De Europese Green Deal onder de loep: wat moet er gebeuren en wie gaat het betalen?

GREEN DEAL "De Green Deal is een gigantische herbestemmingsoperatie van middelen van bruine naar groene projecten en sectoren."
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Met de Green Deal legt de Europese Commissie de klimaatlat heel hoog. Het is wachten op concrete voorstellen. Maar de Europese middelen blijven beperkt, dus moet het gros van de inspanningen komen van de nationale overheden, huishoudens en bedrijven.

Duizend miljard euro. Dat bedrag moet de European Green Deal van de Europese Unie in de komende tien jaar aan het werk zetten. Het paradeproject van de nieuwe Europese Commissie, onder leiding van de Duitse christendemocrate Ursula von der Leyen, moet Europa tegen 2050 klimaatneutraal maken.

In vergelijking met de voorgaande Commissies is er een trendbreuk, zegt Philippe Lamberts, Belgisch Europarlementslid voor Ecolo. “Het verschil met de Commissies-Juncker en -Barroso is groot, in woord althans. Het is nog wachten op de praktische invulling.” Andrea Renda van de denktank CEPS ziet het ook zo. “Het Europese beleid was al opgeschoven van puur economische groei naar duurzame ontwikkeling. Nu schuift het nog verder op. Europa bekijkt voor zijn beleid vanaf nu alles door de lens van de Green Deal”, zegt hij.

It’s the coal, stupid

Een klimaatneutrale EU stopt de wereldwijde klimaatopwarming niet. Europa is verantwoordelijk voor minder dan 10 procent van de globale uitstoot. De oplossing om die tot nul terug te brengen, is gelukkig veel eenvoudiger dan het lappendeken dat de Green Deal is. Dat blijkt uit het onderzoek van de Zweedse klimaateconoom John Hassler van de universiteit van Stockholm.

Enkel steenkool staat een wereldwijde klimaatneutraliteit in de weg, zegt hij. “Dat is de belangrijkste conclusie van ons onderzoek”, zegt Hassler. “Conventioneel gas en olie kunnen en moeten we nog gebruiken. Zelfs als we alle reserves daarvan opgebruiken, is het opwarmingseffect op het klimaat minimaal.” Dat geldt niet voor steenkool. Die reserves moeten absoluut in de grond blijven zitten.

Om dat te bereiken, is volgens Hassler enkel een prijs op koolstofuitstoot nodig. “Die prijs hoeft zelfs niet zo hoog te zijn, maar hij moet wereldwijd gelden”, verklaart hij. “Als de prijs hoog genoeg is, is het niet langer winstgevend energie uit steenkool te halen.” Steenkool ontginnen is duur en de energieopbrengsten zijn relatief laag. Omgekeerd, kost olie- en gaswinning niet veel, waardoor die bronnen winstgevender zijn. Een koolstofprijs vreet dus slechts een beetje van de winstgevendheid van olie en gas weg, terwijl hij steenkool verlieslatend zou maken.

Hassler pleit er niet voor dat de geavanceerde economieën volop olie en gas gaan verbranden. “Het belangrijkste is dat China zijn steenkoolgebruik afbouwt en dat India en Afrika zich blijven ontwikkelen met zo min mogelijk uitstoot. De olie- en gasreserves moeten opgebruikt worden, maar niet door ons”, stelt de econoom.

Een koolstofprijs lost volgens Hassler het fundamentele probleem van de klimaatopwarming op. “De atmosfeer is een natuurlijke hulpbron om koolstof te absorberen. Die absorptiecapaciteit is echter beperkt voorradig en tegelijk gratis. Die combinatie zorgt altijd voor overconsumptie.”

Lees ook

‘Voer een CO2-taks in die steenkool van de Europese kaart veegt’

Die vergroeningsijver bleek al toen Von der Leyen haar nieuwe ploeg in september voorstelde. In alle bevoegdheden legde ze duurzaamheids- en klimaataccenten, van de eengemaakte markt, financiële regelgeving en innovatiebeleid tot landbouw, transport en sociaal beleid. Daarbovenop komen enkele nieuwe Europese fondsen en mechanismen.

Daarmee raakt de Green Deal aan bijna alle Europese beleidsdomeinen. De Nederlandse Europese commissaris Frans Timmermans is ervoor bevoegd en moet het geheel overzien. “Het is de eerste keer dat een Europese Commissie toegeeft dat klimaat zo’n holistische aanpak vergt, waarin ze al die domeinen betrekt”, zegt Tomas Wyns, onderzoeker in duurzame ontwikkeling aan het Institute for European Studies van de VUB.

Eind vorig jaar zette Von der Leyen de eerste grove krijtlijnen voor de Green Deal uit. “Dat was een vrij algemeen en vaag plan”, zegt Gregory Claeys, van de denktank Bruegel. “De komende maanden zal het uitkijken zijn naar concrete voorstellen om dat plan in te vullen”, zegt Claeys.

Sneeuwbaleffect

Midden januari kwamen die eerste concrete voorstellen er, waaronder het financiële plaatje. Een cijfer sprong daarin naar voren: 1000 miljard euro. Dat bedrag hoopt Von der Leyen met haar vergroeningsplannen te ‘mobiliseren’. Het gaat dus niet over 1000 miljard euro aan nieuwe klimaatuitgaven en -investeringen. De Commissie zal niet enkel in de eigen buidel tasten. Een deel van het EU-budget zal wel gaan naar duurzame projecten, investeringen en uitgaven. “In essentie betekent de Green Deal dat de klimaatgerelateerde uitgaven in het bestaande EU-budget stijgen van 20 naar 25 procent”, zegt Claeys.

De EU zal daardoor de komende tien jaar 500 miljard euro uitgeven aan klimaatprojecten en duurzame investeringen. De rest van die 1000 miljard euro hoopt de Commissie los te weken bij de lidstaten en de privésector, door via fondsen en de Europese Investeringsbank (EIB) garant te staan voor kredieten aan duurzame projecten. Zo hoopt ze op een sneeuwbaleffect van groene financiering vanuit de privésector en de lidstaten. De Green Deal is eerder een aanzwengelmechanisme, dan het ultieme middel om de Europa klimaatneutraal te maken. “De echte uitdaging zal zijn de Green Deal aan het bedrijfsleven en de lidstaten verkocht te krijgen als een investeringskans”, zegt Andrea Renda. “Bovendien hanteert de Commissie een gebrekkige methode om klimaatuitgaven te definiëren”, voegt Claeys toe.

GREEN DEAL
GREEN DEAL “China kijkt met argusogen naar hoe zo’n postindustriële samenleving eruit kan zien.”© REUTERS

Toch denkt hij dat al wat ‘groen’ is in de economie ervan zal profiteren. “De Green Deal is een gigantische herbestemmingsoperatie van middelen van bruine naar groene projecten en sectoren. Stel dat we alle oude gebouwen renoveren en verduurzamen. Dat zou heel wat banen en winstkansen opleveren voor de bouwsector. Hetzelfde geldt voor de sector van hernieuwbare energie.”

Eerlijke duurzaamheid

Behalve dat financiële plaatje presenteerde de Commissie ook al het rechtvaardige transitiemechanisme en -fonds, oftewel Just Transition Mechanism en Fund (JTM en JTF). Dat moet landen, regio’s en bedrijfssectoren waarvoor de klimaattransitie het meeste geld en inspanning zal kosten, ondersteunen met financiering, middelen en advies. “Het is logisch dat als eerste voor te stellen”, zegt Claeys. “De Commissie wil er een klimaatwet doorkrijgen, die de klimaatneutraliteit tegen 2050 wettelijk vastlegt en de doelstellingen rond het terugdringen van de uitstoot tegen 2030 verscherpt. Als ze wil dat lidstaten zich daartoe verbinden, moet ze ook de landen en de regio’s aan boord krijgen waarvoor die omslag extra zwaar zal zijn. Dat zijn vooral de Oost-Europese lidstaten, die veel koolstofintensievere economieën hebben.”

Met het JTF zal de Commissie de komende tien jaar 7,5 miljard euro uitdelen aan de lidstaten. De verdeelsleutel ligt al vast. België heeft recht op zo’n 68 miljoen euro, terwijl dat voor Polen 2 miljard is. Het wordt evenwel geen grabbelton, waarin lidstaten naar believen mogen graaien. Om aanspraak te maken op dat geld, zullen ze transitieplannen moeten voorleggen aan de Commissie.

Niet alle heil komt van de EU

Volgens Claeys is het niet zo’n goed idee van de Commissie zoveel poeha te maken rond die 1000 miljard euro. “In feite is er geen nieuw geld voor de Green Deal, behalve de 7,5 miljard voor het JTF. Dus het is geen kwestie van betaalbaarheid. Dit kunnen we betalen”, zegt hij. “Maar het lijkt veel geld, waardoor tegenstanders sneller zullen zeggen dat het te duur is. Het probleem is dat het niet ambitieus genoeg is. Dus aan het einde van de rit dreigt de Commissie ook nog eens mensen teleur te stellen die er veel van verwachten.”

Tomas Wyns vreest dat bij de lidstaten een vals gevoel van veiligheid ontstaat. “Ze mogen niet in de valkuil trappen dat alle heil van de EU zal komen. De verduurzaming van Europese economieën vergt meer inspanningen van de lidstaten dan van het Europese-niveau”, stelt hij. “De Green Deal is meer een manier om de duurzame ambities van de lidstaten hoog te houden en alle neuzen in dezelfde richting te krijgen, dan een plan op zich”, beaamt Claeys.

België mag de boot niet missen, aldus Wyns. Een gebrek aan vertrouwen en radicale ambitie speelt ons land parten, zegt de onderzoeker. “Ons land moet de knop omdraaien. Het gaat niet enkel over het klimaat en het milieu, maar over de economische transformatie van de samenleving. Dan heb je als land beter een pijplijn vol investeringsprioriteiten en een regelgeving op lange termijn, om in dat koppeloton te geraken. Nu wordt België vaak schoppend en schreeuwend over de streep getrokken.”

Over tien jaar

Zowel Claeys als Wyns vindt dat de Europese Commissie de kracht van de eengemaakte markt efficiënter moet inzetten voor haar duurzaamheidsdoelen. “Als de EU eisen oplegt rond de energie-efficiëntie van elektrische toestellen, dan heeft dat ook effect buiten de EU”, zegt Wyns. “Regelgeving kost niets en is vaak de beste aanzet tot verandering”, zegt Claeys.

Omdat de Green Deal zo’n alomvattend project is, zal het zich in de eerstkomende jaren nog niet concreet laten voelen in het dagelijkse leven. “Zelfs als de Commissie nu doorzet, zullen mensen daar pas over tien jaar de positieve gevolgen van voelen. Op korte termijn zullen dat kleine dingen zijn, zoals een verbod op plastic of wat prijzen die hier en daar veranderen”, denkt Andrea Renda van CEPS.

Op de middellange termijn verwacht Tomas Wyns wel veranderingen. “Hopelijk zal het de voorziening van groene stroom, de elektrificatie van voertuigen en de verduurzaming van gebouwen en landbouw versnellen”, zegt hij. “Concreet kan dat leiden tot meer laadpalen in het straatbeeld, meer aandacht voor circulariteit in de winkelrekken, zoals statiegeld, en schonere lucht. Hopelijk volgen ook grote infrastructuurinvesteringen in offshorewindenergie, hoogspannings- en lokale elektriciteitsnetwerken en de industrie.”

Als het lukt de Green Deal in de komende jaren en decennia in de praktijk te brengen, dan zal dat niet zonder effect blijven. “Als we economische groei, welvaart, een beter klimaat en lagere uitstoot aan elkaar weten te koppelen, zal iedereen ons als voorbeeld nemen. In China bekijken ze met argusogen naar hoe zo’n postindustriële samenleving eruit kan zien”, zegt Wyns.

De Belgische sectorfederaties reageren

Febetra Federatie van de Belgische transportsector

De Commissie wil in het kader van de Green Deal het Europese systeem voor emissiehandel (ETS) uitbreiden naar sectoren die er nu nog buiten vallen, zoals landbouw, wegtransport en afvalverwerking. Daar is Febetra niet voor gewonnen. “Wij zien er het nut niet van in”, zegt woordvoerster Mieke De Maegt. “Dat zal leiden tot een grote administratieve rompslomp voor een sector die voornamelijk uit kmo’s bestaat. Bovendien worden wij al via allerlei andere maatregelen in de richting van een groenere vloot geduwd, zoals een kilometerheffing en accijnzen op diesel.”

Het plan binnen de Green Deal om meer via binnenvaart en spoor te vervoeren, zal investeringen vergen, stelt De Maegt. ” Op kortere afstanden kunnen het spoor en de binnenvaart een oplossing bieden voor het fileleed. Maar we hebben de steun van de overheid nodig om twee hinderpalen weg te nemen: de kosten van de overslag van de vrachtwagen naar de trein of het binnenschip, en de investering in specifiek materiaal.”

Agoria Belgische federatie van de technologische nijverheid

Frank Vandermarliere, het hoofd van de studiedienst van Agoria, ziet in de Green Deal veel investeringskansen. “Zaken zoals energie-efficiënte gebouwen en slimme mobiliteit zijn onontkoombaar. Dat zie je nu al met strengere energienormen en zuinigere wagens. Die trend zal doorzetten, en daar moet onze technologische nijverheid blijven op inzetten”, zegt hij. “Alleen zo zullen er schaalvoordelen komen, waardoor die technologieën voor meer mensen beschikbaar worden. Kijk naar de zonnepanelen.”

Alleen ontbreekt het ons land aan ambitie, zegt ook Vandermarliere. “België en Vlaanderen kijken te defensief naar de klimaatdoelstellingen. Ze zien alleen maar de uitdaging, zonder oog te hebben voor de kansen”, stelt hij.

VWEA Vlaamse windenergie associatie

Bart Bode van VWEA hoopt dat de Green Deal de ambitie van ons land kan stuwen. “Wij willen vooral dat het onze regeringen ertoe aanzet hun doelstellingen te verhogen en het juiste beleidskader te voorzien om ze te realiseren. Nu schieten beide tekort”, zegt hij. “Europa moet dat afdwingbaar maken bij de lidstaten.”

Voorts hoopt hij dat met de Green Deal hernieuwbare energievoorziening meer ingeburgerd maakt. “We hopen dat zonnepanelen en windmolens meer gemeengoed worden. Nu is daar nog veel weerstand tegen, maar ik merk bij jongeren dat zij zich daar al geen vragen meer bij stellen.”

Bode ziet wel heil in de compensatie van getroffen lidstaten door het JTM. ” Een gebrek aan de geschoolde werknemers is vaak een reden voor landen om niet mee op de kar te springen. Maar in Roemenië scholen ze bijvoorbeeld volop oud-mijnwerkers om, zodat ze in de windenergiesector aan de slag kunnen gaan.”

Essenscia Belgische sectorfederatie chemie en lifesciences

In maart stelt de Commissie een nieuw Europees industrieel beleid voor. “Het is belangrijk dat ze erkent dat de Europese industrie actief is op een wereldmarkt en dat ze oog heeft voor de concurrentiekracht van onze bedrijven”, zegt Els Brouwers, hoofd klimaat, energie en economie van essencia. “Europa mag een voorloper zijn in klimaatneutraliteit, maar dan moet de rest van de wereld volgen. Zolang de afstand tussen de EU en de rest overbrugbaar is, kan die voortrekkersrol een competitief voordeel zijn. Als die kloof te groot is, wordt het een concurrentieel nadeel. De kosten moeten ook betaalbaar blijven voor de burgers. Die financiële transparantie ontbreekt voorlopig.”

Innovatie zal in dat nieuwe industriële beleid cruciaal zijn, aldus Brouwers. “Iedereen beseft dat klimaatneutraliteit enorm veel innovatie zal vergen. De vraag is welke steun industriële vernieuwing vanuit de Green Deal zal krijgen.”

De energiebehoeftes van de industrie zullen oplopen, maar daarover blijft de Green Deal vaag. “Op de vraag welke de energievoorziening van morgen zal zijn, krijgen we geen antwoord”, zegt Els Brouwers.

“Welke infrastructuur zal zorgen voor een voldoende, koolstofarme en stabiele energievoorziening? Een brede en globale visie op de energieproblematiek is een noodzakelijke voorwaarde om de doelstellingen van de Green Deal te halen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content