Industriële energieverbruikers: ‘De fiscale creativiteit van de overheid kent geen grenzen’

BASF Antwerpen
Luc Huysmans senior writer bij Trends

De energieprijzen voor grootverbruikers blijven hoger dan die in onze buurlanden. Bovendien dreigt de kloof eerder te vergroten dan te verkleinen, waarschuwt Febeliec, de Belgische federatie van industriële energieverbruikers.

Een Vlaamse industriële energieverbruiker betaalt tussen 7 tot 13 procent meer dan zijn concurrent in Nederland, Frankrijk of Duitsland, een Waalse zelfs 11 tot 27 procent meer. In euro’s komt dat neer op 4 tot 8 euro per megawattuur (MWh) in Vlaanderen en 5 tot 16 euro in Wallonië. Dat blijkt uit de negende editie van de jaarlijkse studie die de consultant Deloitte maakt in opdracht van Febeliec. De verschillen liggen daarmee in lijn van die van vorig jaar, toen de kloof 8 tot 29 procent bedroeg.

Die stabilisatie is verre van een reden tot tevredenheid. Ten eerste omdat in absolute bedragen de verschillen stevig zijn. Een 100 GWh-verbruiker is in Vlaanderen 770.000 euro extra kwijt, in Wallonië 1,6 miljoen euro. Voor een 1000 GWh-verbruiker is dat respectievelijk 3,8 en 5,44 miljoen euro.

Daarnaast zijn de all-in-stroomprijzen, ondanks de coronacrisis, het afgelopen jaar verder gestegen met 8 tot 11 procent. Elk van de drie componenten van de elektriciteitsfactuur ging de hoogte in. De netwerkkosten namen met slechts 1 procent toe, maar de elektronen zelf werden 12 procent duurder. Belastingen en heffingen stegen in Wallonië met gemiddeld 2 procent, en in Vlaanderen met 8 tot 13 procent.

“Die taksen en heffingen kosten ons jaarlijks meer dan 10 miljoen euro per jaar extra”, becommentarieerde Jan Remeysen, CEO van BASF Antwerp. Hij pleitte ervoor om, net als in het buitenland, grote stroomverbruikers een 90 procentkorting te geven op de netwerkkosten. “Al zal dat het verschil niet wegwerken, want dan spreek je over minder dan 5 miljoen euro.”

Lees verder onder de video

Luc Van Opstal, de sitemanager van het chemiebedrijf Inovyn, stelt vast dat de uitbreidingsprojecten van de groep sinds 2016 naar Noord- en Zuid-Europese vestigingen zijn gegaan, en niet naar de Belgische in Lillo en Jemeppe. “Een van de redenen is energie. We zitten met een meerprijs van 30 tot 40 miljoen in Antwerpen, en ongeveer 10 miljoen in Jemeppe. Daarbovenop komt de onzekerheid over de energiebevoorrading op lange termijn, na de geplande kernuitstap.”

Belastingen stijgen

Febeliec is echter vooral bezorgd over de stijgende belastingen. Directeur Peter Claes merkte op dat die vooral op het federale niveau stegen. Zo ging de federale bijdrage met 10 procent omhoog, wat voor de industriële verbruikers neerkomt op een meerprij van 3,51 euro per MWh. De bijdrage voor de offshorewindparken klom met liefst 30 procent (+11,69 euro/MWh). In Vlaanderen kwamen daar de heffing op masten en sleuven bij (+208% tot 0,45 euro/MWh), en de taksen op hernieuwbare energie, die met 244 procent stegen (+ 0,55 euro/MWh). “De belastingcreativiteit van de overheid kent geen grenzen”, vindt Febeliec-voorzitter Luc Sterckx.

Bovendien staan er nog verhogingen aan te komen. Steeds meer gemeenten ontdekken de heffing op masten en sleuven als een middel om hun begroting rond te krijgen. De bijdrage voor de strategische reserve werd al opgetrokken van 0 naar 0,05 euro per MWh, maar Claes gaat ervan uit dat hier binnenkort de kosten voor het CRM-systeem bijkomen. Dat is het ondersteuningsmechanisme dat nodig is om de nieuwe gascentrales gebouwd te krijgen, die de kerncentrales moeten vervangen. De goedkoopste ramingen komen uit op 230 tot 250 miljoen euro, wat de grootverbruikers opnieuw 4 euro per MWh extra dreigt te kosten. “En aan de horizon loeren al de gigantische investeringen om de hele industrie klimaatneutraal te krijgen”, merkt Sterckx op.

Energienorm en kernuitstap

Daarom blijft Febeliec aandringen op een energienorm. Die maatregel, vergelijkbaar met de loonnorm, moet de energieprijzen voor grootverbruikers in lijn houden met die van de buurlanden. Zowel de vorige als de huidige regering heeft die maatregel in haar regeerakkoord gezet, maar nog niet omgezet in wetteksten. “Nochtans verbetert de situatie niet”, waarschuwt Sterckx. “Daarom vragen we dat alvast het beleid rond belastingen en heffingen snel wordt herzien. Niet competitief zijn betekent op kortere of langere termijn het einde voor elk bedrijf. Terwijl uit studies blijkt dat een daling van de energieprijzen met 10 procent liefst 12.000 jobs en 500 miljoen euro extra investeringen oplevert.”

Ook blijft de organisatie voorstander van het openhouden van twee kerncentrales. Claes: “Wij vrezen dat de CRM te laat zal komen. Vroeg of laat zal dat leiden tot een risicopremie die de Belgische afnemers zullen moeten betalen voor hun elektriciteit. Terwijl het openhouden van twee nucleaire reactoren zorgt voor een lagere CO2-uitstoot en lagere kosten dan waneer we nieuwe gascentrales zouden bouwen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content