Klimaatwetenschapper Joeri Rogelj blikt vooruit op de klimaattop: ‘We kunnen, maar willen niet genoeg’

KLIMAATOPWARMING Zelfs de meest rabiate klimaatontkenners hebben geen poot meer om op te staan. © Getty Images/iStockphoto
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Uit nieuwe cijfers blijkt dat de doelstelling van een wereldwijde klimaatopwarming tot maximaal 1,5 graden Celsius nog heel ver weg is. Daarom is het belangrijk dat de landen nog ambitieuzer worden. Dat moet van 6 tot 18 november gebeuren op de VN-klimaattop COP27 in het Egyptische Sharm-el-Sheikh. “We weten hoe we de emissiedoelstellingen kunnen bereiken.”

De Vlaamse Londenaar Joeri Rogelj is met vaderschapsverlof als hij even tijd maakt voor Trends. Als klimaatwetenschapper voelde hij altijd al de urgentie en de noodzaak om de opwarming van de aarde tegen te gaan. “Voor mijn werk kijk ik naar 2040 en 2050”, zegt Rogelj. “Dat lijkt abstract, maar in 2040 zal onze dochter achttien zijn. Zo wordt dat jaartal veel tastbaarder.” De toonaangevende klimaatwetenschapper is onderzoeksdirecteur en hoogleraar aan het Grantham Institute Imperial College London en houdt mee de pen vast van de vijf- tot zevenjaarlijkse rapporten van het Intergouvernementeel Panel over Klimaatverandering (IPCC).

Rogelj benadrukt dat we moeten kijken naar wat in het Engels desirable future heet, de toekomst die we ons toewensen. Ondanks de crisissen die we nu beleven – de klimaatverandering, de humanitaire crisis in Oekraïne en de energiecrisis die eruit voortvloeide – zijn er volgens hem wel oplossingen. “We weten hoe we de emissiedoelstellingen kunnen bereiken: het energieverbruik reduceren, ons dieet aanpassen en de mobiliteit beter organiseren”, zegt hij. Huizen isoleren kun je op vrij korte termijn en je wint je initiële investering vrij snel terug, suggereert hij. De overheid kan steun geven aan gezinnen voor wie de investering te groot is.

De geactualiseerde landenplannen houden slechts een ‘verwaarloosbaar’ verschil in van 0,5 gigaton aan CO2-equivalente uitstoot. Dat is nauwelijks 1 procent.

Gedrag aanpassen

We weten dus wel hoe het moet, maar we doen het niet of te weinig. Dat blijkt ook uit het verschil tussen wat landen zeggen en doen. “Landen zeggen wel dat ze bezorgd zijn, dat ze de opwarming willen beperken tot de 1,5 graden die zijn afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs – en wat ze vorig jaar nog eens bevestigden in Glasgow – maar ze doen niet genoeg om hun emissiereductiedoelen te halen”, zegt Rogelj. Gedragsaanpassingen van de burgers zijn nodig. De mediagenieke beloftes die op de klimaattop zullen worden gedaan, zijn belangrijk om vertrouwen te creëren, maar de enige echte hefboom om de doelen te halen, zijn de NDC’s. Dat is jargon voor de nationale plannen van landen om hun emissie te verminderen, die moeten worden omgezet in beleid.

Met de 166 geactualiseerde en nieuwe landenplannen werd in Glasgow voor het eerst 91 procent van de wereldemissie afgedekt met langetermijnbeloftes. Toch is dat lang niet genoeg. In de aanloop naar de aanstaande klimaattop in Sharm-el-Sheikh publiceerde het United Nations Environment Programme (UNEP) vorige week haar jaarlijkse rapport. Dat onderzoekt het verschil tussen hoeveel broeikasgassen verwacht worden tegen 2030 op basis van het bestaande beleid en hoeveel uitstoot er maximaal mag zijn om het doel van het klimaatakkoord van Parijs te halen. Uit dat nieuwe onderzoek blijkt dat de geactualiseerde landenplannen van vorig jaar in Glasgow slechts een ‘verwaarloosbaar’ verschil inhouden van 0,5 gigaton aan CO2-equivalente uitstoot. Dat is nauwelijks 1 procent.

Afhankelijk van goodwill

De plannen moeten in Egypte dus worden aangescherpt, maar de Verenigde Naties zijn daarvoor afhankelijk van de goodwill van de landen. Volgens de berekeningen van Joeri Rogelj en zijn collega’s zouden we in 2050 op een opwarming van zo’n 2 graden Celsius uitkomen, als alle huidige plannen worden uitgevoerd. Dat is nóg veel te veel. Nu bedraagt de opwarming in vergelijking met de pre-industriële tijd al meer dan 1,1 graad. Elke tiende graad opwarming die kan worden vermeden, telt.

“Als wetenschapper verrast de impact me niet”, antwoordt Joeri Rogelj, gevraagd naar de hittegolven, de bosbranden en het andere extreme weer dat we het afgelopen jaar rond de Middellandse Zee en in India zagen. “De Middellandse Zee is een van de plaatsen waar de projecties voor de klimaatverandering het duidelijkst tot uiting komen. Uit verschillende studies over India en Pakistan bleek dat een hittegolf zoals die in mei dertig keer meer waarschijnlijk werd door de klimaatverandering.”

Juiste kennis

Sinds Glasgow is een oorlog uitgebroken in Oekraïne en worstelt vooral Europa met een energiecrisis. “We zagen als reactie op de oorlog zowel goede als slechte evoluties”, analyseert Joeri Rogelj. “Rusland is de op één na grootste gasproducent ter wereld en de derde olieproducent. De oorlog heeft nog maar eens duidelijk gemaakt dat een te grote afhankelijkheid van fossiele brandstoffen niet bijdraagt tot energiezekerheid. De Europese Unie heeft de duidelijke wil om een snellere transitie op gang te brengen. Op de korte termijn werd beslist kolencentrales langer open te houden, wat een negatieve impact op de uitstoot heeft. Belangrijk is dat beslissingen op de korte termijn er niet toe leiden dat je op de lange termijn een lock-ineffect krijgt, met een pad naar hogere emissies. Als er bijvoorbeeld veel infrastructuur wordt gebouwd voor fossiele brandstoffen, zul je die de komende jaren willen gebruiken. Zulke zaken moet je vermijden.”

Voor mijn werk kijk ik naar 2040 en 2050. Dat lijkt abstract, maar in 2040 zal onze dochter achttien zijn’

JOERI ROGELJ, GRANTHAM INSTITUTE IMPERIAL COLLEGE LONDON

Sinds het jongste IPCC-rapport en het spijkerharde bewijs daarin dat de klimaatopwarming door de mens is veroorzaakt, hebben zelfs de meest rabiate klimaatontkenners geen poot meer om op te staan. Toch circuleert nog veel verkeerde informatie. Het is een van de redenen waarom Joeri Rogelj zo actief is op Twitter. “Ik becommentarieer zaken die wetenschappelijk niet correct zijn”, zegt hij. “Ik vind het belangrijk op die manier bij te dragen tot de maatschappij. Wetenschappers nemen geen beslissingen, maar acties die gebaseerd zijn op de juiste wetenschappelijke kennis en met de beste en langste uitkomst.”

Historische vervuilers

Omdat de top deze keer in Afrika plaatsvindt, is de verwachting dat er veel meer aandacht zal gaan naar adaptatie. Die term verwijst naar de inspanningen die landen moeten doen om hun samenleving aan te passen aan de negatieve gevolgen van de klimaatopwarming. Dat is een heikel punt, omdat vooral de ontwikkelde landen verantwoordelijk zijn voor de historische stijging van de uitstoot van broeikasgassen, terwijl de vaak minder ontwikkelde landen in het Zuiden er de grootste gevolgen van dragen. Hun economie zit nog in volle groei en ze hebben vaak de middelen niet om klimaatmaatregelen te treffen. Ze vragen daarom dat de historische vervuilers meebetalen. “Het doel van de top is de financiering voor adaptatie te verdubbelen tot 40 miljard dollar per jaar tegen 2025”, zegt Joeri Rogelj.

Ook andere hete hangijzers draaien om financiering. “Loss and damages gaat over die zaken waar geen adaptatie mogelijk is, omdat een aanpassing fysiek gewoon niet kan, of omdat een land bijvoorbeeld geen goede beleidsstructuren heeft”, legt Joeri Rogelj uit. “In Glasgow werd bijna beslist een fonds op te richten om die landen te steunen, maar dat is in de laatste fase van de onderhandelingen geschrapt. Dat komt opnieuw ter sprake. Nog een ander doel gaat al terug op de klimaattop van Kopenhagen (in 2009, nvdr), over financiële steun aan ontwikkelingslanden, om hen te helpen hun emissie te verminderen. Daar werd 100 miljard dollar beloofd, maar die zijn nog niet waargemaakt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content