Stijn Fockedey

‘Europa moet minder afhankelijk worden van China’

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

De Europese Unie staat voor een nieuwe afspraak met de geschiedenis. In 2015 greep de unie het emissieschandaal niet aan om Europese autofabrikanten tot een versnelde shift naar elektrische wagens te verplichten. Nu zou ze een versnelling hoger moeten schakelen om de Europese economie weerbaar te maken tegen de meer dan waarschijnlijke clash tussen de Verenigde Staten en China. Zelfs Apple bereidt zich voor op harde tijden.

De Chinese aandelen krijgen een klap, omdat de westerse investeerders wegvluchten. Begrijpelijk, want de sirenes gaan af. President Xi Jinping maakte van de bekrachtiging van zijn derde ambtstermijn als secretaris-generaal van de Chinese Communistische Partij een demonstratie van zijn autoritaire macht. De theatrale verwijdering van ex-premier Hu Jintao uit het partijcongres zoog alle aandacht weg, waardoor onder de radar bleef dat voor het eerst de topman van de veiligheidsdienst MSS in het belangrijkste partij-orgaan is gehesen. Volgens China-experts is dat nooit gezien en toont het aan dat Xi nog meer een prioriteit maakt van repressie. Voor alle onvrede zal er nog maar één getolereerde uitlaatklep zijn: nationalisme. Daardoor heeft Xi nog meer de handen vrij om Taiwan al dan niet binnen te vallen.

De Europese Unie werkt nog te weinig aan de opbouw van haar weerbaarheid tegen een geopolitieke storm.

De Verenigde Staten van hun kant worden almaar agressiever in hun pogingen om China af te blokken. Net voor de start van het partijcongres lanceerde het een nooit geziene economische sanctie: het is Amerikanen verboden op wat voor manier dan ook China te helpen met het ontwikkelen en produceren van geavanceerde computerchips of andere halfgeleiders. De Chinese halfgeleiderindustrie krijgt daardoor een enorme klap, omdat ze nog enorm steunt op westerse knowhow.

En dan is er nog Apple, dat deze maand aankondigde dat het versneld zijn productiecapaciteit in India opbouwt. Tegen 2025 wil het er al 25 procent van zijn iPhones assembleren. Nu is dat nog maar 5 procent. Apple is het westerse bedrijf dat wellicht het meeste profiteert van China’s economische groeispurt, en nu een nooduitgang bouwt. Het dekt zich in voor het moment dat het niet langer kan steunen op het enorme netwerk aan onderaannemers en leveranciers in China. Het heeft bovendien een oorlogskas van meer dan 180 miljard dollar, om zijn toeleveringsketen buiten China weer op te bouwen in het geval van een groot conflict tussen de Verenigde Staten en China. Andere bedrijven overleven zo’n shock enkel als de overheid hun weer miljarden toestopt, zoals tijdens de coronacrisis. De pandemie kon je nog een zwarte zwaan noemen, maar het conflict tussen de Verenigde Staten en China is ondertussen zo hard aan het smeulen dat niemand nog naïviteit zou mogen faken.

De Europese Unie werkt nog te weinig aan de opbouw van haar weerbaarheid tegen een geopolitieke storm. De Duitse kanselier Olaf Scholz wil ingaan tegen zowat alle geopolitieke en veiligheidsadviseurs in Duitsland, en een Chinese rederij een sleutelpositie laten verwerven in de haven van Hamburg. Op politiek niveau proberen de Europese beleidsmakers een hardere lijn tegen China aan te houden, maar al te vaak wegen de economische belangen op korte termijn zwaarder. Bovendien volstaat een assertievere opstelling niet eens. De Europese Unie heeft in de eerste plaats een economische strategie nodig, om versneld haar afhankelijkheid van China af te bouwen. Om het heel concreet te maken: wat is het plan als Audi en co straks geen wagens meer kunnen verkopen in China, hun belangrijkste markt? En wat als Chinese leveranciers opeens achter een nieuw IJzeren Gordijn zitten?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content