Margot Cloet: ‘Ik kan niet garanderen dat ons zorgsysteem overeind blijft’

Margot Cloet © belga

De tweede coronagolf hakt ongenadig hard in op het personeel van de ziekenhuizen en de woonzorgcentra. Het hele zorgsysteem wankelt, zegt Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van de koepelorganisatie Zorgnet-Icuro.

Margot Cloet is een zelfverklaarde optimist. Helaas voor het boegbeeld van Zorgnet-Icuro stellen de stijgende covid-19-besmettingen dat optimisme op de proef. De cijfers liegen niet: de pandemie neemt in ons land dramatische vormen aan.

De vrees voor zo’n scenario bezorgde haar deze zomer nachtmerries, vertelt de topvrouw van de Vlaamse zorgkoepel. Cloet vertegenwoordigt 775 ziekenhuizen en zorginstellingen. Haar grootste vrees? Dat de zorg finaal onderuit gaat onder de druk van de tweede golf. “De volgende weken worden hels”, voorspelt ze. “Als we ons met z’n allen niet gaan gedragen, overleeft de zorg dit niet.”

Verbaast het u dat de tweede golf zo heftig toeslaat?

MARGOT CLOET. “De snelheid waarmee het virus opflakkert, heeft mij van mijn sokken geblazen. Ik heb sinds begin maart geen moment zonder stress gehad. Ik had altijd het gevoel dat het weer zou verergeren.

“In de zomer leken de mensen het heftige begin van de crisis vergeten. Er was een vals gevoel van veiligheid. De besmettingscijfers stegen wel, maar de woonzorgcentra en ziekenhuizen leken gespaard te blijven. Daardoor ontstond een perceptie dat we met dit virus kunnen leven. Alles moest weer kunnen. En dat terwijl de Belgen het sowieso moeilijk hebben om regels na te leven. Toen al zag ik dat onze zorgverleners heel moe waren en vreesde ik dat het de verkeerde kant opging.”

Een gebrekkige communicatie, te zwakke maatregelen en een haperend handhavingsbeleid. Heeft de politiek gefaald?

CLOET. “Je kunt dit niet alleen in de schoenen van de overheid schuiven. De publieke opinie speelt een heel belangrijke rol. In dit debat hebben heel wat virologen, experts en wetenschappers een stem. Zij beïnvloeden de publieke opinie en de politiek. Dat leidde tot een kakofonie waarin de coördinatie zoek is geraakt. Daardoor ontbreekt nu de discipline in onze samenleving. Ons democratisch systeem heeft daar gefaald.”

Geldt dat nog altijd? De cijfers zijn slechter dan ooit.

CLOET. “De nieuwe regering heeft snel een eerste reeks maatregelen genomen. Ze zoekt het evenwicht tussen economische leefbaarheid en de beheersing van de epidemie. Dat is heel moeilijk. Ik zie nu wel een verbeterde communicatie, ik hoop dat het zo blijft. Maar ik hoop vooral dat we het als maatschappij lang genoeg volhouden en niet meteen feestjes gaan bouwen zodra de curve een beetje afbuigt. Want zelfs dan hebben we nog een heel lange weg te gaan, ook in de zorg.

“Maar de nieuwe ploeg neemt een risico. Ze zou nog strenger kunnen zijn. Als ik zie dat evenementen tot 200 mensen nog altijd mogelijk zijn, dan baart mij dat zorgen.”

U zou graag strengere maatregelen zien. Moeten de scholen dicht?

CLOET. “De herfstvakantie is verlengd, dat is al een goede zaak. De vraag is of het voldoende is. Als je ziet hoe het aantal besmettingen bij de tieners oploopt, moeten we misschien deels naar les op afstand. Al vind ik dat een lastig dilemma. In de hogescholen en universiteiten kan sowieso meer voor online-onderwijs gegaan worden. Want veel studenten zijn tijdens de week op kot en gaan in het weekend naar huis. Dat is een gevaarlijke combinatie.

“Maar telkens weer nieuwe maatregelen aankondigen omdat de zaak blijft ontsporen, lijkt mij in elk geval niet de beste optie. Misschien is het beter om meteen strenger op te treden en nadien te versoepelen.”

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden?

CLOET. “Mijn conclusie is dat het beleid misschien te weinig lessen heeft getrokken uit de eerste golf en te snel is meegegaan in de roep om versoepeling die deze zomer weerklonk. Maar goed, gedane zaken nemen geen keer, en ik hoop vurig dat we geen derde golf nodig zullen hebben om onze les te leren.”

Virologen die voor een nieuwe lockdown pleiten hebben dus gelijk?

CLOET. “Een complete lockdown moeten we proberen te vermijden. Zeker kinderen en jongeren moeten de kans hebben om elkaar te vinden. Je kan ook winkelbezoek op een veilige manier blijven organiseren. De fysieke afstand houden is niet vanzelfsprekend, maar laat ons toch maar op een andere manier met elkaar blijven omgaan.”

Dit keer is er geen een acuut tekort aan beschermingsmateriaal voor het zorgpersoneel. Is de crisis daardoor beter beheersbaar?

CLOET. “We hebben meer beschermingsmateriaal dan in maart. Of dat volstaat, moet nog blijken. De ratio’s waarmee de voorraden voor beschermingsmateriaal, zuurstof en medicatie waren berekend, zijn intussen gewijzigd door het hoge aantal besmettingen.

“Voor mij zijn de zorgverstrekkers zelf een grotere bekommernis. In de eerste golf vormden ze één front. Nu vallen er heel wat uit. Door ziekte of quarantaine, maar ook door vermoeidheid. In de woonzorgcentra zijn al meer dan 3000 personeelsleden afwezig. In maart waren dat er 1200. En in de ziekenhuizen loopt het absenteïsme op tot bijna 15 procent. In normale tijden blijft dat onder 5 procent. Die nijpende personeelsbezetting is de grootste bedreiging: om het virus de baas te kunnen, moeten we de gezondheidszorg draaiende kunnen houden.”

Hoe dicht staan we bij een infarct van het systeem?

CLOET. “Ik maak me grotere zorgen dan in de eerste golf. Er zit nog een beetje rek op, maar ik kan niet garanderen dat ons zorgsysteem niet zal instorten. We moeten maatregelen nemen voor het zorgpersoneel. Er is geen tijd meer te verliezen.

“De volgende weken worden hels. Als de cijfers zo blijven stijgen, moeten we in de ziekenhuizen extra bedden creëren en moeten we mensen die niet geschoold zijn als zorgverlener in de zorg laten werken. Zelfs al houdt dat risico’s in voor de kwaliteit van onze gezondheidszorg.

“We moeten echt een tandje bijsteken. We hebben nu al het voorstel om mensen uit de evenementensector en tijdelijk werklozen in bepaalde sectoren te laten bijspringen, maar we hebben ook nood aan mensen die zorg kunnen verlenen. Omdat het aantal beschikbare mensen op de arbeidsmarkt klein is, moeten we bekijken hoe we studenten uit zorgrichtingen meteen kunnen inzetten. Studenten verpleegkunde bijvoorbeeld kunnen na hun eerste jaar de toelating krijgen om al aan de slag te gaan als zorgkundige. En mensen die vervroegd met pensioen zijn gegaan, moeten we vragen om terug te komen.”

De weerbaarheid van het zorgpersoneel is opgedroogd?

CLOET. “Het gaat niet alleen om de veerkracht en de capaciteit van het zorgpersoneel. Ook elders zijn er capaciteitsproblemen. We testen heel veel, maar de labo’s kunnen amper volgen. De contactopsporing hapert. Dat zijn allemaal belangrijke knipperlichten.

“De tweede golf raast nu als een sneeuwbal door de ziekenhuizen en kan elk moment ontaarden in een lawine voor de ouderenzorg. In de eerste golf kwam de crisis in de woonzorgcentra er toen de ziekenhuizen al voorbij het hoogtepunt waren. Daardoor konden mensen uit de ziekenhuizen bijspringen in de woonzorgcentra. Vergeet dat nu maar. Er zullen geen medewerkers uit ziekenhuizen naar woonzorgcentra gaan, want het is ook in ziekenhuizen pompen of verzuipen. Deze crisis maakt ook duidelijk dat op langere termijn een betere omkadering in de zorg absoluut nodig is. Federaal is er nu wel een loonakkoord, maar er moet een gelijkaardige waardering komen voor werknemers in de woonzorgcentra; die vallen onder Vlaamse bevoegdheid.”

Vindt u dat de zorgsector in de kou staat?

