Voka wil flexibiliteit arbeidsmarkt verhogen met derde statuut

Hans Maertens, topman van Voka © BELGAIMAGE

De Vlaamse arbeidsmarkt is niet klaar voor de 21e eeuw: een meer flexibele arbeidsmarkt zou meer jobs opleveren. Dat zegt de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka na een bevraging bij 400 Vlaamse ondernemers. Ze pleit voor een derde statuut, tussen dat van werkgever en zelfstandige in.

Volgens Voka-topman Hans Maertens is de arbeidsmarkt niet aangepast aan nieuwe vormen van werken die steeds meer ingang vinden. Denk maar aan flexi-jobs, jobdelen, mensen die werken voor Uber of geld verdienen met Airbnb. Ook zeven op de tien bevraagde ondernemers vinden de arbeidsmarkt te weinig flexibel.

‘Heel wat, vaak jongere, mensen, kiezen bewust voor freelance’, stelt Maertens, maar ‘we zitten met een oude arbeidsmarkt die flexibiliteit maar met mondjesmaat toelaat’. Dat leidt tot een ‘ad-hocbeleid’, waarbij er voor elke behoefte een andere oplossing op maat wordt gezocht. Maar dat leidt tot verwarring bij de ondernemers, klinkt het.

Voka pleit daarom voor een grondig debat over de arbeidsmarkt van de toekomst. De werkgeversorganisatie denkt aan een derde statuut, tussen dat van werknemer en zelfstandige in. ‘Het reguliere werknemersstatuut is vaak te duur en te rigide om vlot te kunnen inspelen op flexibele vragen uit de markt’, klinkt het. Een derde statuut, dat voorziet in voldoende bescherming en minimale rechten en tegelijkertijd ook ruimere flexibiliteit, inzetbaarheid en autonomie toelaat, kan een oplossing zijn, luidt het.

Maertens verwijst naar voorbeelden in Nederland, waar de regering een statuut wil uitwerken voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en het Verenigd Koninkrijk (met het statuut ‘worker’).

‘In ons land zijn er geen goede regelingen voor flexibele en atypische arbeid. De scheiding tussen werknemer en zelfstandige wordt steeds dunner en nieuwe arbeidsvormen zijn in opmars, onze arbeidsmarkt moet zich hieraan aanpassen’, besluit Voka.

Partner Content