Hans Maertens

‘Het concept van flexijobs in de zorg is het overwegen waard’

Hans Maertens gedelegeerd bestuurder Voka

Hans Maertens (Voka) en Johan Staes (Vlozo) pleiten op de Dag van de Verzorgenden en Zorgkundigden voor meer flexibiliteit in de zorg. ‘Werkgevers in de zorg zouden niet met elkaar moeten vechten om voldoende zorgpersoneel aan te werven.’

Sinds 10 maart 2020 zijn duizenden zorgprofessionals in oorlog met het SARS-CoV-2-virus en verlangen zij naar het moment van de grote bevrijding: het einde van de Coronapandemie. Het is nog maar de vraag of deze bevrijding er snel zal komen. Een volgende oorlog biedt zich immers al aan: een ‘war for talent’ in de zorgsector.

Vandaag, op de ‘Dag van de Verzorgenden en Zorgkundigen’ kijken onze verzorgenden en zorgkundigen in de thuis- en ouderenzorg, reikhalzend uit naar een ander soort bevrijding. Een bevrijding, die enkel snel realiseerbaar is door in te zetten op nieuwe arbeidsvormen en een nieuwe arbeidsorganisatie in de zorg. Het kernwoord in deze hervorming moet ‘flexibiliteit’ zijn.

Het concept van flexijobs in de zorg is het overwegen waard.

De feiten, terug te vinden op de VDAB-website, spreken voor zich. Met meer dan 6.000 openstaande vacatures sinds januari 2021 kronen zowel de functies van ‘verzorgende’ als ‘zorgkundige’ zich tot knelpuntberoepen. Een verzorgende helpt bij de dagelijkse verzorging van hulpbehoevende mensen. Zorgkundigen beschikken over een bijkomende opleiding die hen toelaat om een aantal taken uit te voeren in opdracht van een verpleegkundige.

De spanningsindicator illustreert de krapte op de arbeidsmarkt: voor elke vacature voor verzorgende daalde het aantal werkzoekenden op amper 3 jaar tijd van 20 naar 6. Voor elke job als zorgkundige zijn er amper 1.6 werkzoekenden. Dat is erg weinig omdat deze cijfers geen rekening houden met de geografische match. Die krapte neemt bovendien snel toe: het aantal vacatures stijgt razendsnel, het aantal werkzoekenden blijft dalen. Tot wanhoop van zorgbehoevenden en werkgevers in de thuis-, en ouderenzorg.

Zonder voldoende verzorgenden en zorgkundigen is er immers geen zorg mogelijk, laat staan kwalitatief hoogstaande en betaalbare zorg. Als het tekort aan handen aanhoudt, zal het aanbod aan zorg in Vlaanderen – en we kunnen dit niet genoeg benadrukken – ernstig in het gedrang komen. Met een piek in de vergrijzing op komst, kan dat niet de bedoeling zijn.

Intussen zijn onze verzorgenden en zorgkundigen in de thuis- en ouderenzorg fysiek uitgeput en mentaal opgebrand: de werkdruk is hoog, de arbeidsvreugde beperkt. Wat op zijn beurt een negatieve impact heeft op de kwaliteit van de geleverde zorg. De zorgverleners hebben steeds minder tijd voor de fysieke en emotionele noden van de mensen die ze verzorgen. En dit is nu net de kernopdracht: warme, persoonlijke zorg aanbieden.

Het groeiende tekort aan verpleegkundig en verzorgend personeel op de arbeidsmarkt is genoegzaam bekend bij zowel beleidsmakers als werkveld. Het nieuwe Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA-6) tracht een antwoord te bieden op dit gebrek maar slaagt hier – ondanks alle goede intenties – niet in. Ja, bestaand verzorgend personeel zal meer loon ontvangen. Ja, er wordt geld vrij gemaakt om meer zorgprofessionals aan te werven. Maar dit leidt onvermijdelijk naar een ‘war for talent’ tussen de werkgevers in de zorg. De vraag is groter dan het aanbod.

Werkgevers in de zorg zouden niet met elkaar moeten vechten om voldoende zorgpersoneel aan te werven. Overheid en sociale partners zouden alles op alles moeten zetten om voldoende zorgpersoneel te rekruteren. Een oplossing in die lijn vereist een aanpak op meerdere fronten van de fundamentele oorzaken van het probleem.

Er is dringend nood aan flexibilisering van de personeelsnormen in de zorg. Het concept van flexijobs in de zorg is het overwegen waard. Ook moet er maximaal ingezet worden op activering van het bestaand potentieel op de arbeidsmarkt. Vooral bij mensen die reeds beschikken over de juiste opleiding en diploma’s. Daarnaast mag het aantrekken van werkzoekenden in het buitenland en het maximaal inzetten op technologische innovaties en mantelzorgers geen taboe meer zijn.

Het is vooral de nood aan flexibilisering van de huidige personeelsnormen in de zorg die acuut is. Deze gedetailleerde normen – die een flexibel en een modern HR-beleid in de weg staan – zijn er in theorie om de kwaliteit van de zorg te garanderen. In de realiteit garanderen ze vooral een beperkte inzetbaarheid van personeel in de zorg en een zinloze concurrentie tussen werkgevers om een steeds kleiner aantal beschikbare werkkrachten met de juiste diploma’s. Hier wordt een groeiend aantal zorgbehoevenden het slachtoffer van.

De kwaliteit van de zorg zal niet enkel gehandhaafd worden met meer flexibiliteit, ze zal worden verhoogd. De simpelste zorghandelingen vereisen geen specifieke kennis of diploma’s en kunnen ook uitgevoerd worden door het aanwezige administratieve en technische personeel of mantelzorgers. Dit geeft verzorgenden en zorgkundigen meer tijd om zich te wijden aan de meer complexe zorg en ondersteuning voor de zorgbehoevenden, tot ieders tevredenheid en voldoening.

We waren met velen, elke avond om acht uur applaudisserend voor onze troepen in de zorg. Maar zij hebben, zeker vandaag, meer nodig dan handengeklap. Zij snakken naar een beleid dat hen bevrijdt, dat voldoende tijd en ruimte geeft om de essentie van hun opdracht, het aanbieden van zorg en ondersteuning aan zorgbehoevenden, met deskundigheid en passie uit te voeren. Maar vooral, ze hebben nood aan nieuwe strijdmakkers. Bij deze dan ook een oproep aan de politiek, de sociale partners en de bevolking, ‘De zorg needs you!’

Hans Maertens is gedelegeerd bestuurder van VOKA.

Johan Staes is gedelegeerd bestuurder van VLOZO.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content