De Europese financiële regels tien jaar na de crisis: ‘De macht van de lobby blijft een groot probleem’
Een kapitaalmarktenunie, een bankenunie, versterkt financieel toezicht en de verduurzaming van de Europese financiële sector. Het is slechts een greep uit de ambitieuze voorstellen van de Europese Commissie. Ondanks de tegenwerking van de lidstaten zijn veel van die plannen gerealiseerd in de jongste tien jaar. Al blijft er nog een weg te gaan.
We zijn tien jaar en twee Europese legislaturen na de financiële crisis. In die periode heeft de Europese Commissie het volledige arsenaal aan financiële regelgeving en toezicht herschreven. Trends zette het hoofd van het Directoraat-Generaal financiële zaken (DG Fisma) van de Commissie samen met de voornaamste twee financiële waakhonden uit het maatschappelijk middenveld.
Na de crisis begon de Franse Eurocommissaris Michel Barnier met veel ambitie aan een hervorming van de Europese financiële regelgeving. “Tussen 2010 en 2013 was er een unieke kans om nieuwe financiële wetgeving erdoor te duwen, omdat de lidstaten met de daver op het lijf zaten”, zegt Olivier Guersent, het hoofd van DG Fisma en de toenmalige kabinetschef van Michel Barnier.
Vijf jaar later, bij het aantreden van de huidige Commissie, was het crisisstof gaan liggen en de angst weggeëbd, waardoor er heel wat minder animo was voor financiële hervormingen. Dat merkten ook Guillaume Prache van Better Finance en Benoît Lallemand van Finance Watch, twee ngo’s die waken over het Europese financieel beleid. Better Finance vertegenwoordigt de Europese spaarders en beleggers. Finance Watch ijvert voor meer transparantie, stabiliteit en duurzaamheid van de Europese financiële sector. De drie heren kijken met gemengde gevoelens naar de financiële hervormingen van de afgelopen vijf jaar.
Bij veel van de nieuwe Europese financiële wetgeving lag het eindresultaat van de overeenkomst tussen het Europees Parlement en de Raad van Ministers vaak ver af van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. Hoe komt dat?
OLIVIER GUERSENT. “Een algemeen probleem in de Europese Unie is dat er bij de lidstaten, die in de Europese Raad en Raad van Ministers vertegenwoordigd zijn, weinig animo is voor pan-Europese projecten. De crisis ligt intussen tien jaar achter ons en er is bij de landen weinig behoefte aan nieuwe regels.”
BENOÎT LALLEMAND. “De burger was beter af geweest, als de financiële regelgeving volledig in handen van de Commissie en het Europees Parlement was gebleven. In elk dossier hebben de lidstaten systematisch gaten in de wetsvoorstellen geslagen ten voordele van hun nationale kampioenen. Bij het minste gewin voor hun eigen land steken ze de pluimen op hun hoed en keren ze jubelend terug naar hun hoofdstad. Maar bij vragen over negatieve aspecten wijzen ze naar Europa. In dit klimaat van populisme is dat een kwalijke gewoonte.”
Ondanks die tegenkanting is onlangs het voorstel voor een pan-Europees pensioenproduct goedgekeurd. Een succes?
GUILLAUME PRACHE. “Het grootste financiële gevaar op lange termijn is de pensioentijdbom die op alle Europese burgers weegt. De overheidspensioenen zullen ontoereikend zijn en de tweede pijler is niet voor iedereen beschikbaar. Bovendien raakt de arbeidsmarkt almaar meer gefragmenteerd. Er is behoefte aan een eenvoudig en veilig Europees pensioenspaarproduct. We juichen het akkoord toe, ook al is de kapitaalgarantie misleidend en gaan de fiscale harmonisering ervan en het centraal toezicht erop niet ver genoeg.”
GUERSENT. “Die twee zaken zijn wel nodig voor het succes van zo’n pan-Europees product, maar ook dat wilden de lidstaten niet. Daarom moeten we eerst een eerlijk en goed gesprek met hen voeren over waar het naartoe moet, want op deze manier nieuwe wetgeving voorstellen heeft geen zin. Het idee de 340 miljard euro aan jaarlijks spaaroverschot in de EU te sturen richting langetermijninvesteringen, is wel goed.”
Het voorstel past in de kapitaalmarktenunie ofwel de Capital Markets Union, die de Commissie in 2015 lanceerde. Hoever staat het daarmee?
GUERSENT. “Dat is een project van lange adem. Pas over tien jaar zullen we zien of het een succes is. Het voorstel kwam er omdat we in de EU te sterk afhankelijk zijn van bankfinanciering. Meer dan 70 procent van de bedrijfsfinanciering verloopt via banken. Dat moet meer in evenwicht komen met financiering via eigen vermogen. Zeker voor kleine innovatieve bedrijven is daar behoefte aan. Daarvoor is een kapitaalmarkt als intermediërend kanaal nodig. In 2015 is het actieplan gelanceerd. In 2017 deden we een eerste evaluatie. Nu moeten we regelmatig peilen hoe alles loopt en bijsturen waar nodig.”
Tot zes maanden geleden wilde niemand weten van nieuwe antiwitwasregels. Pas toen onlangs de witwasschandalen in de banksector bovenkwamen, is dat riedeltje gestopt” Olivier Guersent, directeur-generaal DG Fisma
PRACHE. “Met een efficiënte kapitaalmarktenunie kan het Europese spaargeld beter ingezet worden om de behoeftes op lange termijn in te vullen, zoals huisvesting, pensioenen en onderwijs.”
Worden de spaarders en de beleggers voldoende beschermd? Ondanks nieuwe regels, zoals de MiFID II-richtlijn rond financiële markten en de PRIIPS-verordening rond investeringsproducten, blijven er klachten over de complexiteit en een gebrek aan vertrouwen bij de gewone mensen.
PRACHE. “Ondanks die nieuwe regels rond beleggersbescherming bieden banken nog altijd onvoldoende goedkope en eenvoudige producten aan. Het hoofdprincipe van MiFID II, duidelijke en niet-misleidende informatie, wordt het minst toegepast. Neem eender welk informatiedocument van een financieel product en 90 procent van de mensen begrijpt er niets van. Het principe van PRIIPS is ongelofelijk goed. Die richtlijn voorziet in een eenvormige informatieverplichting voor langetermijnspaarproducten, dus voor zowel beleggings-, spaar- als verzekeringsproducten. Zo’n horizontale aanpak is ongezien. Het moet alleen uitgevoerd worden.”
LALLEMAND. “Tien jaar terug waren er ambitieuze voorstellen, die de burgers wel gerust hadden kunnen stellen. Alleen heeft de Commissie in de uitwerking de complexiteit van de financiële sector weten te evenaren, in plaats van er weerwerk tegen te bieden. Het gestrande voorstel om grootbanken op te splitsen per activiteit is daar een pijnlijk voorbeeld van.”
GUERSENT. “Het klopt dat tien jaar geleden de spaarder niet onze eerste prioriteit was, wel de stabilisering van ons financieel systeem. Vijf jaar geleden hebben we die focus op de spaarder weer opgepikt, maar daar zijn we niet zo ver in geraakt als ik had gewild. Let wel, in de afgelopen tien jaar hebben we alle financiële wetgeving herschreven. Daar zijn ongetwijfeld fouten in geslopen, maar die wil ik rechtzetten op basis van een evaluatie op het terrein. We moeten uitkomen bij een eenvoudige en efficiënte regelgeving die over verschillende domeinen en producten heen van toepassing is. Daarmee kunnen we ook richting een horizontale consumentenbescherming gaan.”
PRACHE. “Het logische gevolg zou zijn dat we evolueren naar een twin peaks-model voor financieel toezicht (sector- en productoverschrijdende gedragsregels enerzijds en toezicht op de systemische risico’s en stabiliteit van het financieel systeem anderzijds, nvdr). Met zo’n horizontale regelgeving heeft het geen zin dat de toezichthouders elk in hun eigen sector of silo blijven. Vlak na de crisis was er nog een waterkans om dat twin peaks-model erdoor te krijgen. Jammer genoeg is het in de recente herziening van de Europese financiële toezichthouders zelfs niet besproken.”
In elk dossier hebben de lidstaten systematisch gaten in de wetsvoorstellen geslagen ten voordele van hun nationale kampioenen” Benoît Lallemand, secretaris-generaal Finance Watch
Wat houdt een doorgedreven gecentraliseerd Europees financieel toezicht tegen?
GUERSENT. “De lidstaten. Volgende vraag.”
PRACHE. “Daar zijn we het met zijn allen over eens.”
LALLEMAND. “Wegens het zogezegde verlies aan soevereiniteit.”
GUERSENT. “Tussen 2010 en 2013 zaten de lidstaten met de daver op het lijf. Voorstellen die voordien werden tegengehouden, werden toen wel mogelijk. Nu is de angst weg. Tot zes maanden geleden wilde niemand weten van nieuwe antiwitwasregels. Pas toen onlangs de witwasschandalen in de banksector bovenkwamen, is dat riedeltje gestopt. Lidstaten zien de noodzaak van een Europese toezichthouder voor hun toezichthouders niet in. Onterecht, zo is gebleken. Als je wilt dat in een eengemaakte markt alles werkt en iedereen beschermd is, heb je iemand nodig die de lidstaten op hun tekortkomingen wijst, want die hebben gevolgen voor iedereen.”
U verwees naar het Commissievoorstel van 2014 om grootbanken op te delen in zaken- en retailbanken. Was dat een gemiste kans?
LALLEMAND. “De bankenlobby is erin geslaagd iedereen te doen geloven dat het een aanval was op het model van universele banken. Maar dat was het niet. Het voorstel pleitte alleen voor een opdeling wanneer de verhouding tussen zaken- en retailactiviteiten te groot werd. Een zakenbank heeft een heel andere risicodynamiek en vergt daarom andere regelgeving.”
GUERSENT. “Ons voorstel zou in de praktijk zelfs tot geen enkele splitsing van een Europese grootbank geleid hebben. Desondanks waren zowel het Parlement als de Raad tegen en hebben we het ingetrokken.”
Is dat een teken van de almacht van de financiële lobby?
GUERSENT. “We worden heel fel belobbyd en steeds vanuit dezelfde hoek. Daarom heeft de Commissie voor een tegenlobby gezorgd, door Finance Watch en Better Finance op te richten en te financieren. Bovendien is geen enkel Directoraat-Generaal zo transparant het onze. Alle ontmoetingen van iedereen in onze afdelingen worden geregistreerd.”
LALLEMAND. “Waren de parlementsleden maar even transparant.”
PRACHE. “De macht van de lobby blijft een groot probleem.”
Hoe staat het met de verduurzaming van de Europese financiële sector?
LALLEMAND. “De expertengroep heeft een duidelijke definitie of taxonomie voor duurzame financiële producten en diensten opgesteld. Dat is een eerste stap in een verduurzaming die de volgende Commissie moet voortzetten. Zo willen we een shift van investeringen in bruine technologie naar groene investeringen. Dat is belangrijker dan alleen maar meer groen. Die taxonomie zal helpen de bruine vlekken in onze economie te herkennen. Die verduurzaming is ook gelinkt aan de stabiliteit van ons financieel systeem.”
Hoezo?
GUERSENT. “Een heleboel activa in de economie dreigen van vandaag op morgen niets meer waard te worden. Niet-duurzame investeringen worden een steeds groter financieel risico, zeker op lange termijn. Als de EU tegen 2050 CO2-neutraal wil zijn, moet ze in de komende tien jaar een kentering inzetten. Daarna is het te laat. Daar is jaarlijks 200 miljard euro aan extra investeringen voor nodig. Daarom hebben we de kapitaalmarktenunie nodig, om het nodige kapitaal en spaargeld naar duurzame langetermijninvesteringen te verschuiven. Als we daar in de komende tien jaar niet in slagen, laten we voor onze kinderen en kleinkinderen een onbewoonbare planeet achter.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier