Wat als de Partij Van de Arbeid (PVDA) het voor het zeggen heeft?
De jongste peilingen hijsen de PVDA/PTB naar de derde plaats in Wallonië. In Vlaanderen zou de partij de kiesdrempel overschrijden. In afwachting neemt de invloed van de radicaal-linkse partij bij de vakbonden toe, en bespelen de partijbazen Raoul Hedebouw en Peter Mertens handig de media. Maar wat als het sociaaleconomische partijprogramma van de PVDA uitgevoerd wordt?
” Ik begrijp dat de lezers van Trends, of toch sommigen onder hen, zich ongerust maken over ons programma”, lacht David Pestieau, directeur van de studiedienst van de Partij van de Arbeid/Parti du Travail de Belgique (PVDA/PTB) en een trouwe lezer van het magazine, bij ons eerste contact. Voorlopig hoeven ze zich geen zorgen te maken dat de partij aan de macht komt, ondanks de gunstige peilingen. Radicaal links – haar leiders verkiezen die term boven extreem links – wil eventueel pas over een vijftiental jaar regeren. Want de partij wil haar programma ruimschoots kunnen uitvoeren, en niet als versterking dienen in een bredere coalitie in ruil voor enkele ‘trofeeën’.
Wie het PVDA-programma leest, stuit meteen op een dilemma. “Dit is een partij die zich aandient als een oppositiekracht”, zegt de econoom Philippe Ledent (ING, UCL). “Dat leidt tot extremere standpunten dan bij partijen die willen deelnemen aan de macht. Het is dan ook moeilijk om een onderscheid te maken tussen de communicatie naar de electorale doelgroepen, en wat de partij in werkelijkheid wil realiseren.” Elk partijapparaat dat zichzelf respecteert, beweert uiteraard dat het zijn programma integraal wil uitvoeren als de politieke omstandigheden dat mogelijk maken. Bij de PVDA is dat niet anders. “Voor een rationeel econoom is het duidelijk: dit programma is onuitvoerbaar”, voert Ledent aan. Heel wat standpunten doen inderdaad de wenkbrauwen fronsen.
1. De succesformule: een miljonairstaks
Het moet gezegd, de PVDA kan haar ideeën goed verkopen. Miljonairstaks zegt zoveel meer dan belasting op het vermogen. De partij oppert een heffing van 1 procent vanaf 1 miljoen euro, 2 procent tussen 2 en 3 miljoen euro en 3 procent boven 3 miljoen euro. Gezinswoningen en bedrijfspanden kunnen tot 500.000 euro uit de berekening gehouden worden. Volgens de partij zouden zowat 88.000 gezinnen de miljonairstaks moeten betalen, wat elk jaar 8 miljard euro in de staatskas zou doen vloeien.
Concreet komt het erop neer dat iemand die over een vermogen van 5 miljoen euro beschikt, na de vrijstelling van 500.000 euro voor zijn woning, jaarlijks 75.000 euro belastingen betaalt of een effectief belastingtarief van 1,5 procent. Om zijn patrimonium in stand te houden moet die persoon er dus voor zorgen dat zijn investeringen minstens 1,5 procent opbrengen, en zelfs 1,66 procent als er rekening mee gehouden wordt dat de gezinswoning niets opbrengt zolang ze bewoond is. De partij wil verder het hoogste belastingtarief in de personenbelasting (50%) optrekken tot 52,5 en zelfs 55 procent. De laagste inkomensschijven worden dan weer minder belast.
Zullen welgestelde Belgen in zo’n geval hun vermogen niet naar het buitenland verkassen? Toen de Franse regering een miljonairstaks invoerde, kwamen nogal wat vermogende Fransen naar België. “De ervaring in Frankrijk wijst net uit dat het risico miniem is”, reageert Pestieau. “Volgens een rapport van de Franse Senaat heeft amper 2 procent van de vermogensbelastingplichtigen het land verlaten.” Partijvoorzitter Peter Mertens wijst erop dat de miljonairstaks niet zo indrukwekkend is. In tegenstelling tot vroegere communistische partijen pleit PVDA/PTB niet voor een onteigening of het beslag op een deel van het vermogen.
“De vergelijking met Frankrijk gaat niet op”, reageert Marc Bourgeois, medevoorzitter van het Tax Institute aan de Luikse Universiteit. “De grootte van het land en de gehechtheid van de burgers kunnen niet vergeleken worden. Ik denk dat men veel gemakkelijker een klein land als het onze de rug toekeert.”
“Hoe rijker de belastingplichtige, hoe meer het sop de kool waard is”, voegt de Luikse fiscalist eraan toe. Voor enkele duizenden euro’s stort men zich niet in een buitenlands avontuur, maar naarmate het vermogen toeneemt, evolueert ook het kosten-batenplaatje. De allergrootste fortuinen dreigen als eerste te vertrekken. Maar volgens de PVDA moet het rijkste 1 procent van de bevolking 7 van de 8 miljard euro verwachte inkomsten aandragen. Het risico is dan ook groot dat het verwachte bedrag niet gehaald wordt.”
“Kapitaal is het meest mobiele productiemiddel”, beaamt Philippe Ledent. “Als het te zwaar belast wordt, vlucht het weg en verliest het land inkomsten.”
2. Minder werken om meer te verdienen
De hele linkerzijde komt tegenwoordig op voor de 32-urige of de vierdaagse werkweek. Radicaal links kon niet achterblijven en eist de 30-urige werkweek. “Dat stemt overeen met de effectieve gemiddelde arbeidsduur als rekening gehouden wordt met de vele deeltijdse jobs”, verduidelijkt Pestieau, die ervan overtuigd is dat door de technologische evolutie de behoefte aan arbeidskrachten in de ondernemingen zal dalen. Vandaar het idee van arbeidsverdeling.
De PVDA wil arbeidsduurvermindering zonder loonverlies. “De productiviteitswinsten worden vandaag opgeslorpt door de dividenden. We geven er de voorkeur aan ze terug te laten vloeien naar de werknemers”, verklaart Pestieau. “De vermindering van het aantal werkuren zou geleidelijk gebeuren. Zo’n maatregel bevordert de productiviteit en verlaagt het aantal afwezigheden wegens allerlei ziektes. Dat bespaart de maatschappij en de werkgevers kosten.”
Er zou dus iets minder gewerkt, maar iets meer verdiend worden. Nochtans vinden alle partijen, met weliswaar verschillende accenten en antwoorden, dat de arbeidskosten zeer hoog zijn in België en dat ze een handicap vormen voor onze concurrentiepositie. Alle partijen, behalve één: de PVDA. “Het zijn de kapitaalkosten die wegen op de economie en op de ondernemingen”, staat in haar programma te lezen. “De uitkering van dividenden aan de grote aandeelhouders is in acht jaar tijd verdrievoudigd (in het communistische jargon zijn de aandeelhouders altijd groot, nvdr). Als uw baas u vandaag vertelt dat uw loon moet bevroren worden, dan is dat omdat de aandeelhouders hogere dividenden eisen.”
De PVDA wil het over een andere boeg gooien en de loonstijging financieren met een verlaging van de dividenden. Ze begint met het minimumloon op te trekken tot 60 procent van het gemiddelde brutoloon. Dat is niet min: het minimumloon van een arbeider zou toenemen van 1501,82 euro tot 1980 euro (60 procent van 3300 euro, het gemiddelde brutoloon volgens de tabellen van de federale overheidsdienst Economie).
Dat loon zou ook niet lang op dat niveau geblokkeerd blijven. De PVDA is voorstander van de onvoorwaardelijke afschaffing van de wet van 1996 op de loonmatiging (“Vakbondsvrijheid om krachtsverhoudingen op te bouwen en te onderhandelen met het oog op het bekomen van interprofessionele loonsverhogingen”), en wil bovendien voor de aanpassing aan de levensduurte terugvallen op de klassieke index in plaats van de gezondheidsindex. In die laatste is de prijs van benzine en diesel, noch die van tabak en alcohol begrepen. Daardoor wijzigt hij minder snel dan de klassieke index. De gezondheidsindex maakt het bijvoorbeeld mogelijk de accijnzen te verhogen zonder dat het een weerslag heeft op de loonindexering.
“Bedrijven zullen zich afvragen of het nog de moeite is om hier te blijven”, zegt Ledent. “Hoe minder interessant de vergoeding van het kapitaal, hoe minder mensen bereid zijn het risico te nemen om hun geld te investeren in de ontwikkeling van een onderneming. Het gevaar bestaat dat onze economie snel droog komt te staan.”
3. Werknemerspensioen wordt ambtenarenpensioen
Over de pensioenen is de PVDA duidelijk: we schrappen de maatregelen die de jongste jaren genomen werden om de loopbanen te verlengen. De partij gaat dus uit van het pensioen op 65, het recht op vervroegd pensioen vanaf 60 en brugpensioen vanaf 58 jaar (na een loopbaan van 35 jaar). Dat zal wellicht een groot deel van de bevolking verheugen, maar beslist niet de Europese instanties. Die zijn blij met de hervorming van minister Daniel Bacquelaine (MR), die op termijn de explosie van de pensioenuitgaven een halt kan toeroepen. Om die reden brengt Europa ook begrip op voor België, ook al respecteert het zijn budgettair traject en zijn schuldenafbouw niet. Terugkrabbelen op dat vlak zou betekenen dat elders meer bespaard moet worden om een Europese sanctie te vermijden. Maar de PVDA stelt zich resoluut buiten het Europese kader. Ze eist de opheffing van het Verdrag van Lissabon en het stringente Europese begrotingsbeleid.
Om de koopkracht van de gepensioneerden te verbeteren, wil de PVDA de pensioenen van de loontrekkenden geleidelijk gelijkschakelen met de ambtenarenpensioenen. Kan dat betaald worden met een deel van de miljonairstaks (zelfs als die de verhoopte 8 miljard opbrengt) en de strijd tegen de fiscale fraude? De statistieken van de Rijksdienst voor Pensioenen situeren het gemiddelde overheidspensioen op 2341 euro en het gemiddelde privépensioen op 1063 euro, of 1563 euro als enkel rekening gehouden wordt met het ‘gezinspensioen’. Grof geschat wil de PVDA de privépensioenen dus verdubbelen, wat de uitgaven zou opvoeren van 21 tot 42 miljard euro. Dat is een vijfde van alle overheidsontvangsten, sociale bijdragen inbegrepen.
“Is het wel correct om vanuit het oogpunt van de solidariteit tussen de generaties zo veel geld uit te geven voor een vijfde van de bevolking?”, vraagt Jean Hindriks, professor economie aan de UCL en pensioenspecialist, zich af. “We mogen niet vergeten dat het vermogen van de Belgen voor 50 procent in handen is van gepensioneerden. Dat is ook logisch, men bouwt zijn patrimonium in de loop van zijn leven op.”
4. Nationaliseer de ondernemingen
De controle van de overheid op de productiemiddelen is de basis van de communistische visie op de economie. De PVDA pleit dan ook voor een postbedrijf dat helemaal in handen is van de staat, voor de oprichting van een overheidsbank (Belfius is voor haar blijkbaar niet genoeg) en voor de aanwerving van duizenden mensen in het onderwijs (vooral in het lager onderwijs om het aantal leerlingen per klas te beperken tot 15) en in de rusthuizen. Ook de energiesector moet genationaliseerd worden.
De PVDA houdt geen rekening met schadevergoedingen bij een nationalisering. “Gezien de voordelen die het al genoten heeft en de kolossale schuld die de verwerking van het nucleaire afval met zich brengt, is er a priori geen reden om Electrabel-moeder Engie schadeloos te stellen”, bevestigt Pestieau. De operatie lijkt geïnspireerd op het beleid van Hugo Chavéz in Venezuela. Maar hij kon profiteren van de stijging van de olieprijzen, terwijl de elektriciteitsproducenten tegenwoordig niet bepaald denderende marges maken. Het is dan ook maar de vraag of de overheid er wel goed aan doet om zich in zo’n wispelturige sector te wagen.
Ledent maakt zich zorgen over de weerslag van nationaliseringen. “Als energie strategisch is, waarom dan morgen niet andere sectoren nationaliseren, zoals de banken?”, vraagt hij zich af. “In een economie waarin de overheid op elk moment kan beslissen om een onderneming of een sector te nationaliseren, geef ik het geen tien jaar voor er een dramatische toestand ontstaat.” En dan hoeft ook niet meer gehoopt te worden op buitenlandse investeerders om zich in België te vestigen.
Christophe De Caevel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier