ECB zuinig met extra cadeaus onder de kerstboom (video)

© belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Zoals verwacht duwt de Europese Centrale Bank (ECB) het monetaire gaspedaal verder in als reactie op de tweede covid-19-golf die door het eurogebied raast. Iedereen, van de overheid tot de gezinnen, kan blijven rekenen op spotgoedkoop krediet uit Frankfurt tot de covid-19-crisis voorbij is. Voor de financiële markten had het nog iets meer mogen zijn.

Wees niet bang om kosten nog moeite te sparen om de covid-19-crisis het hoofd te bieden, wij houden de financieringskosten laag. Dat is de belangrijkste boodschap die ECB-voorzitter Christine Lagarde vandaag impliciet bracht aan de overheden in het eurogebied. De overheidstekorten mogen hoog oplopen, de overheidsschulden mogen stratosferische niveaus bereiken, een stijging van de langetermijnrente hoeven de regeringsleiders niet meteen te vrezen. Daar zorgt de ECB voor door massaal overheidsobligaties op te kopen. Zoals verwacht stak de ECB vandaag nog een tandje bij. Ze pompt 500 miljard euro extra in de economie. De financiële markten hadden op nog een extraatje gerekend, maar meer liet het compromis van de raad van bestuur van de ECB niet toe. Het pandemieprogramma om overheidsobligaties aan te kopen wordt verhoogd van 1350 miljard euro naar 1850 miljard euro. De looptijd van dat programma wordt ook verlengd tot minstens maart 2022. De ECB zegt dat ze overheidsobligaties blijft opkopen tot de covid-19-crisis voorbij is.

Financiële munitie

Dit jaar zal de ECB ongeveer 70 procent van de nieuwe overheidsschulden in het eurogebied hebben opgekocht. In 2021 zal ze dat kunstje herhalen. Technisch gezien gaat het niet om een onwettelijke directe financiering van de overheden, want de ECB koopt de obligaties op de secundaire markt op, maar in de praktijk komt het daar wel op neer. De ECB verschaft de financiële munitie die de overheden nodig hebben in de strijd tegen covid-19.

De ECB heeft trouwens niets liever dan dat de overheden een expansief fiscaal beleid voeren om de economie er opnieuw bovenop te helpen. Hoe groter de inspanning van de overheden, hoe minder de ECB op termijn moet doen om de groei en de inflatie op het gewenste peil te krijgen. De ECB botst tegen de limieten van haar mogelijkheden. De overheden kunnen veel directer de economie stimuleren door extra geld uit te geven. De centrale banken kunnen enkel indirecte steun geven door het geld goedkoop ter beschikking te stellen.

Lees verder onder de video

Bedrijven en gezinnen

De ECB blijft niet alleen overheden uit de wind zetten. Ze probeert ook de kredietstroom naar bedrijven en gezinnen gaande te houden. Het favoriete instrument van de ECB aan dat front is het programma van TLTRO’s, of targeted longer-term refinancing operations. Dat programma houdt in dat de commerciële banken gesubsidieerd worden als ze de kredietstroom naar bedrijven en gezinnen op peil houden. Als de banken in dat programma geld lenen van de ECB, krijgen ze een rente van 1 procent toegestopt. Als prikkel kan dat tellen. De banken hebben op die manier al 1500 miljard euro geleend van de ECB. Zoals verwacht, verlengt en versoepelt de ECB ook dat programma, omdat ze signalen opving dat de kredietvoorwaarden krapper werden. Het programma wordt met twaalf maanden verlengd tot eind juni 2022. In de tweede helft van volgend jaar voorziet de ECB ook drie financieringsrondes waarbij de banken extra kredieten kunnen krijgen.

De ECB gaat ook door met het gewone aankoopprogramma van activa ter waarde van 20 miljard euro per maand, zolang dat nodig is. De beleidsrentes blijven, ook zoals verwacht, onveranderd. De op dit ogenblik meest relevante beleidsrente, de depositorente, blijft op -0,5 procent. De ECB zegt dat die rentevoeten op dit lage peil blijven tot de inflatie op een robuuste en consistente wijze het gewenste peil van bijna 2 procent bereikt.

Dat is nog niet voor morgen. De ECB verwacht in 2021 een inflatie van 1 procent, in 2022 een inflatie van 1,1 procent en in 2023 een inflatie van 1,4 procent. Zeker op korte termijn blijft de inflatie laag omdat de vraag zwak blijft, de lonen amper stijgen en de euro in waarde gestegen is, wat de invoer goedkoper maakt. Op middellange termijn moet de inflatie steun krijgen van het herstel van de economie. Toch vragen waarnemers zich af of de ECB voldoende doet als ze zelfs tot in 2023 haar inflatiedoelstelling niet dreigt te halen. De financiële markten reageren lauw op de besluiten van de ECB. De beurzen dalen licht, terwijl de euro aantrekt. Investeerders hadden gehoopt op een iets grotere stimulus.

Groepsimmuniteit

De ECB heeft ook haar groeiverwachtingen aangepast in vergelijking met september. Die zijn slechter op korte termijn, maar beter op lange termijn. Op korte termijn weegt de tweede besmettingsgolf op de economische activiteit. Op langere termijn moet het vaccin de weg vrijmaken voor het herstel. “Tegen eind 2021 moet de groepsimmuniteit hoog genoeg zijn om een normale werking van de economie toe te laten”, zegt Christine Lagarde. De ECB verwacht voor dit jaar een economische krimp van 7,3 procent in het eurogebied. Volgend jaar is een herstel mogelijk van 3,9 procent. In 2022 rekent de ECB op een groei van en 4,2 procent. De onzekerheid blijft echter groot. Vooraleer de vaccins voldoende uitgerold zijn, kunnen nieuwe besmettingsgolven de economie achtervolgen. “De ECB is klaar om het beleid aan te passen als dat nodig is”, zegt Christine Lagarde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content