Ziekenfondsen moeten zichzelf heruitvinden

Roeland Byl redacteur bij Trends

In de discussie over waar te besparen in de sociale zekerheid komen al snel de ziekenfondsen in beeld. Maar valt daar wel geld te rapen? In elk geval staan ze voor de uitdaging zichzelf opnieuw uit te vinden. Daarover heeft de Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen nu ook zelf een infobrochure gemaakt.

” De digitalisering zal bij de ziekenfondsen op de deur blijven beuken”, zegt Louis Ide, specialist gezondheidszorg bij de N-VA. “Ook al proberen ze de realiteit nog af te remmen, ze zal de ziekenfondsen de komende jaren gewoon inhalen.” Niet dat de Vlaams-nationalistische partij op haar wenken bediend wordt, maar minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block (Open Vld) heeft al wel beloofd tegen 2018 de papierwinkel van de doktersbriefjes uit de wereld te helpen.

En daar blijft het niet bij. In het regeerakkoord staat een passage over de rol van de ziekenfondsen in het gemoderniseerde zorgbeleid. In dat verband heeft De Block vorig jaar bij het Rekenhof een doorlichting besteld.

Onderhandelen over de toekomst

Bovendien wil de minister ook met de ziekenfondsen een toekomstpact sluiten. Eerder kwam De Block al tot zo’n overeenkomst met de farmaceutische sector. De ziekenfondsen ontvingen deze zomer van de minister een eerste voorstel. Ze kregen de kans feedback te geven en hun eigen voorstellen aan de minister toe te lichten. “We verwerken die informatie en gaan opnieuw rond de tafel zitten met de ziekenfondsen zodra we een nieuw voorstel hebben”, laat het kabinet weten.

Het pact met de ziekenfondsen is allesbehalve eenvoudig. Ze vormen een machtig radertje in onze ziekteverzekering. Zij zitten mee in zowat alle beslissingsorganen bij het Riziv. Tegelijk stammen ze uit een tijd waarin onze maatschappij volledig in zuilen was georganiseerd. Hun vanzelfsprekende positie als administratief doorgeefluik staat in een digitaliserende wereld echter onder druk. Een gebrek aan transparantie van de jaarrekeningen en kritiek op het aanbod in de zogenoemde aanvullende ziekteverzekering komen daar- bovenop. “Je kunt je afvragen of het aanbieden van vakanties of het terugbetalen van een saunabezoek tot de kerntaken van de ziekenkas behoort”, zegt Louis Ide. “De aanvullende ziekteverzekering was vroeger ook niet verplicht. Nu is dat een commerciële tool om leden te werven. Ik denk dat veel ziekenfondsen ruimte hebben om aan introspectie te doen.”

Daarmee is zeker niet gezegd dat de ziekenfondsen overbodig zijn. Veeleer lijkt de regering aan te sturen op een modernisering van hun rol. Ook de OESO heeft daarover al aanbevelingen gedaan en de ziekenfondsen beseffen zelf dat ze niet louter uitbetalingsinstellingen kunnen blijven. Ook gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent) vindt dat de ziekenfondsen nog een toekomst hebben. “Ziekenfondsen zijn wel degelijk nodig”, zegt hij. “Zelfs al worden de administratieve taken geautomatiseerd, dan hebben ze een toekomst als preventieconsulent of zorgmakelaar.” Daarbij doelt de wetenschapper op de rol die ziekenfondsen kunnen spelen als adviseur voor hun leden in een steeds complexer zorglandschap, en bij het uitrollen van het preventiebeleid dat de overheid uittekent.

Het spreekt voor zich dat zo’n herformulering van kerntaken geen eenvoudig proces is. De elementen van die discussie liggen al enkele jaren op tafel, maar tot op heden hielden de ziekenfondsen zich veeleer op de vlakte. Dat de Onafhankelijke Ziekenfondsen met een brochure naar buiten komen over de zes prioritaire hervormingen, is daarom opmerkelijk. De andere ziekenfondsen onthouden zich voorlopig liever van commentaar. “Om de onderhandelingen over het pact alle kansen tot slagen te geven”, zegt CM-woordvoerder Dieter Herregodts.

Waarom verandert de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen het geweer dan van schouder? “Het denkproces in het kader van het toekomstpact is een interessante oefening geweest”, zegt directeur-generaal Xavier Brenez. “Wij willen met onze brochure tonen dat er vanuit de sector bereidheid is te evolueren. We hebben ideeën en we weten beter dan wie ook wat er nodig is om te moderniseren. En zoals we zeggen in het Frans: il vaut mieux agir que subir.”

De efficiëntievraag

In de grond draait de op stapel staande modernisering om twee elementen: aan de ene kant maatregelen die mikken op efficiëntieverhoging en aan de andere kant afspraken over toekomstige taken van de ziekenfondsen. De regering wil graag dat de ziekenfondsen evolueren naar gezondheidsfondsen, maar er is wel een strikt budgettair besparingskader. De regering bespaarde vorig jaar al 70 miljoen euro op de werkingsmiddelen van de ziekenfondsen; in de komende drie jaar moet er nog eens 100 miljoen euro vanaf.

Ruw gerekend ontvangen de ziekenfondsen elk jaar 1 miljard voor hun taken in de sociale zekerheid. Daarnaast halen ze via de premies voor de aanvullende ziekteverzekering nog eens naar schatting 700 miljoen euro op bij hun leden. Deze regeerperiode moet van die 1 miljard dus 170 miljoen af. Op hun totale werkingsmiddelen is dat ongeveer 10 procent.

