“Hervorming toezicht is nog niet af” (Guy Quaden)

© belga

Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank (NBB), mag zich sinds kort ook de topwaakhond van de financiële sector noemen. Is uw geld nu veilig?

“We zullen het woord crisis niet bannen. Het bescheiden maar ambitieuze doel is om crisissen in aantal en intensiteit te verminderen”, zegt Guy Quaden in het weekblad Trends.

“Ik weet het, het is een verschrikkelijke naam, zeker in het Nederlands”, zegt Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank én voorzitter van het Comité voor Systeemrisico’s en Systeemrelevante Financiële Instellingen (CSRSFI). Dat comité vergaderde begin november voor het eerst en is een tijdelijke joint venture tussen de Nationale Bank (NBB) en de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Zijn taak: toezien op de instellingen die bij machte zijn om de economie in hun val mee te sleuren. Dat comité is geen lang leven beschoren, want het gaat om een overgangsregime tot het prudentieel toezicht volledig van de CBFA naar de Nationale Bank verschuift.

Heeft het CSSFI echte macht?
Quaden: “Ja, we zijn veel meer dan een overlegorgaan. We kunnen een veto stellen tegen alle strategische beslissingen van de banken en verzekeraars die systeembelangrijk zijn. Alle banken en verzekeraars met een marktaandeel van minstens 10 procent zijn systemisch belangrijk. Het Comité kan alle maatregelen nemen die het nodig acht om de stabiliteit van die instellingen en het systeem als geheel te beschermen. Terwijl dus de NBB later op alle instellingen toezicht zal uitoefenen, houdt het CSSFI enkel de grote jongens in de gaten.”

Waarom is de Nationale Bank beter gekwalificeerd dan de CBFA om de banken en verzekeraars in de gaten te houden?
Quaden: “Ten eerste zijn het de centrale banken die als lenders of last resort de middelen hebben om een crisis het hoofd te bieden. Dat impliceert dat we op de hoogte moeten zijn van alle informatie in realtime. We moeten dus in permanent contact staan met de banken en verzekeraars.”

“Ten tweede opereren de meeste grote financiële instellingen grensoverschrijdend, terwijl de controle op die instellingen spijtig genoeg te nationaal georganiseerd is gebleven. De centrale banken hebben echter het voordeel dat ze al over 2 netwerken beschikken: het eurosysteem van de 16 centrale banken uit het eurogebied, en het Europese stelsel van de 27 centrale banken van de Europese Unie. We werken dus al samen, we kennen elkaar en dat zal ons enorm vooruit helpen in crisistijden.”

“Ten derde: als je als centrale bank verschillende objectieven hebt, en zowel de monetaire als de financiële stabiliteit moet bewaken, dan heb je ook verschillende beleidsinstrumenten nodig. Het rente-instrument volstaat niet om de financiële stabiliteit te garanderen, en dus willen we ook een vinger in de pap van de prudentiële controle. Op internationaal vlak is er daarom een tendens om het prudentieel toezicht toe te vertrouwen aan de centrale banken. Ik zal niet beweren dat met de NBB als controleur er bij Fortis in september 2008 geen probleem opgedoken zou zijn, in het bijzonder in het overleg tussen België en Nederland. Ik wil de geschiedenis niet herschrijven. Maar ik weet wel dat de telefoonnummers van mijn collega’s in mijn gsm zitten, en dat ik kan hen dag en nacht bellen. Ik zal ook niet beweren dat een nieuwe financiële crisis nu uitgesloten is omdat de centrale banken toekijken, want de geschiedenis zal dan op een dag met mij lachen. Het objectief is bescheidener dan dat, maar toch ambitieus. De crisissen moeten minder frequent voorkomen en mogen niet meer zo hard inslaan.”

D.K.

Het volledige interview leest u in Trends van deze week.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content