Dominic Van Oosterwyck

‘Filosofie van het zomerakkoord zit volledig scheef’

Dominic Van Oosterwyck secretaris bij de vakbond LBC-NVK (ACV)

De regering volhardt in haar scheef en onrechtvaardig beleid. Zij blijft keihard voor gewone mensen met tegenspoed en poeslief voor gefortuneerden die niets tekort komen. Dat zegt Dominic Van Oosterwyck, secretaris bij de vakbond LBC-NVK (ACV).

Voor de liberale regering van Charles Michel is ‘jobs, jobs, jobs’ het credo bij uitstek. Jobs stimuleren om de sociale zekerheid en de koopkracht te versterken was de ondertitel van Michels presentatie op 24 juli in Brussel over de arbeidsdeal. Daar kan toch niemand tegen zijn?

Uiteraard niet en ook als vakbond LBC-NVK zijn wij voor de creatie van meer degelijke en volwaardige jobs en de versterking van de koopkracht en de sociale zekerheid. Wij vragen ons wel af welke soort banen de regering creëert en wie hiervoor de rekening betaalt.

Michel gaat er prat op dat zijn regering 190.000 jobs heeft gecreëerd in 3,5 jaar. Dat zijn er 55.000 per jaar. Bovendien is het aantal werkaanbiedingen bijna verdubbeld tot 134.570 in dezelfde periode. Wat Michel en de federale regering verzwijgen, is het aantal banen die in dezelfde periode verloren gegaan zijn.

De meest recente en betrouwbaarste cijfers komen van DynaM-dataset, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en het onderzoeksinstituut HIVA (KU Leuven); ze gaan over de periode 2015-2016. Tot onze grote spijt zijn er een recentere cijfers omdat ons land permanent achterloopt in het bijhouden van deze cijfers. Of is dit doelbewust? In de periode 2015-2016 werden 52.000 jobs gecreëerd maar gingen er ook 40.000 banen verloren.

Bovendien dekt de regering zich in door te verwijzen naar voorspellingen van het Planbureau. Dat voorspelt voor de periode 2017-2022 een netto jobwinst van + 46.000 per jaar of + 322.000 tegen 2022. Wordt deze voorspelling gehaald, dan triomfeert de regering over haar beleid. Wordt de voorspelling niet gehaald, dan is dat de fout van het Planbureau. Zo heeft de regering altijd gelijk. Een voorspelling is en blijft een voorspelling.

Minder voltijdse banen

Het valt op dat het aantal voltijdse banen sterk daalt. Daar waar in 2008 nog 55 procent van alle jobs voltijds was, daalde dit in 2015 al naar nog amper 49 procent, en de trend houdt aan. Opmerkelijk is de stijging van het aantal interimcontracten; in 2004 waren de ‘dagcontracten’ daarbij goed voor 44,2 procent, maar in 2016 was hun aandeel aangezwollen tot 61,8 procent, aldus cijfers van de RSZ.

Nog opvallender is de grote stijging van het aantal flexi-jobbers per trimester. In het vierde trimester van 2016 bedroeg het aantal flexwerkers 19.864. In het tweede trimester van 2017 steeg dit aantal spectaculair tot 25.780. Flop – geflopt – gefopt!

Eerste minister Michel en zijn regering stopten niet minder dan 28 krachtige maatregelen in het zomerakkoord 2018. Met daarbij drie grote principes centraal: jobcreatie, sociale dialoog en overleg tussen federale overheid en alle deelgebieden. Maar, wie betaalt de rekening?

De neoliberale recepten uit de arbeidsdeal doen de werknemers nogmaals het gelag betalen. Hierdoor stijgt de armoede en wordt de ‘activering’ strenger voor wie geen werk heeft. Het biedt totaal geen garantie op een kwaliteitsvolle baan en een deftig inkomen.

Aanval op loonbarema’s

Na de indexsprong, de hervorming van de loonwet in 1996 en de aanpassingen in de jongerenlonen wil deze regering de hakbijl zetten in de ervaringsbarema’s. Eerst waren de jongeren te duur, nu moeten oudere werknemers en werkzoekenden eraan geloven.

De rechtstreeks onderhandelde loon- en arbeidsvoorwaarden tussen werkgevers en vakbonden zijn al jaren een doorn in het oog van liberale partijen als Open Vld en N-VA. De derde regeringspartij, CD&V, staat er bij, kijkt om, ondergaat en doet niets. De realiteit is dat deze regering af wil van collectieve afspraken over sectorale minimumlonen en automatische loonsverhogingen. Ook nogal wat werkgevers kiezen liever voor een individualisering van het verloningsbeleid. Samen met de regering kiezen zij voor lonen gebaseerd op individuele prestaties. Maar hoe kan je bijvoorbeeld individuele prestaties meten en verlonen in de gezondheids- en welzijnssectoren?

Individuele verloning stelt werknemers bloot aan subjectiviteit en willekeur. De LBC-NVK weet dat barema’s gestoeld op ervaring en kennis beter zijn voor zowel werknemers als werkgevers. Het verleden heeft dit genoegzaam bewezen.

Barema’s zijn minimale afspraken in sectoren en ondernemingen. Er zijn ondertussen diverse mogelijkheden om een werknemer iets daar bovenop te geven: hiervoor moeten de barema’s helemaal niet op de schop. Probleem is dat heel wat nieuwe loonvormen evolueren naar nettoloon en geen uitweg bieden als je ziek bent, zonder werk valt of met pensioen vertrekt.

Cafépraat wordt regeringsbeleid

“Als werklozen merken dat ze de rekeningen niet langer kunnen betalen, zullen ze harder hun best om werk te vinden.” Dat verkondigde ooit Zuhal Demir (N-VA). Zakenman Rudi de Kerpel tweette fijntjes dat ‘de meeste werklozen een wekker nodig hebben’.

Pijnlijk maar nog veel pijnlijker is dat deze cafépraat nu regeringsbeleid wordt, met de beslissing om de versnelde afbouw van de werkloosheidsuitkeringen te versterken, reageerde Sacha Dierckx van de sociale denktank Minerva.

Filosofie van het zomerakkoord zit volledig scheef

Ook de Vlaamse minister van Werk, Philippe Muyters (N-VA), beweert graag dat er genoeg jobs zijn voor wie geen werk heeft. Maar als we de cijfers bekijken komen we tot een opvallende conclusie. Eind juni 2018 waren er in Vlaanderen 52.302 vacatures rechtstreeks aan de VDAB gemeld, voor 184.191 niet-werkende werkzoekenden. Stel dat je al die werkaanbiedingen zou kunnen invullen, wat een utopie is, dàn nog zouden meer dan 132.000 werkzoekenden buiten de prijzen vallen.

Op federaal niveau zijn er nu 140.000 openstaande vacatures voor 360.784 werkzoekenden met recht op een uitkering. Dat betekent dat er voor 220.784 werkzoekende geen werk is. Waarom moeten er dan maatregelen worden genomen die alle werklozen treffen? Zo kan je alleen maar besluiten dat de versnelde afbouw van de werkloosheidsuitkeringen een pure en zoveelste besparingsmaatregel is.

Voeling met de realiteit is weg

Onze politici worden goed betaald en gesoigneerd, met dank aan de belastingbetaler: zij mogen er wel mee ophouden om het inkomen van werkzoekenden, dat al geen vetpot is, nog meer te beperken. De uitkering van een alleenstaande werkloze zakt naar 1.031 euro bruto per maand. Dat is 108 euro minder dan de armoedegrens voor alleenstaanden die op 1.139 euro per maand ligt. Kom daarmee maar eens rond na de betaling van vaste kosten zoals huishuur, elektriciteit, water en gas.

Wat heeft in ‘s hemelsnaam federaal minister van Werk Kris Peeters (CD&V) bezield om een onderzoek te laten uitvoeren om de werkloosheidsuitkeringen nog sneller te doen zakken? Ook hij weet perfect dat er geen banen zijn voor alle werkzoekenden. Hoe verzoent hij zijn aanpak met zijn christelijke normen en waarden? Hebben al onze ministers iedere voeling verloren met de realiteit door hun hoge maandelijkse wedde? Die bedraagt 10.786 euro per maand of 10 keer meer dan de uitkering van een alleenstaande werkzoekende. Werkloos zijn is niet de schuld van de werkloze.

Lagere uitkeringen helpen niet

Lagere uitkeringen zetten niet meer mensen aan het werk. Ze duwen wel mensen almaar meer in de armoede. In 2017 leefde 15,9 procent van de Belgische bevolking onder de armoedegrens. Dat is 1,3 procentpunt meer dan in 2010 (14,6%). Bovendien leeft een even groot percentage op of net boven deze armoedegrens. Als in zulke gezinnen een loon of uitkering zakt, een inkomen wegvalt of iemand ziek wordt, komen deze mensen ook in de armoede terecht. Het grootste risico lopen alleenstaande ouders, vrouwen en gezinnen met kinderen (0-24 jaar), zoals blijkt uit het Armoederapport 2017.

De stijging van het aantal mensen in armoede is voor een groot deel te wijten aan strengere regels om een uitkering te kunnen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan de maatregel die een pak minder schoolverlaters recht geeft op een uitkering. Onder andere daardoor is de officiële werkloosheid bij jongeren onder de 25 jaar gedaald met 16,4 procent.

De werkloosheidsuitgaven zijn gedaald met 1,6 miljard euro, deels door een verstrenging van de werkloosheidsregels. Het valt op dat de regering-Michel 1,6 miljard wil uittrekken voor strategische investeringen in de periode 2018-2021. Zo betaalt de regering bijvoorbeeld uitgaven voor het Justitiepaleis in Brussel, de oprichting van een vijfde Europese school, de oprichting van een ‘digital governement fund’ en een aantal onderzoeksinvesteringen.

Het raakt de regering haar kouwe kleren niet dat meer mensen in armoede terecht komen, ondanks de belofte om de uitkeringen te verhogen tot de Europese armoedenorm. Een zoveelste gebroken belofte. De heksenjacht tegen werklozen gaat onverminderd door. Kijk maar naar de invoering van een verplichte gemeenschapsdienst. Arm, armer, armst.

Ander beleid is mogelijk

De regering volhardt in haar scheef en onrechtvaardig beleid. Zij blijft keihard voor gewone mensen met tegenspoed en poeslief voor gefortuneerden die niets tekort komen. De vakbond weet dat er andere keuzes kunnen en moeten worden gemaakt. De LBC-NVK pleit voor een heel ander zomerakkoord, met politieke keuzes waar alle werknemers wél beter van worden.

De vakbond is vragende partij voor een ernstig banenplan met garanties voor degelijke jobs en faire inkomens voor jong en oud. We pleiten voor het behoud en de versterking van collectief onderhandelde loonbarema’s die objectief, eerlijk en transparant zijn. Voor een loopbaanplan dat werknemers genoeg zuurstof gunt tijdens hun hele loopbaan. Voor een eindeloopbaanplan geënt op de regel 55-50-65: landingsbanen met recht op een uitkering vanaf 55, SWT zonder beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt vanaf 60, wettelijk pensioen voor iedereen op 65. Een pensioen met punten is onwenselijk. Werknemers moeten zich kunnen bijscholen op basis van het idee van ‘levenslang en levensbreed leren’. De regering moet eindelijk werk maken van eerlijke en rechtvaardige belastingen en van een versterking van onze sociale zekerheid. Gratuite lastenverlagingen moeten aan banden worden gelegd. En werkgevers moeten veel meer op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken.

Kortom, TAMARA: There Are Many Alternatives Ready & Available.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content