Extra bankentaks treft vooral depositobanken
Door verschillende belastingaftrekken te verminderen, verplicht de overheid de financiële sector dit jaar 100 miljoen euro extra belastingen te betalen. Van een grote hervorming van de bankheffingen is voorlopig geen sprake. Kleinere banken met veel spaardeposito’s blijven benadeeld.
De regering-Michel had eerder al beslist dat de financiële sector dit jaar 100 miljoen euro extra moest bijdragen aan de begroting. In eerste instantie wilde zij dat realiseren door de notionele-intrestaftrek (fiscaal voordeel in functie van het eigen vermogen) voor banken en verzekeringsmaatschappijen te schrappen. Maar dan zouden bepaalde banken buiten schot blijven. Daarom werd een nieuw plan uitgewerkt. Het voorstel dat nu op tafel ligt, voorziet in de afbouw van aftrekposten. Zo zullen banken en verzekeraars minder gebruik kunnen maken van de notionele-intrestaftrek, maar ze zullen ook minder verliezen uit het verleden en dividenden uitgekeerd door een dochterbedrijf (de zogenaamd ‘definitief belaste inkomsten’) fiscaal kunnen aftrekken.
Geen shift
De regeling moet de overheid dit jaar 75 miljoen van de banken en 25 miljoen van de verzekeraars opleveren. Dat komt boven op de 950 miljoen euro die de banksector in 2014 betaalde aan banktaksen en -heffingen. Bovendien moeten de Belgische banken dit jaar nog eens 350 miljoen euro bijdragen tot het Europese resolutiefonds.
De heffingen zijn voor veel banken een bittere pil om te slikken. Vooral de kleinere banken met veel spaardeposito’s zijn ontevreden. Zij hebben de financiële crisis niet veroorzaakt, moesten niet gered worden door de overheid, maar moeten wel proportioneel meer banktaksen betalen dan de grootbanken. Luc Versele van Crelan had vorige week nog gepleit voor een interne shift in de banktaksen: minder belastingen op deposito’s en meer op risicovolle activiteiten. Daarvan is in het huidige voorstel geen sprake.
Versele reageert dan ook ontgoocheld: “We hadden gehoopt dat men meteen het hele systeem zou hervormen. Zo zouden de kleinere banken die zich vooral met spaargeld financieren en minder op de financiële markten actief zijn, ontzien worden. Nu draaien we mee op voor een extra factuur, zonder garantie dat de heffingsbasis ooit aangepast wordt. Ik vind dat toch een beetje concurrentievervalsing. De grootbanken halen hun slag thuis.”
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt zegt dat de extra belasting van 75 miljoen vooral door de grootbanken betaald zal worden. En hij wijst erop dat de bijdrage voor het Europese resolutiefonds ook meer de grootbanken treft, omdat Europa meer rekening houdt met de grootte van de balans en met de risico’s die een bank neemt. Er is volgens hem dus een “beperkte correctie van het systeem”, al geeft hij toe dat de kleinere spaarbanken nog altijd benadeeld worden.
Dirk Wouters, CEO van Bank van Breda, hoopt dat de regering haar engagement nakomt om het systeem helemaal te hervormen: “De regering heeft haar intentie genotuleerd om vanaf 1 januari 2016 de abonnementstaks en de taks op de kredietinstellingen te vervangen door een eengemaakte jaarlijkse taks, gebaseerd op het volume afgeleide producten en het balanstotaal van de instelling.”
De grootbanken zijn echter tegen zo’n hervorming. Als zij in België meer belastingen moeten betalen op hun buitenbalansproducten en marktinfrastructuur, zou dat kunnen leiden tot een verhuizing van afdelingen naar het buitenland.
PATRICK CLAERHOUT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier