De bvba wordt een besloten vennootschap: wie niet gezond is, mag geen dividend uitkeren

© GET
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Een op drie ondernemingen krijgt door de nieuwe vennootschapswet het statuut van een besloten vennootschap. Die mag slechts een dividend uitkeren na een liquiditeits- en solvabiliteitstest. Een op de vijftig bv’s die vorig jaar een dividend uitkeerden, faalde voor die testen.

Het nieuwe vennootschapswetboek (zie kader), dat eind februari werd goedgekeurd, heeft als gevolg dat alle bvba’s, eenmansvennootschappen en burgerlijke vennootschappen vanaf 2020 het statuut krijgen van een besloten vennootschap (bv). Dat geldt voor 372.536 ondernemingen, of een op de drie.

Geen kapitaal

Een belangrijke vernieuwing is de afschaffing van de kapitaalvereiste. “Die gaf schuldeisers van bvba’s een zekere financiële garantie”, zegt Elke Janssens, vennoot bij het advocatenkantoor NautaDutilh en gespecialiseerd in vennootschapsrecht. “Het wegvallen van het kapitaal wordt gecompenseerd door de nieuwe liquiditeits- en de al bestaande solvabiliteitstest bij de uitkering van dividenden.”

De solvabiliteitstest wordt ook de netto-actieftest genoemd. Die test houdt in dat er geen uitkering mag plaatsvinden als het eigen vermogen van de vennootschap negatief is of onder nul duikt door de uitkering. De liquiditeitstest houdt in dat de raad van bestuur onderzoekt of de besloten vennootschap na de uitkering haar schulden die de komende twaalf maanden opeisbaar worden, zal kunnen betalen.

Janssens: “Het bestuur moet voortaan bij de uitkering van een dividend een analyse maken over de balansstructuur en de toekomstige cashflow van het bedrijf. Beide testen moeten worden gemeld in een apart verslag van het bestuur aan de algemene vergadering. Die moet dan over de uitkering beslissen.”

Dividend terugstorten

Wat als de besloten vennootschap in de twaalf maanden na de uitkering toch over onvoldoende cash blijkt te beschikken en failliet gaat? “Als blijkt dat de test niet oordeelkundig werd uitgevoerd, moet de bestuurder de schade vergoeden die andere partijen als gevolg daarvan lijden”, stelt Nicolas de Crombrugghe, vennoot bij NautaDutilh. “De curator kan zich ook tegen de aandeelhouders keren en hun dividend laten terugstorten. Als ze eventueel misleid werden door de bestuurders, kunnen ze zich op hen verhalen. Die regeling verschilt van die van de naamloze vennootschap (nv), waar de aandeelhouders enkel een dividend moeten terugstorten als ze te kwader trouw zijn.”

De nieuwe wet verschilt dus van de oude, die bestuurders enkel aansprakelijk stelde als de solvabiliteitstest slordig was uitgevoerd. Janssens: “Bij de cashflowcontrole is er meer beslissingsmarge dan bij de vrij objectieve netto-kapitaalstest.”

Wie mag uitkeren?

Trends Business Information, dat nauwgezet de jaarrekeningen van bedrijven opvolgt, deed de test bij de ondernemingen die een besloten vennootschap worden. Zij keerden 4,5 miljard aan dividenden uit in 2017-2018.

Daarvan hadden er 261 een negatief eigen vermogen. Die keerden toch 17,8 miljoen euro dividenden uit. De liquiditeitstest faalt voor 7217 besloten vennootschappen in wording, omdat hun kortetermijnvorderingen lager zijn dan hun kortetermijnschulden. Zij keerden in totaal 780,8 miljoen aan dividenden uit. Een op de vijftig besloten vennootschappen, die vorig jaar een dividend uitkeerden, voldoet niet aan de nieuwe liquiditeits-, noch aan de netto-actieftest, blijkt uit de studie.

Dat betekent niet per se dat ze in gelijkaardige omstandigheden geen dividend mogen uitkeren. Ze kunnen dat perfect verantwoorden tegenover de aandeelhouders en eventueel derden. “Die ondernemingen hadden niet noodzakelijk een financieel probleem”, waarschuwt Janssens. “Het is best mogelijk dat ze actief zijn in een grotere groep, die hun verplichtingen waarborgt. Ze moeten voortaan wel een dividenduitkering verantwoorden in hun afzonderlijk verslag aan de algemene vergadering.”

Nieuw wetboek vennootschapsrecht

Het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen, dat vorige week werd goedgekeurd, geldt vanaf 1 mei voor nieuwe vennootschappen. De bestaande vennootschappen moeten de dwingende bepalingen van 2020 naleven, met een overgangsfase om de statuten aan te passen.

De krachtlijnen

– Zeventien vennootschapsvormen worden herleid tot vier: de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap, de coöperatieve vennootschap en de maatschap.

– De besloten vennootschap heeft in tegenstelling tot de bvba geen kapitaal. De aandelen kunnen vrij worden verkocht, dus zonder akkoord van de medevennoten (dat vandaag wel nodig is).

– Het statuut van de coöperatieve vennootschap geldt enkel voor organisaties die het coöperatieve gedachtegoed verdedigen.

– Het bestuur van de naamloze vennootschap kan bestaan uit een persoon. De statuten kunnen bepalen dat een bestuurder een vetorecht heeft over zijn eigen ontslag. Een bedrijfsleider kan dus zijn of haar aandelen overdragen zonder het risico te lopen ontslagen te worden.

– Ook vzw’s en stichtingen vallen onder het nieuwe wetboek.

– De besloten en de naamloze vennootschap mogen aandelen met meervoudig stemrecht uitgeven, mits 75 procent van de aandeelhouders akkoord gaat. In beursgenoteerde vennootschappen is dat 66 procent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content