacrisis bepaalt nu de vooruitzichten voor de wereldeconomie. Die zou 0,5 procentpunt minder snel groeien, áls het coronavirus grotendeels onder controle blijft. Ik denk dat het eerder 1,5 procentpunt zal zijn. Al kan het verschillen van land tot land. Staten met hoge schulden, zoals België en zeker Italië, zullen het niet gemakkelijk hebben, door hun beperkte budgettaire bewegingsruimte.”
Zijn onze Europese politieke leiders sterk genoeg om een tegenwicht te vormen tegen figuren als de Chinese leider Xi Jinping, de Amerikaanse president Donald Trump of de Russische president Vladimir Poetin?
BILDT. “De Europese Unie is niet gebouwd voor de wereld waarin we nu leven. Ze dateert uit een tijd van een stabiel veiligheidssysteem met de Verenigde Staten en van een toenemende vrijhandel. Voor dreigende handelsoorlogen met China, het Rusland van nu en een disruptieve VS is de EU niet klaar. Maar ze kan zich aanpassen.”
U was als minister van Buitenlandse Zaken voorstander van een toetreding van Turkije tot de EU. Bent u dat nog, gezien het huidige autocratische bestuur in Turkije?
BILDT. “( Zucht) Je moet het debat in een breder perspectief bekijken. Tussen 1990 en 2000 kende Turkije een interessante evolutie, van een autoritair militair systeem naar een democratie gebaseerd op vrijemarktprincipes. Dat gebeurde aanvankelijk met de goedkeuring van de Turkse president Erdogan. Dat moest je aanmoedigen. Maar het is anders uitgedraaid. Waarom? De Turken geven de voormalige Franse president Nicolas Sarkozy de schuld, die Turkije niet in de EU wou omdat het land zwaarder zou wegen dan zijn eigen land. Ankara keerde zich meer naar het oosten en werd meegesleept in het moeras van de Syrische burgeroorlog.”
U kent de Balkan goed. U was daar in de jaren negentig diplomatiek bemiddelaar. Dreigt een nieuwe migratiecrisis vanuit Turkije?
BILDT. “Die crisis kan worden opgelost. We weten wat gebeurd is. Erdogan zette vluchtelingen op bussen naar de grens om druk te zetten op de EU. Sinds het nieuwe offensief van Syrië en Rusland komen er aan de Turkse grens honderdduizenden vluchtelingen bij. Erdogan vangt al de meeste vluchtelingen ter wereld op. Moeten er nog bij komen? De Balkan kent ook andere uitdagingen.”
Zoals?
BILDT. “Jongeren trekken er weg. Uit Servië, Bosnië maar zelfs uit het EU-land Kroatië. Ze gaan richting Duitsland. Ze zien weinig kansen in eigen land.”
U voorspelde dat de Europese top rond de meerjarenbegroting, de eerste van president Charles Michel, zou mislukken.
BILDT. “Dat was gemakkelijk te voorspellen. Het patroon is bekend. Elke zeven jaar heb je dat soort Europese burgeroorlog over het geld. Het eerste gevecht is een loopgravenoorlog met overal bloed. Daarna worden de posities bekeken en uiteindelijk wordt een compromis bereikt. Ik reken op drie EU-toppen voor er een akkoord is. Ik verlies mijn vertrouwen in de Europese instellingen niet. Ik zeg niet dat dat normaal zou moeten zijn, maar niemand was verrast.”
Wat vindt u van de brexit?
BILDT. “Die is zeer jammer. Het risico op een harde brexit bestaat nog altijd, als ik premier Boris Johnson hoor. De kans is zelfs zeer groot. Onder andere rond visrechten wordt het een moeilijk gesprek.”
Ondanks al die problemen blijft u vrij optimistisch over de toekomst van Europa.
BILDT. “Als je naar de EU-toppen van regeringsleiders en staatshoofden van de jongste vijftien jaar kijkt, zie je een soort mechanisme dat crisissen regelt, of het nu over migratie, corona of iets anders is. Het zijn allemaal vrij kleine landen en ze begrijpen allemaal wel dat ze het niet op hun eentje kunnen bolwerken. Dat betekent dat Europa niet verscheurd zal geraken door een crisis. Crisissen brengen de EU veeleer samen. Europa is heel succesvol in het aanpakken van crisissen.”
U bent ook de vader van de liberalisering van de Zweedse telecomsector. Wat vindt u van de moeilijke uitrol van 5G?
BILDT. “We moeten trots zijn dat we in Europa met Ericsson en Nokia twee bedrijven hebben die daarin tot de wereldtop behoren. De VS zijn een beetje ten einde raad, omdat ze zien dat de Chinezen komen en ze zelf geen alternatief hebben. Ze zien met enige tegenzin dat er in Europa wel een alternatief is. Veiligheidsoverwegingen moeten heel serieus genomen worden, wat wij trouwens al lang doen in Zweden. Dat heeft te maken met onze ligging die ons blootstelt in andere opzichten. We willen de controle over cruciale delen van onze digitale infrastructuur niet verliezen.”
U bent 70. Wat zijn uw toekomstplannen?
BILDT. “Naar Amerikaanse normen ben ik nog vrij jong ( lacht). De meesten die er president willen worden, zijn aanzienlijk ouder dan ik. Ik heb een aantal opdrachten, zoals bij de Europese raad van buitenlandse relaties, en werk samen met een aantal organisaties. Ik reis eigenlijk te veel, hoewel mijn inbox momenteel vol zit met afgelaste meetings en conferenties.”
Tot slot, hebt u ergens spijt van?
BILDT. “Uiteraard, maar het zou te lang duren om daarover uit te wijden. Ik bracht onlangs al een boek uit, in het Zweeds, maar daar kan ik een apart boek over schrijven ( lacht).”
Bio
– Geboren op 15 juli 1949 in Halmstat
– Groeit op in een oude adellijke Zweedse familie
– 1979: parlementslid voor de conservatieve Moderata samlingspartiet
– 1986-1999: partijvoorzitter
– 4 oktober 1991 tot 1 oktober 1994: premier van de Zweedse regering
– 1995-1997: bijzonder gezant van de Europese Unie en de Verenigde Naties in de Balkan. Begeleidde het vredesproces in Bosnië
– 2006-2014: minister van Buitenlandse Zaken
– Co-voorzitter en adviseur bij the European Council Foreign Relations
– Trustee bij de RAND Corporation (VS)
– Senior advisor bij de Wallenberg Foundation (Zweden)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier