Energiepact is bij voorbaat uitgehold

© Belga
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Federaal energieminister Marie-Christine Marghem en haar regionale collega’s Annemie Turtelboom, Paul Furlan en Céline Fremault staan in 2016 voor de echte lakmoesproef. Ze moeten op de proppen komen met het Interfederaal Energiepact. Gelukkig kunt u, tegen beter weten in, hopen op Europa. Luc Huysmans

Het Interfederaal Energiepact moet onder andere onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen beperken door de consumptie te verminderen, en alternatieve productiebronnen te ontwikkelen. België wil ook onderzoek en ontwikkeling stimuleren, en een stabiel investeringsklimaat verzekeren.

Die nieuwe investeringen zijn broodnodig. In de periode 2023-2025 moet zowat de helft van onze energieproductie worden vervangen. Op dat moment worden de kerncentrales definitief buiten werking gesteld. Alleen heeft de recente beslissing om de levensduur te verlengen van de twee oudste kernreactoren het animo van kandidaat-investeerders een forse knauw gegeven. Er is geen enkele garantie dat de andere reactoren over tien jaar effectief dicht gaan.

Ook voor die andere ambitie, het ontwikkelen van alternatieve productiebronnen, ziet het er somber uit. Voor zowel fossiele (gas, kolen) als groene energie blijft de marktprijs van elektriciteit een belangrijke inkomstenpost in elk businessplan. Die wordt door de verlenging omlaag geduwd. Met nieuwe, dure centrales concurreren tegen afgeschreven kernreactoren is helemaal onbegonnen werk.

Harde garanties

Het laat zich dus aanzien dat het ‘stabiele investeringsklimaat’ gepaard moet gaan met harde garanties om de investeerders over de streep te trekken. Niet alleen politieke, met name dat de kernuitstap dan wél wordt gerealiseerd, maar vooral ook financiële. Capaciteitsvergoedingen dus: overheidssteun om een centrale beschikbaar te houden.

Onze energiebevoorrading zal de komende jaren alleen maar meer overheidsgeld vergen. Hernieuwbare energie krijgt relatief gezien almaar minder subsidies, maar de noodzakelijke back-up – gas- of kolencentrales – heeft evenzeer ondersteuning nodig. Met als toetje dat ook de vrije markt in de verkoop van energie zwarte sneeuw ziet: de marktprijzen liggen zo laag dat het betwijfeld mag worden of alle ‘nieuwkomers’ (lees: niet Electrabel of EDF Luminus) eind 2016 zullen halen.

De nota ‘Fundamenten voor een Energievisie’, het document waarop het Energiepact zal worden gebaseerd, barst van de wollige praat, maar een duidelijke richting valt er niet in te bespeuren. Marghem en haar regionale collega’s plaatsen zich daarmee in een lange reeks energieministers die met weinig kennis van zaken beslissingen nemen waarvan ze de draagwijdte amper kunnen inschatten, of die ervoor zorgen dat de zelf geformuleerde doelstellingen onhaalbaar worden.

Strategisch basisgegeven

Er rest dus weinig anders dan, bij gebrek aan beter, onze hoop te stellen op Europa. Daar wil Europees Commissaris Maro¨ ¦ef?ovi? de Energie Unie tegen eind volgend jaar in wetsvoorstellen gieten. Behalve een meer geïntegreerde energiemarkt, waardoor import en export van energie vlotter kunnen gebeuren, wil de Slowaak ook een nieuw marktontwerp op tafel leggen. Dat moet het mogelijk maken hernieuwbare energie beter te integreren, de uitrol van slimme netten te stimuleren, en kosten te besparen door betere samenwerking over de grenzen heen.

Energie is voor elk land een strategisch basisgegeven: het beïnvloedt rechtstreeks de concurrentiekracht van bedrijven, de aantrekkelijkheid als investeringsland en de koopkracht van de gezinnen. De Belgische regeringen van ruwweg de jongste twee decennia hebben dat compleet onder de mat geschoven. De voornaamste beslissingen worden nu al in het buitenland genomen. Dat Europa de komende jaren steeds meer greep krijgt op het nationale energiegebeuren, kan voor ons land alleen maar een goede zaak zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content