Waarom een lijntje coke nooit duurder wordt

COCAÏNE Een miljardenbusiness maakt Antwerpen onveilig. © Getty Images/iStockphoto
Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Algemeen hoofdredacteur van Trends-Kanaal Z

Een lijntje cocaïne kost al zeker vijftien jaar zo’n 50 euro. Zijn drugsbaronnen superieure managers die hun kosten op een indrukwekkende manier onder controle houden? Nee, het blijven criminelen. Ze schakelen de vrije markt uit. “De sleutelspelers willen vooral stabiliteit. Ze spreken onderling de prijs af”, zegt criminoloog Jelle Janssens.

De ophefmakende afrekeningen die het Antwerpse al enkele jaren teisteren, druisen eigenlijk volledig in tegen de manier waarop de internationale drugsmaffia wil opereren. De grote drugskartels vinden stabiliteit zo belangrijk dat ze al bijna vijftien jaar de prijs van cocaïne gelijk houden.

“De prijzen van xtc en andere synthetische drugs zijn veel volatieler dan die van cocaïne. Zeker vanaf 2008 kunnen we zeggen dat de prijs van een gram cocaïne in de meeste Vlaamse steden rond 50 euro schommelt”, zegt Jelle Janssens, docent criminologie aan de UGent met een specialisatie in de georganiseerde misdaad. “De coke-economie wordt gedomineerd door een beperkt aantal machtige sleutelspelers die vooral stabiliteit willen. Het zijn slimme ondernemers die elkaar liever niet de duvel aandoen en willen vermijden dat prijsconcurrentie leidt tot een drugsoorlog. Ze spreken onderling de prijs af. We noemen het niet voor niks drugkartels.”

“Natuurlijk hebben zij ook af te rekenen met de volatiele grondstoffenprijzen of onvoorziene kosten. Die wegen dan even op hun marges, maar de cocaïnekartels hebben een uniek voordeel: ze zijn niet alleen zeker van hun aanbod, maar ook van de vraag. Een lijntje coke is geen handtas of een auto. Je moet een cocaïnegebruiker niet overtuigen met reclame. Cocaïne verkoopt zichzelf, door de tijdelijke roes van onoverwinnelijkheid en energie die het geeft. De koek is groot genoeg voor iedereen en dat bepaalt mee waarom de eindprijzen zo stabiel zijn.”

In en rondom Antwerpen is nochtans niet veel te merken van die stabiliteit. Het regent afrekeningen tussen de drugsclans.

JELLE JANSSENS. “Het blijven natuurlijk illegale ondernemingen. Een normaal bedrijf kan naar de rechtbank trekken, om de naleving van een contract of een schadevergoeding af te dwingen. In de drugswereld kan dan niet, geweld is de enige optie. In de afrekeningen in het Antwerpse zit nog een extra dimensie. Het is gebruikelijk dat de lokale distributeurs in Europa geld bijleggen om het transport vanuit Latijns-Amerika te financieren. Een grote lading kan gemakkelijk een waarde van 50 miljoen euro hebben. In 2016 is zo’n lading in Antwerpen verdwenen en sindsdien is het vertrouwen tussen de plaatselijke clans volledig zoek.

Een lijntje coke is geen handtas of een auto. Je moet een cocaïnegebruiker niet overtuigen met reclame. Cocaïne verkoopt zichzelf

“De cocaïnehandel is een kluwen van tussenpersonen met veel afhankelijkheidsrelaties. Iedereen kan wel op de een of andere manier verraden worden. Zelfs de machtige kernorganisaties, zeg maar de grote drugsbaronnen à la Pablo Escobar destijds, zijn op veel vlakken kwetsbaar voor verraad. Zoals in de rest van de georganiseerde misdaad probeert de drugsmaffia in de eerste plaats loyauteit af te kopen. Ze zorgen voor hun mensen en voor hun families. Maar criminelen zijn goede leerlingen van de politieke filosoof Machiavelli. Geliefd zijn is niet voldoende om te heersen, je moet ook gevreesd worden en geweld gebruiken.”

Hoe kunnen een paar kartels of kernorganisaties de cocaïnemarkt controleren?

JANSSENS. “Zij verbinden de productie in Latijns-Amerika, waar ze eigenlijk de enige grote afnemers zijn, met de lokale distributie op de eindmarkt. Dat kost enorm veel geld. Zij schieten soms ook geld voor en fungeren als bank voor de tussenschakels, zoals de labo’s en de distributiecentra aan beide kanten van de oceaan. In de drugshandel vormt logistiek de grootste kostenpost. Daarvoor moeten de meeste mensen omgekocht worden, van de douanier of de politieman in pakweg Colombia tot de havenarbeider in Antwerpen. De kernorganisaties moeten als centrale spil een zeer goed internationaal netwerk hebben van mensen die compleet te vertrouwen zijn. Pablo Escobar is berucht vanwege zijn activiteiten als drugsbaron, maar hij begon als smokkelaar die auto-onderdelen en grafstenen vanuit Peru naar de Verenigde Staten verscheepte. Het netwerk dat hij daarvoor uitbouwde, heeft hij daarna veel beter kunnen verzilveren met drugs. Sociaal kapitaal is even belangrijk als geld.”

Hoe goed zijn die kartels echt? In de haven van Antwerpen is in 2021 meer dan 90 ton cocaïne in beslag genomen. Dat is een record.

JANSSENS. “De overheid schat dat ze 10 à 20 procent kan onderscheppen. Als je zeer pessimistisch rekent, en ik vrees dat we dat moeten doen, dan kan er jaarlijks nog altijd meer dan 800 ton langs Antwerpen passeren. Dat vertegenwoordigt een straatwaarde van minstens 40 miljard euro. Die cocaïne wordt niet allemaal in Vlaanderen verdeeld. Minstens 80 procent wordt weer uitgevoerd naar andere landen. Maar het illustreert de enorme omvang van de business. De drugshandel is voor iedere schakel in de keten lucratief, maar men gaat er van uit dat de kleinhandel er het meest aan verdient. Zij moeten ook wel de meeste risico’s nemen. Vergeet ook niet dat die kartels niet al hun eieren in één mand leggen. Ze verdelen ook synthetische drugs of bouwen een netwerk van legitieme bedrijven op.”

Als dealers nog bij hun mama wonen, dan is het omdat ze al dat zwart geld niet kunnen witwassen. Je kan met cash uit de drugshandel geen huis kopen

De invloedrijke econoom Steven Levitt zegt dat drugs niet voor iedereen lucratief zijn. De meeste dealers wonen nog bij hun mama, beweert hij.

JANSSENS. “Ik ken dat Amerikaanse onderzoek niet, maar in Vlaanderen kunnen dealers veel geld verdienen. Het tv-programma Pano had enkele jaren geleden een getuigenis van een dealer die tot 6.000 euro per maand verdiende. Wij hebben ook al getuigenissen van 25.000 euro per uur opgetekend, maar dat was voor synthetische drugs, en gedetineerden durven nog al eens te overdrijven (glimlacht). Als dealers nog bij hun mama wonen, dan is het omdat ze al dat zwart geld niet kunnen witwassen. Je kunt met cash uit de drugshandel geen huis kopen.

JELLE JANSSENS
JELLE JANSSENS “Geliefd zijn is niet voldoende om te heersen in het drugsmilieu, je moet ook gevreesd worden.”© Boumediene Belbachir

“Bovendien doen veel dealers gewoon al hun geld op, ze zijn niet zo goed in financiën. Maar ik sluit niet uit dat we over een tiental jaar succesvolle ondernemers hebben in België die volledig legaal bezig zijn, maar hun eerste kapitaal wel hebben verdiend met drugs.”

In de drugsoorlog viseren de clans ook handelszaken, die belangrijke witwaskanalen zouden zijn voor de lokale distributeurs.

JANSSENS. “Het is gebruikelijk dat de drugsbendes aan familie of vrienden vragen een bedrijfje te beginnen. Dat is dan een supermarktje, een massagesalon, een carwash, een shishabar, een restaurant… Het belangrijkste is dat er veel zwarte cash kan binnenkomen die witgewassen kan worden.

“De drugsbendes investeren meestal ook mee en geven hun stromannen de belofte dat ze binnen enkele jaren hun inleg terugverdiend hebben. Bart De Wever wil dat hij en andere burgemeesters meer macht krijgen om zulke louche handelszaken aan te pakken of zelfs te verbieden. Maar het is wel een feit dat zo’n ingreep de vrijheid van ondernemen aantast. Iedereen die pakweg een carwash begint of een andere zaak waar veel in cash betaald wordt, dreigt geviseerd te worden. Het is geen wonder dat sommige politici de nieuwe wet op bestuurlijke handhaving niet zien zitten, ze vormt in zekere zin een rem op het ondernemerschap.”

Worden de dekmantels goed onderzocht?