De ziekenfondsen zegden hun medewerking aan een moderniseringspact volledig toe, maar laten zelden de mogelijkheid ongemoeid om te morren dat ze al fors bespaarden. Ook Xavier Brenez hamert daarop. “De sector heeft al een grote inspanning geleverd. Sinds 2012 kregen we elk jaar een structurele besparing te slikken. In 2018 zal het budget van de ziekenfondsen met 19 procent gedaald zijn tegenover 2012. ” Minister De Block reageert op zulke verzuchtingen met de verwijzing naar het besparingsdieet dat de hele overheidsadministratie treft. Ze ziet geen redenen om de ziekenfondsen te ontzien.

Maar er is ook de efficiëntievraag: leveren de ziekenfondsen een goede dienst voor wat de maatschappij ervoor betaalt? Uit enquêtes bllijkt dat de leden van de ziekenfondsen erg tevreden zijn. “In vergelijking met andere maatschappelijke stakeholders – inbegrepen de politiek – is het vertrouwen in de ziekenfondsen erg hoog”, onderlijnt Xavier Brenez. “Slechts 3,5 procent van de uitgaven in de ziekteverzekering gaat naar onze werking. Vergeleken met andere landen doen we het op dat punt zeker niet slecht.”

Die efficiëntieberekening aanvaardt niet iedereen. “Ik hoor altijd het argument van de ziekenfondsen dat ze hun taken goedkoop vervullen”, zegt Louis Ide. “Maar als ik de Eurostat-cijfers er- bij haal, zie ik een ander beeld (zie grafiek). Dan lijkt het resultaat eerder matig. Besparen is dus mogelijk, zodat meer geld naar de mensen gaat in plaats van naar structuren.”

Brenez vindt die redenering politiek begrijpelijk, maar niet noodzakelijk de juiste keuze in de praktijk. “Waarom moet iets wat goed werkt, ter discussie worden gesteld? Ik ben verbaasd over het pleidooi om onze dienstverlening in de handen van de staat te leggen. Ons systeem is historisch gegroeid, maar niet noodzakelijk slecht. Je kunt de ziekenfondsen ook vanuit een ander perspectief bekijken: eigenlijk besteedt de overheid die dienstverlening aan ons uit. Wij fungeren als privéspelers met een vastgelegd budget en wij worden gecontroleerd op sommige assen. Is dat systeem perfect? Zeker niet, maar wij zijn bereid te evolueren.”

“Als we het e-healthplan uitrollen zoals gepland, dan worden de ziekenfondsen automatisch efficiënter”, reageert gezondheidswetenschapper Lieven Annemans. “Hun klassieke taak verandert en ze moeten het beschikbare geld gebruiken om zich meer als zorgmakelaar te profileren. Dat is ook wat de OESO aanbeveelt: de ziekenfondsen moeten hun leden bijstaan door te vertellen waar ze het meeste zorg voor hun geld krijgen. Maar dat impliceert dat er een scheidingslijn komt tussen verstrekkers en de zorgmakelaars. De banden met eigen rusthuizen en apotheken moeten dan worden doorgeknipt.”

Opvallend is echter de reactie van Brenez op de geplande digitalisering in de gezondheidszorg. “Uiteraard willen wij op een correcte manier investeren in informatisering”, zegt hij. “Maar we moeten ook de ruimte krijgen om de beoogde besparingen te realiseren. En eerlijk gezegd is dat nu niet het geval. Zolang de spelers in de zorg de elektronische systemen onvoldoende gebruiken, moeten wij twee systemen beheren. Dat kost gewoon meer.”

Complexiteit troef

Brenez begrijpt de kritiek op de ziekenfondsen niet helemaal. “Misschien moeten we meer de nadruk leggen op de complexiteit van wat we doen”, zegt hij. “De indruk bestaat dat de ziekenfondssector heel eenvoudig is. Maar wie hier vanuit een privéonderneming terechtkomt, ontdekt heel snel dat het tegendeel waar is. De complexiteit neemt bovendien elke dag nog toe: nieuwe terugbetalingen, nieuwe rechten, statuten en combinaties. Ook institutioneel wordt het landschap complexer: België telt elf ministers die elk een stuk van de bevoegdheid voor gezondheid hebben. En ziekenfondsen worden verwacht daarin mee te gaan en hun rol te spelen. Dat besparen bij ons gemakkelijk kan, klopt gewoon niet. Het is een simplistische redenering.”

In het lijstje dat de Onafhankelijke Ziekenfondsen naar voren schuiven als hun toekomstige kernactiviteiten, staan opvallend genoeg ook taken als het bepalen van gezondheidsdoelstellingen en opsporen van fraude en overconsumptie. Zijn dat geen overheidsopdrachten? Louis Ide: “Controle zit voor mij bij de overheid. In het Riziv hebben we daarvoor organen. Als we die efficiënter kunnen laten draaien, dan hoeven de ziekenfondsen zich die taak niet toe te eigenen.”

Volgens Brenez is het idee om in de fraudebestrijding een grotere rol te spelen niet zo vreemd. “Het beleid vraagt ons meer proactief te zijn, meer oog te hebben voor overconsumptie en fraudebestrijding. Het lijkt onlogisch dat je aan de ene kant meer van ons vraagt, en aan de andere kant stelt dat de overheid beter onze taken zou overnemen.”

Roeland Byl

“Je kunt je afvragen of het aanbieden van vakanties of het terugbetalen van een saunabezoek tot de kerntaken van de ziekenkas behoort” – Louis Ide, N-VA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content