Luc Huysmans
‘Terugdraaiende teller is politieke bom’
De beslissing van het Grondwettelijk Hof om het systeem van de terugdraaiende tellers af te schaffen voor zonnepanelenbezitters, legt op pijnlijke manier de lichtzinnigheid van het energiebeleid aan. Die vertaalt zich in de onontwarbare factuur.
Het Grondwettelijk Hof tilt er vooral zwaar aan dat de Vlaamse regering haar bevoegdheden overschreed, en zich op het federale terrein waagde. Dat klinkt juridisch, maar eigenlijk gaat het om keiharde cash.
Op de elektriciteitsfactuur die bij u en mij thuis belandt, staan immers kosten voor een aantal federale bevoegdheden. Er is de Federale Bijdrage, die de kosten omvat voor het Sociaal Fonds en het Kyoto Fonds, de Federale Ombudsdienst, de werkingskosten voor de federale energieregulator CREG, en het nucleair passief. Daarnaast zijn er de kosten voor hoogspanningsnetbeheerder Elia, waarmee onder andere de subsidies worden gedekt voor de offshorewindparken. Dat is geen klein bedrag: het onderzoekscentrum Energyville becijferde dat die tussen 2019 en 2030 uitkomen op 800 miljoen euro per jaar, waarna ze langzaam afnemen.
Uw bijdrage aan die kosten is echter gekoppeld aan uw verbruik. Door de zonnepanelenbezitters toe te laten de terugdraaiende teller te behouden, werden die de facto grotendeels vrijgesteld van die taksen. Waardoor Vlaanderen niet alleen besliste hoe die federale taksen werden verdeeld over de bevolking, wat haar bevoegdheid niet is, maar daarbovenop ook een gat sloeg in de federale financiering. De terugdraaiende teller werd op die manier bijna en stoemelings een politieke bom, die de verhoudingen tussen het federale en Vlaamse niveau op scherp stelt.
Terugdraaiende teller is politieke bom.
De uitspraak van het Grondwettelijk Hof legt op die manier de lichtzinnigheid en onhoudbaarheid van het energiebeleid in ons land aan. Het schoolvoorbeeld daarvan zijn de subsidies voor zonnepanelenbezitters. Maar ook de offshorewindindustrie werd royaal bedeeld met ondersteuning. Die maatregelen werden buiten de begroting gehouden door ze in de stroomfactuur te verwerken.
Dat maakt van de factuur een verkapte belastingbrief. Zowel de federale als de Vlaamse energieministers, Tinne Van der Straeten (Groen) en Zuhal Demir (N-VA), maken zich sterk dat de energiefactuur naar beneden zal gaan. Daarom schoof Demir half december bijvoorbeeld de kosten voor openbare straatverlichting door naar de gemeenten. De twee ministers staan niet alleen met die visie op de stroomfactuur. Sinds de protesten van de gele hesjes luidt het politieke credo dat klimaatmaatregelen geen geld mogen kosten.
Nochtans moet iemand de factuur betalen. Het is een prima idee om de stroomfactuur uit te zuiveren van allerlei taksen en subsidies, maar dat betekent dat er ook transparant moet worden gecommuniceerd over hoe die kosten dan wel worden gefinancierd. Als elk niveau vooral probeert een andere overheid te laten opdraaien voor de kosten, ondergraaft dat de geloofwaardigheid van het hele energiebeleid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier