Arbeiders en bedienden: een work in progress

© Thinkstock

Het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden moet verdwijnen. Wat is de stand van zaken?

Het Grondwettelijk Hof heeft met zijn arrest van 7 juli 2011 een deadline gesteld: de wetgever heeft nog tot 8 juli de tijd om de verschillen in opzeggingstermijnen tussen arbeiders en bedienden weg te werken en een oplossing te vinden voor de ongelijke behandeling van de carensdag.

Met de IPA-wet van 12 april 2011 werd een eerste stap gezet om de opzeggingstermijnen te harmoniseren. In die wet werden aangepaste termijnen uitgewerkt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst die aanving na 31 december 2011. De nieuwe wettelijke termijnen die een werkgever moet respecteren als hij een arbeider ontslaat, liggen 15 procent hoger dan die in cao nr. 75. Maar die regels zijn niet op alle arbeiders van toepassing. De oorspronkelijke opzeggingstermijnen bleven behouden voor sectoren die bij koninklijk besluit afwijkende opzeggingstermijnen hadden en sectoren die voorzagen in aanvullende financiële zekerheden en stabiliteit in geval van ontslag.

Voor bedienden met een brutojaarloon van minder dan 32.254 euro — de zogenoemde lagere bedienden — is er niets veranderd. Voor de hogere bedienden kwamen er twee aanpassingen. De opzeggingstermijnen worden sinds 1 januari 2012 berekend in dagen in plaats van in maanden. Als de werkgever een bediende ontslaat, geldt als uitgangspunt een opzeggingstermijn van 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit. De duur van de opzeggingstermijn ligt voortaan vast, terwijl die vroeger bij overeenkomst of door de rechtspraak werd bepaald.

De sectoren die in 2012 nog hun oorspronkelijke opzeggingstermijnen voor arbeiders konden behouden, hadden tot 1 januari 2013 de tijd om te onderzoeken of ze hun regeling moesten aanpassen. Nagenoeg alle sectoren hebben in de loop van 2012 hun huiswerk gemaakt. Dat resulteerde in diverse nieuwe koninklijke besluiten met aangepaste opzeggingstermijnen. Vanaf 2014 wordt het uitgangspunt voor de opzeggingstermijnen voor hogere bedienden teruggebracht van 30 dagen naar 29 dagen per begonnen jaar anciënniteit. De opzeggingstermijnen voor de lagere bedienden en de termijnen die de bedienden zelf moeten respecteren als ze ontslag nemen, zijn niet aangepast.

Met die maatregelen is de ongelijke behandeling van arbeiders en bedienden niet weggewerkt. Er zijn verdere inspanningen nodig om tegemoet te komen aan de eis van het Grondwettelijk Hof.

Isabel De Smet, legal expert

Partner Content