CLOET. “De aandacht voor de zorg is even snel verdwenen als ze tijdens de eerste golf gekomen was. We zijn met verstomming geslagen door deze nieuwe golf en zullen ons uiterste best doen om er doorheen te komen. Maar er moet na deze crisis wel degelijk iets gebeuren zodat de zorgsector niet in de kou blijft staan. Het is belangrijk dat financiële maatregelen worden genomen, maar minstens even belangrijk is dat alle mensen blijven beseffen hoe belangrijk zorg is. Ik vind niet dat we tot actie moeten overgaan, maar witte lakens alleen volstaan niet.

“Het is tijd om het personeelskader in de woonzorgcentra te versterken. Er moet ook financiering komen voor de inspanningen tijdens deze crisis. Revalidatieziekenhuizen en instellingen in geestelijke gezondheidszorg verdienen boter bij de vis. Het is tijd dat men ons ernstig neemt. Ik denk dat intussen wel bewezen is dat de zorgsector geen geldslurpende machine is.”

De duidelijke regionale verschillen in het aantal besmettingen ontlokten de Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA) de uitspraak dat we een en ander beter provinciaal organiseren. Bent u akkoord?

CLOET. “Mensen verplaatsen zich ook tussen de provincies. Je kunt die moeilijk afsluiten van elkaar. Maar ik vind wel dat een bepaalde regio, zoals deze zomer Antwerpen, extra maatregelen moet kunnen nemen als de situatie problematisch wordt. Ik zie dat eerder aanvullend, waarbij het belangrijk blijft dat je tegenover de bevolking een eenheid van commando toont. Maar nu is de verspreiding van het virus zo algemeen dat lokale maatregelen nog weinig zin hebben.”

Het is toch jammer dat het Antwerpse voorbeeld van deze zomer niet werd gevolgd? Het heeft aangetoond dat het mogelijk is de cijfers te doen keren.

CLOET. “Helemaal mee eens. De besmettingsgraad begon redelijk snel te dalen, en de zorg werd minder belast. Daarom geloof ik dat we nu ook fermer moeten reageren.”

U wees al vaker naar de noodzaak van hervormingen in de versnipperde Belgische gezondheidszorg. Tegelijk was de roep om eenheid van commando nooit groter. Valt dat te rijmen?

CLOET. “Ik blijf die versnippering zien als een fundamenteel probleem van onze gezondheidszorg. Ze ontneemt ons soms de noodzakelijke reactiesnelheid in deze crisis. Dus blijf ik voorstander van een herschikking van de staatsstructuur. Al blijft ook de eenheid van commando belangrijk. Zelfs als we gezondheidszorg regionaliseren, moeten we op Belgisch niveau afspraken maken, zeker in een pandemie.

“Ik denk dat het belangrijk is om de gezondheidszorg dichter bij de burger te organiseren. Dat betekent ook dat we in Vlaanderen het systeem moeten aanpassen. Wat bevoegdheden overhevelen en daar een bedrag tegenover zetten, volstaat niet. Het moet echt gaan over het systeem fundamenteel hervormen.”

In een fundamentele hervorming van de ziekteverzekering moet de financiering op basis van prestaties op de schop. Is minister Frank Vandenbroucke, die ooit pionierde met forfaits in de zorg, daarvoor de juiste persoon?

CLOET. “Er zijn massa’s studies gemaakt over het nut van forfaitgeneeskunde tegenover een prestatiegedreven financiering. Laat ons nu vooral stoppen met studies te bestellen. We hebben geen proefprojecten nodig, maar echte hervormingen. Als je de grote uitdagingen bekijkt – personeelstekort, veroudering van de bevolking en betaalbaarheid – dan kunnen we niet op deze manier blijven voortdoen. En in die zin heb ik wel vertrouwen in Frank Vandenbroucke.”

Intussen heeft de helft van de federale zorgsectoren de beloofde coronapremie niet eens ontvangen. De frustratie is groot?

CLOET. “Alleen de federale sectoren van ziekenhuizen en thuisverpleging hebben recht op zo’n premie. De werknemers van de Vlaamse woonzorgcentra en gehandicaptenzorg, allebei regionale bevoegdheden, zijn inderdaad erg teleurgesteld. Er is bovendien een rekenfout geslopen in de toekenning van de federale premie. In het budget waren enkel de private voorzieningen meegeteld en niet de publieke.

“Ik vind het wel belangrijk dat we een loonakkoord hebben gesloten voor de federale sectoren. Daarin is ruimte voor een aanpassing van de lonen en voor extra zorgmedewerkers in de ziekenhuizen. We hebben aan de Vlaamse regering verduidelijkt dat we een gelijkaardig akkoord wensen voor de woonzorgcentra. Die onderhandelingen lopen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content