Pieter Van Herck (Voka) over gezondheidszorg na de verkiezingen: ‘We moeten af van de kaasschaaf’

Pieter Van Herck (Voka) © belga
Roeland Byl redacteur bij Trends

In communautair getinte regeringsonderhandelingen zal de gezondheidszorg haar plaats opeisen. Toch ziet de gezondheidsexpert Pieter Van Herck (Voka) een nieuw ronde touwtrekken over de bevoegdheidsverdeling niet als een prioriteit.

Het gecombineerde gewicht van de N-VA en het Vlaams Belang is na deze verkiezingen groter dan ooit. De roep om coherente bevoegdheden in gezondheidszorg en welzijn zal luid klinken. Is de gedeeltelijke herfederalisering geen optie meer?

PIETER VAN HERCK: “Voka heeft dat gebrek aan coherentie altijd een probleem genoemd. Het is verstandig meer bevoegdheden naar hetzelfde bevoegdheidsniveau te brengen. Maar de oproep om bepaalde zaken te herfederaliseren spreekt de evolutie van de jongste jaren tegen.”

“De afgelopen regeerperiode zijn in het kader van de zesde staatshervorming bevoegdheden opgeschoven naar de regio’s. Inhoudelijk is daar nog niet veel mee gebeurd, omdat die overheveling operationeel omslachtig was. Er moeten nu dringend ook inhoudelijke accenten worden verschoven in de ouderenzorg, de geestelijkegezondheidszorg en de revalidatiezorg, inclusief een meer door behoeften gestuurd financieringsmodel. Dat heeft nu prioriteit op een discussie over bevoegdheden overhevelen.”

Hoe zit het met de groeinorm van 1,5 procent in de zorg? Is er ruimte voor meer uitgaven?

VAN HERCK: “De vergrijzing en technologische innovaties maken investeringen noodzakelijk. Tegelijk weet iedereen dat een begrotingstekort van 7 tot 9 miljard euro moet worden weggewerkt. Dus is een gecombineerd beleid nodig. Met enkel een hogere groeinorm kom je er niet.”

“Alle experts zijn het erover eens dat er ruimte is voor efficiëntieverbeteringen. Volgens Voka is het nodig te stoppen de kaasschaafmethode te hanteren. We moeten durven te investeren om aan het einde van de legislatuur ook effectief een verbetering in kwaliteit en efficiëntie te kunnen opmeten. Er zijn in de vorige legislatuur stappen ondernomen, maar nu moet de zorgsector zelf bewijzen dat ze resultaten kan boeken.”

De artsen staan niet te springen om de prestatiegebonden verloning te verruilen voor forfaits en kwaliteitsgebonden beloningen.

VAN HERCK: “Er is de vorige legislatuur gesleuteld aan het overlegmodel tussen de artsen en de ziekenfondsen. Ik denk aan de hervorming van de ziekenhuisfinanciering, de financiering van de mutualiteiten en van laagvariabele zorg. Maar dat gaat traag en de resultaten zijn matig. Tegelijk merk je dat het veld snakt naar verandering en dat de politieke consensus groeit. Er is de afgelopen vijf jaar overlegd, nu is het veeleer tijd om actie te ondernemen dan om tactisch te blijven praten.”

Moet meer in preventie worden geïnvesteerd?

VAN HERCK: “Volgens onderzoek van de OESO en de Europese Unie heeft ons land op dat gebied nog veel te winnen. Bij Voka zijn we ervan overtuigd dat deze legislatuur een inhaalbeweging van minstens 200 tot 250 miljoen euro nodig is. Dat betekent een stijging van 30 procent. Dat is aanzienlijk.”

De regering-Michel zette in op de reactivering van langdurig zieken, maar dat is niet echt gelukt. Moet dat beleid versterkt worden?

VAN HERCK: “De arbeidsongeschiktheid hangt ook samen met de vergrijzingsproblematiek. Maar het beleid voor de reïntegratie van langdurig zieken heeft wel degelijk 4500 mensen weer aan de slag geholpen. Dat is natuurlijk maar een fractie van de 415.000 langdurig zieken. Die werf is dus de komende jaren onvermijdelijk. Ook al omdat krapte dreigt op de arbeidsmarkt.”

Partner Content