JANSSENS. “De politie heeft nu gespecialiseerde teams om die geldstromen te volgen, want de doorsneepolitieman wil vooral criminelen op heterdaad betrappen. Maar de lat voor de bewijslast ligt hoog in die witwasdossiers. In praktijk zien we ook dat in de loop van de vervolging de verbeurdverklaringen stelselmatig afgezwakt worden, omdat de speurders weinig waterdicht kunnen bewijzen. Dat is geen louter Belgisch fenomeen. In Nederland zijn er cases waarbij speurders schatten dat er 250.000 euro aan cash en luxewagens of andere zaken in beslag genomen kan worden, en dat de rechter uiteindelijk beslist dat er maar genoeg bewijs is om 30.000 euro aan te slaan.”

Boekhouders kunnen een veel belangrijkere rol spelen in de strijd tegen georganiseerde misdaad

Follow the money is een dood spoor. Het levert niet genoeg op?

JANSSENS. “Toch niet, het is een heel goed principe dat criminaliteit niet mag lonen. We moeten nog intensiever op die geldsporen of de connecties in de witwaskanalen werken. Dan kunnen we het netwerk pas echt goed in kaart brengen. Daarvoor moet de overheid veel meer bewustzijn creëren in bepaalde sectoren. Zo melden advocaten en boekhouders melden het minst van alle sectoren verdachte bedrijven aan de overheid. Een boekhouder moet zich toch vragen stellen als de omzet van een klant zonder een aannemelijke verklaring plots van 100.000 naar 500.000 euro gaat? Boekhouders kunnen een veel belangrijkere rol spelen in de strijd tegen georganiseerde misdaad.

“Tegelijk moeten we nadenken of de bewijslast echt zo hoog moet liggen. Ooit vond de politie een drugslabo in een oude loods. Nadien bleek dat die gehuurd werd voor 15.000 euro per maand in cash. De eigenaar kan dan toch niet beweren dat hij niet wist dat zijn huurders louche zaken aan het doen waren? Iedereen die op de een of andere manier de drugshandel mogelijk maakt, zou veroordeeld moeten kunnen worden.”

Sommigen pleiten voor een legalisering van drugs zoals cocaïne. Je kunt die oorlog toch niet winnen.

JANSSENS. “Ik heb sympathie voor hun argumenten, maar de voorstanders gaan in mijn ogen veel te gemakkelijk over bepaalde problemen. We riskeren door de Verenigde Staten als een schurkenstaat gezien te worden en sancties te krijgen. Met een legalisering zul je ook nooit de hele illegale drugshandel doen verdwijnen. Het zal bijvoorbeeld nog lucratief zijn om aan minderjarigen drugs te verkopen. Bovendien heeft alleen de georganiseerde misdaad de kennis en de kunde om harddrugs te maken en te verkopen. Na de val van de Sovjet-Unie hebben we gezien hoe louche figuren de geprivatiseerde staatsbedrijven in handen kregen. Het is goed mogelijk dat een gelegaliseerde drugshandel in hun handen valt.

Alleen de georganiseerde misdaad heeft de kennis en de kunde om harddrugs te maken en te verkopen. Het is goed mogelijk dat een gelegaliseerde drugshandel in hun handen valt

“We mogen ons ook niet rijk rekenen. Een lading coke is misschien 50 miljoen euro waard. Een cannabisplantage met vijf oogsten per jaar brengt misschien 18 miljoen op, een synthetischedrugslabo 144 miljoen… Je kunt daar veel belasting op heffen, maar tegelijk zal je ook veel moeten investeren in de hulpverlening. We zien nu al dat de betere kwaliteit van cocaïne en cannabis het risico op ernstige aandoeningen vergroot. De meeste mensen hebben daar geen last van, maar een minderheid reageert er slecht op en maakt zware psychoses door. Zulke mensen kunnen voorgoed gebroken worden. Dat kost de maatschappij ook veel.”

Toch lijkt het een onbegonnen zaak om hier de coke te bannen. Kan dat wel aan de bron in Latijns-Amerika?

JANSSENS. “Neen. Daarvoor zit de politiek-economische situatie er tegen. Voor boeren daar is de teelt van cocaplanten veel lucratiever dan die van andere gewassen. Subsidies voor de teelt van maïs of aardappelen kunnen vaak het inkomensverlies niet compenseren of zijn niet opgewassen tegen de intimidaties van drugsbendes. Die profiteren ook voortdurend van de strijd tussen de politieke blokken in die landen, die daar veel harder is dan in het Westen. Er is wel altijd een factie die de drugshandel wil tolereren in ruil voor de steun van een privémilitie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content