Stephanie D’Hose (Open Vld), feestende dossiervreter
Stephanie D’Hose (Open Vld) heeft haar entree in het Vlaams Parlement niet gemist. Minister-president Jan Jambon (N-VA) nam vorige week haar voorstel om de besparingen in de cultuursector te milderen gewoon over.
Met de woorden “great minds think alike” sloot minister-president Jan Jambon (N-VA) zich aan bij het idee van Vlaams Parlementslid Stephanie D’Hose (Open Vld) om de impact van de besparingen op cultuur te milderen. D’Hose stelde voor het beschikbare jaarbudget voor de projectsubsidies volledig in de eerste subsidieronde uit te geven. De komende maanden heeft Jambon dan tijd om op zoek naar centen voor de tweede ronde.
De 38-jarige D’Hose is een van de nieuwe gezichten in het Vlaams Parlement, maar ze leerde de politieke stiel als kabinetsmedewerker en op de banken van de Gentse gemeenteraad waar ze sinds 2018 de fractieleider van de liberalen is. Het beleidsdomein cultuur kent ze goed. Ze was tijdens de vorige regeerperiode adjunct-kabinetschef van minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld).
West-Vlaamse roots
Al op haar zestiende sloot Stephanie D’Hose zich in haar geboortestad Roeselare bij Jong VLD aan. Haar ouders runden een installatiebedrijf voor verwarming en elektrische installaties. Een hersenbloeding van haar vader zette dat leven onder druk en vormt de kiem van haar politieke roeping. Ze zag hoe moeilijk het is het hoofd boven water te houden als hardwerkende zelfstandige en ging de politiek in om daaraan iets te veranderen. “De liberalen waren de logische keuze”, zegt ze.
Vincent Van Quickenborne zette haar in 2004 als laatstejaarsstudent politieke en sociale wetenschappen (UGent) op de lijst bij de Vlaamse verkiezingen. “Ik stond op de achtste plaats en zat midden in de examens”, weet ze nog. “Echt campagne had ik niet kunnen voeren, maar ik weet wel nog dat ik op een van de meetings in een interessant gesprek raakte met Fientje Moerman. Toen zij een paar maanden later als vicepremier medewerkers zocht, heb ik gesolliciteerd en zo kwam ik terecht op haar kabinet.”
Daar is de liefde voor de cultuursector ontstaan. Cultuur was toen een bevoegdheid van Bert Anciaux (Spirit), maar als viceministerpresident had Moerman mensen om dat dossier mee op te volgen. Dat was de rol van D’Hose. De Gentse liberale ex-schepen Christophe Peeters zegt: “Ze is een cultuurliefhebber, maar ze is niet naïef. Ze ziet cultuur als een economische sector en niet als een bende subsidieslurpers.”
Gemeentepolitiek
In 2007 haalde de Gentse schepen Sas Van Rouveroij (Open Vld) haar naar zijn kabinet. Van Rouveroij was bevoegd voor de Gentse haven, cultuur en innovatie. Ze schopt het al snel tot zijn kabinetschef. Ze was toen amper 26.
Toen Van Rouveroij in 2009 verhuisde naar het Vlaams Parlement, ging D’Hose mee als een van zijn medewerkers. “Ik leerde van Sas dat je een dossier tot in de kleinste finesses moet beheersen”, vertelt ze. “Tot het gaatje gaan en perfectionisme zijn sindsdien mijn tweede natuur. Tegelijk heb ik van Sas een voorliefde voor eerlijke en open politiek geërfd: een dossier verbloemen, zul je me niet snel zien doen.”
De stap naar de actieve politiek zette ze in 2012 toen ze verkozen raakte in de Gentse gemeenteraad. Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen werd ze opnieuw verkozen en momenteel is ze in Gent de fractieleider van de liberalen. “Ze is het beste bewijs dat niet elke hardwerkende West-Vlaming die in Gent komt wonen voor Groen stemt”, lacht Filip Watteeuw (Groen). De schepen van Mobiliteit in het Gentse stadsbestuur heeft veel waardering voor zijn liberale collega. “Ze kiest voor de inhoud, al ziet ze daarbij de liberale recepten te gemakkelijk als de enige juiste weg.”
Vlaams Parlement
In 2014 begon ze bij Sven Gatz als adjunct-kabinetschef. “Eigenlijk is Sas mijn politieke vader, terwijl Sven Gatz meer mijn politieke mentor is”, zegt ze. “Van Sven heb ik geleerd dat we niet in een wereld met roze ballonnetjes leven, maar dat elke beslissing politieke implicaties heeft.” Verbaal zou ze bij Gatz sterker zijn geworden en heeft ze geleerd dat ze ook het haar tanden moet kunnen tonen. “Je ziet aan haar dat ze kan doorgroeien. Dan geef je graag mee wat je weet over onze stiel”, blikt Sven Gatz terug.
Dit jaar raakte ze met meer dan 13.000 voorkeurstemmen verkozen in het Vlaams Parlement. Ze liet zich in de discussie over besparingen in de cultuursector al meteen opvallen. Wie haar kent, is niet verwonderd. Naar verluidt is D’Hose een echte dossiervreter, maar weet ze hard werken en hard feesten te combineren. Als collega’s met een eetfestijn campagne voeren, zal dat bij haar een dansfestijn worden.
Hier en daar valt te noteren dat ze voor de politiek misschien wat aan de gevoelige kant is. Haar partner Diederik Pauwelyn, de kabinetschef van voorzitster Gwendolyn Rutten, zou dat kunnen beamen, maar onthoudt zich liever van commentaar. Zelf zegt D’Hose: “Ik heb inderdaad wel een gevoelig karakter, maar de jongste jaren heb ik wat olifantenvel gekweekt. Voor de jongste verkiezingen heb ik ‘promise‘ op mijn pols laten tatoeëren. Als belofte aan mezelf dat ik gewoon Stephanie wil blijven, ook al zit ik dan in het parlement.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier