MIT-hoogleraar Nicholas A. Ashford: ‘We zitten aan het einde van de industriële bloei’

NICHOLAS A. ASHFORD "Ons groeimodel is gebaseerd op meer, groter, sneller, krachtiger en duurder, maar dat heeft zijn vervaldatum bereikt." © GF/Philippe Molitor
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Een hogere belasting op vervuiling, een lagere op arbeid, een verkorte werkweek met behoud van loon, meer eigenaarschap voor werknemers en vrouwenemancipatie. Die maatregelen schuift de MIT-hoogleraar Nicholas A. Ashford naar voren om het bedrijf, het milieu en de samenleving op een meer duurzame leest te schoeien.

Enkele weken geleden was de Amerikaan Nicholas A. Ashford te gast in Brussel tijdens het jaarlijkse congres van het Center for European Policy Studies. Daar sprak hij over hoe bedrijven en bij uitbreiding de samenleving sociale duurzaamheid kunnen bevorderen. Daarvoor schoof hij een aantal gedachten en concrete maatregelen naar voren.

In de Verenigde Staten is Ashford hoogleraar recht, milieubeleid, economie en technologie aan het befaamde Massachusetts Institute of Technology waar hij ook hoofd is van het Technology & Law Program. De kwieke zeventiger is van vele markten thuis en deinst er niet voor terug zich in zijn onderzoek en onderwijs over de grenzen van verschillende vakgebieden heen te wagen. Met die invalshoek schreef hij enkele jaren terug een van de academische standaardwerken in de Verenigde Staten rond duurzame ontwikkeling, globalisering en technologie. Maar hij gaat er prat op in zijn werk met de voeten op de grond te blijven en niet vanuit de ivoren academische toren wat theorieën rond te strooien. “Laat je nooit de les spellen door economen als ze niet met concrete oplossingen afkomen”, zegt hij met een jongensachtige grijns aan het begin van het gesprek. “Het is te gemakkelijk om enkel over de problemen te praten.”

Er is geen tekort aan innovatie, maar het probleem is de gebrekkige verspreiding van die technologie

Wat is de kern van uw academisch onderzoek en werk van de jongste jaren?

NICHOLAS A. ASHFORD. “De ondertitel van mijn voornaamste boek verwoordt het goed: de transformatie van de industriële staat. We moeten dringend het industriële model omgooien, zowel voor het klimaat en het milieu als voor sociale en arbeidsomstandigheden. De ongeziene economische groei waar we zo tuk op zijn, vond plaats in een relatief korte periode, de jongste 200 jaar. In de duizenden jaren daarvoor was er geen groei. Die boom was te danken aan het goedkope energieaanbod. Maar dat is gedaan. We zitten aan het einde van de industriële bloei zoals we die hebben gekend. Een toekomstige jaarlijkse groeivoet van 2 tot 3 procent wereldwijd lijkt me al uitzonderlijk, laat staan een van 8 tot 9 procent.”

Is dat op zich een probleem?

ASHFORD. “Wel als we niet beginnen na te denken over hoe we de vruchten van de economische en de industriële output het best verdelen tussen arbeid en kapitaal, tussen het Westen en de opkomende landen en tussen de rijken en de armen. Een deel van de ontwikkelingslanden dreigt achter te blijven. Sommige landen zullen niet kunnen bijdragen aan die globale productieve output en andere zijn zelfs niet in staat zichzelf te voeden.”

Welke duurzame ontwikkelingen zijn volgens u nodig om dat tegen te gaan?

ASHFORD. “Volgens mij moet er in drie dimensies aan duurzaamheid worden gewerkt: de verdiencapaciteiten en de koopkracht van gewone burgers, het milieu en de toegang tot essentiële goederen. Niemand zou moeten kiezen tussen voedsel of medicijnen. Er blijft wereldwijd behoefte aan fundamentele zaken zoals huisvesting, gezondheidszorg en voedsel. Wat dat laatste betreft, moet het industriële landbouwsysteem op de schop. Het haalt alle mineralen uit de bodem, zodat we onze nutritionele basis aan het verwoesten zijn. De technologie om onze voedselvoorziening te verduurzamen bestaat, alleen moeten de hoofdactoren in dat systeem zich erachter scharen.”

Er is geen enkele reden waarom mensen een SUV moeten kopen. Met een kleine wagen ben je even snel op je bestemming

Welke maatregelen bevorderen volgens u duurzame milieu-uitkomsten?

ASHFORD. “Eenvoudig: ontmoedig de productie en de consumptie van energieverslindende en vaak onnodige producten en diensten. Er is geen enkele reden waarom mensen een grote SUV moeten kopen. Met een kleine wagen ben je even snel op je bestemming. Ons groeimodel is gebaseerd op meer, groter, sneller, krachtiger en duurder, maar dat heeft zijn vervaldatum bereikt. De planeet kan het niet aan als iedereen op het niveau van het Westen consumeert.”

Hoe kan het beleid dat consumptiepatroon doen keren?

ASHFORD. “Belast vervuiling en belast onnodige consumptie. Combineer dat met minder energie- en materiaalverbruik bij de productie van goederen en diensten. Als je meer mensen aan de slag wilt en minder vervuiling, waarom belasten we arbeid dan zo sterk en vervuiling onvoldoende? Onze belastingwetten moeten veranderen. Investeringen, bedrijfswinsten, technologie en arbeid vereisen een andere fiscale benadering. Het beperken van grote wagens, ruime woningen en energieverslindende productie is misschien vloeken in de kerk, maar het voortbestaan van de planeet en de mensheid hangt daarvan af.”

Zijn we al op een punt beland waarop er geen terugkeer meer mogelijk is?

ASHFORD. “Klimaatverandering is de voornaamste zorg en uitwas van die evolutie, maar dat kan nog worden aangepakt. We hebben daar de technologie voor. Er is geen tekort aan innovatie, maar het probleem is de gebrekkige verspreiding van die technologie om de wereldwijde klimaat- en milieuproblemen te keren.”

Een andere belangrijke pijler voor een duurzame samenleving is de koopkracht van mensen, zegt u. Waar doelt u precies op?

ASHFORD. “Het inkomen van werknemers kun je op twee manieren vergroten: door de lonen te verhogen of door het eigenaarschap van de economie anders in te richten. Als de economie verder in waarde toeneemt, moeten werknemers daar een stuk van kunnen meepikken door middel van een groter deel van het eigenaarschap. De eigendom van kapitaal moet breder over de samenleving worden verspreid. Anders zal er niet genoeg vraag zijn om de producten van de industriële staat te kopen. Het Mondragon-model uit het Baskenland is daar een mooi voorbeeld van. Bovendien moeten werknemers en burgers in staat zijn collectief te investeren, zoals het model van de binaire economie dat voorstelt.”

De verkorting van de werkweek met behoud van loon moet ernstig worden overwogen. Nu is er onvoldoende werk voor alle mensen die willen werken

Waarom en hoe kun je dat bekomen?

ASHFORD. “Er moeten structuren komen om collectief te investeren in toekomstig waardevolle technologie. Dat kan bijvoorbeeld door een werknemersfonds op te zetten waarin werknemers of burgers middelen bijeenbrengen. Voor technologie-investeringen die noodzakelijk en duurzaam zijn, kan men geld uit dat fonds halen dat later wordt terugbetaald door de toekomstige kasstromen van die investeringen.”

Moeten die investeringen niet door bedrijven en de privésector worden gedaan?

ASHFORD. “De oplossingen liggen niet langer in geld geven aan de vermogenden in de hoop dat zij er nieuwe fabrieken mee zullen bouwen en banen zullen scheppen. Dat gold in de tijd van Henry Ford en Andrew Carnegie. Nu kopen ze er eigen aandelen mee en dikken ze hun eigen vermogen aan in plaats van in onderzoek en ontwikkeling te investeren. Dat hebben we de jongste jaren gezien, met een stijging van inkomens- en vermogensongelijkheid tot gevolg.”

Welke arbeidsmaatregelen schuift u nog naar voren?

ASHFORD. “De verkorting van de werkweek met behoud van loon moet ernstig worden overwogen. Als dat de vraag naar arbeidskrachten doet toenemen, verhoogt dat de koopkracht van werknemers. In het huidige systeem is er gewoon onvoldoende werk voor alle mensen die willen werken. Bepaalde types van werk zijn onbetaald, maar dat betekent niet dat huismoeders en mantelzorgers geen werk verrichten.”

Waarom zijn werk en jobs een deel van de sleutel tot meer duurzaamheid?

ASHFORD. “Werk is nog altijd de voornaamste manier om mensen bij de samenleving te betrekken. Het gaat om meer dan de uitwisseling van geld voor arbeid. Het gaat om zelfwaardering en heeft bredere maatschappelijke gevolgen. Werkloosheid gaat gepaard met familiale ontwrichting, hogere criminaliteit en meer druggebruik.”

Werkgevers zullen lachen met die verkorte werkweek: minder output voor hetzelfde loon.

ASHFORD. “Uit sommige experimenten met een verkorte werkweek is gebleken dat de output zelfs steeg. Bovendien zijn de bedrijfswinsten de jongste decennia geëxplodeerd, terwijl de lonen zijn gestagneerd. Mijn MIT-collega David Autor heeft dat duidelijk aangetoond. Daarom moet er een meer billijke en meer faire verdeling van de taart komen.”

Verklaart het gebrek daaraan de alomtegenwoordige sociale onrust?

ASHFORD. “Vroeger zei ik tegen mijn studenten dat een nieuwe Franse revolutie niet meer zou voorvallen. Nu ben ik daar niet meer zo zeker van. Ons economische en financiële systeem is gekaapt door, en bevoordeelt vooral de dominante economische actoren. Daarom is de herverdeling van vermogen en inkomen niet langer billijk en moet er een nieuw sociaal contract komen.”

Wat kan een individuele onderneming, bijvoorbeeld een middelgroot productiebedrijf, doen om die duurzaamheidsomslag in te zetten?

ASHFORD. “Ten eerste doen bedrijfsleiders er het best aan de werknemers te betrekken bij hoe ze het bedrijf willen verduurzamen. Van bovenaf nieuwe arbeidspraktijken opleggen werkt niet. Een mechanisme van gedeelde beslissingsmacht is nodig. Het alleenrecht van bedrijfsleiders om bijvoorbeeld technologische veranderingen door te voeren is geen duurzaam model, daar moeten werknemers ook een zeg in hebben.”

Wat als dat de winstgevendheid aantast?

ASHFORD. “Zoals ik al zei, zullen de winsten niet meer zijn wat ze vroeger waren omdat ze grotendeels afhingen van zaken die nu anders liggen en niet meer zullen terugkeren. Daarom doen bedrijven er goed aan naast het streven naar winst ook te kijken naar de maatschappelijke waarde van hun productie.”

Mocht u carte blanche krijgen, waar zou u op inzetten?

ASHFORD. “De belangrijkste en meest noodzakelijke verandering is vrouwenemancipatie. Vrouwen moeten veel meer en nauwer betrokken worden in de beslissingsstructuren in het gezin, de overheid en de bedrijven. Het is niet voor niets dat in de wereld van het microkrediet in ontwikkelingslanden geld vooral aan vrouwen wordt uitgeleend. Mannen hebben de neiging het aan de verkeerde zaken uit te geven.”

Bio

· Professor technologie, milieurecht en economie aan Massachusetts Institute of Technology

· Lesopdrachten Cambridge, Erasmus universiteit Rotterdam, Technische universiteit Delft

· Lid Institute for Work and Employment Research, MIT Sloan School of Management

· Lid faculteit arbeidsgezonheidsbeleid Harvard School of Public Health

· Lid adviesraad VN Milieuprogramma

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content