Er breken barre economische tijden aan: drie aanwijzingen
De obligatiemarkten signaleren een recessie. De Duitse economie krimpt. De Chinese industriële productie staat op het laagste pitje sinds januari 2002. De bewijzen tegen een gezond groeiende economie stapelen zich op.
Voor het eerst sinds 2007 eisen beleggers minder rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties dan op tweejarige treasuries. Dat meldt het persagentschap Bloomberg. Ook in het Verenigd Koninkrijk is er voor het eerst sinds 2008 een zogenoemde inverse rentecurve. Voor heel kortlopende staatsobligaties, waarvan de inleg na drie maanden wordt terugbetaald, was de rentecurve al sinds maart omgekeerd.
1. De kans op een recessie is één op de drie
De obligatiemarkten zeggen hiermee tegen de centrale banken dat ze achter de feiten lopen. De centrale banken dicteren de rentevoeten op kortlopende obligaties door de beleidsrente hoger of lager te zetten. De rentevoeten op langlopende obligaties zijn meer onderhevig aan de verwachtingen voor economische groei en inflatie.
In normale tijden bieden de langere looptijden meer rente, want het duurt langer vooraleer beleggers het geld dat ze aan een land lenen terugzien. Hoe langer de looptijd, hoe hoger in principe ook het risico op wanbetalingen en hoe moeilijker om economische voorspellingen te doen. Wie weet wat er de komende jaren op ons afkomt? De ommekeer van de rentecurve zat er al een tijdje aan te komen en weerspiegelt de bezorgdheid van beleggers over de sputterende economische groei.
De New York Fed Recession Index kijkt bijvoorbeeld naar de verhouding tussen de obligaties op tien jaar en op drie maanden. De lokale afdeling van de Amerikaanse centrale bank in New York berekent de kans op een recessie binnen de twaalf maanden. Die index zit bijna op zijn hoogste peil sinds de wereldwijde financiële crisis en schat de waarschijnlijkheid op 31,5 procent. Deze New York Fed-index staat hoog aangeschreven en wordt door veel beleggers in de gaten gehouden, maar is natuurlijk niet feilloos.
2. De grootste economie van de eurozone krimpt
Duitsland moest vandaag een economische krimp met 0,1 procent opbiechten. De economie stagneert, na een lange periode van sterke groei. “Handelsconflicten, onzekerheid en een worstelende autosector hebben de Duitse economie eindelijk op de knieën gekregen”, zegt ING-econoom Carsten Brzeski. “Vooral de toegenomen onzekerheid en niet zozeer de rechtstreekse effecten van het handelsconflict hebben het sentiment en de economische activiteit onderuit gehaald.”
Vorig jaar dreigde er nog oververhitting voor de grootste economie van de eurozone, en waren er tekorten aan de aanbodzijde. Vandaag laat de vraag het afweten. “De economische afkoeling is niet echt nieuw, maar de verzwakking van de binnenlandse economie baart zorgen. De recente gebeurtenissen tonen dat de weerbaarheid van de binnenlandse economie tegen externe schokken afneemt”, voegt Brzeski toe. “Winstwaarschuwingen van bedrijven, de eerste ontslagrondes, minder lange werkdagen, een daling van het consumentenvertrouwen en minder activiteit in de dienstensector doen alarmbellen afgaan.”
3. De Chinese industrie valt stil
De Chinese industriële productie groeide in juli slechts 4,8 procent jaar op jaar, terwijl economen 5,8 procent hadden verwacht. Een maand eerder bedroeg de groei van de industriële productie nog 6,3 procent. Zo’n lage groei is voor het laatst in China opgetekend in januari 2002. Dat zou betekenen dat de maakindustrie in China er slechter aan toe is dan tijdens de wereldwijde financiële crisis. “De belangrijkste reden is de slabakkende markt voor auto’s en auto-onderdelen. De bouw is begonnen aan de grote infrastructuurprojecten die door de lokale overheden gefinancierd werden met de uitgifte van speciale obligaties, maar die constructies leveren een te kleine bijdrage aan de industriële productie om het verval van de automarkt op te vangen”, weet ING-econome Iris Pang.
In China is de kans groter dan in Duitsland dat de overheid de economie nog wat extra zal stimuleren, om de pijn te verzachten. “China heeft geen overwinning geclaimd, nadat de Verenigde Staten de datum voor de bijkomende 10 procent invoerheffing op sommige Chinese producten hebben uitgesteld van 1 september naar 15 december”, zegt Pang. De overheid stelde de invoering van deze tarieven uit om de leveringen voor het Amerikaanse shoppinghoogseizoen buiten schot te houden. “Ik verwacht ook niet dat de Chinese exporteurs echt vrolijk worden van deze vertraagde invoering van de importheffingen, tenzij de vraag vanuit de VS zeer sterk zal zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier