VBO lanceert vijf circulaire ambities: ‘Tijd voor een versnelling’

VBO-topman Pieter Timmermans © belga
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Samen met zijn ledenorganisaties heeft de werkgeversfederatie VBO zijn visie voor 2030 opgesteld over de circulaire economie. “Onze kennis van recyclage en hergebruik kan een exportproduct worden”, zegt Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO.

“We weten dat we circulaire koplopers zijn”, stelt Vanessa Biebel, executive manager van het VBO-competentiecentrum duurzaamheid en circulaire economie. “Maar we moeten daar verder op inzetten. Dat is niet alleen belangrijk voor het milieu, maar ook voor onze competitiviteit.” “Circulariteit is een van de sleutels voor een veerkrachtige en welvarende economie met langetermijnperspectieven”, vindt Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO.

Ambities

Als ambities schuift het VBO het maximaliseren van de beschikbaarheid van de materialen naar voren, en verder het koploperschap in circulair ontwerp en productie, in circulaire gebruiksmodellen, en in het hoogwaardig terugwinnen van materialen, en ten slotte sterk zijn in het gebruik van enablers voor de circulaire economie. “Digitalisering is daarbij heel belangrijk, bijvoorbeeld om het materiaal te volgen”, vindt Biebel. “Maar we gaan ook meer transversaal, over de grenzen van de sectoren heen, werken.”

“De tijd van experimenteren is voorbij, het is tijd voor een versnelling”, vindt Timmermans. “Er beweegt al veel, maar misschien is het niet echt goed gekend. Het VBO is veel bezig met sociaal overleg en de loonkostenhandicap, maar ook met de circulaire economie kunnen we een concurrentieel voordeel opbouwen. Sinds de sluiting van de steenkoolmijnen hebben we geen grondstoffen meer, maar via een uitgekiende strategie kunnen we uit recycleerbare producten natuurlijke rijkdommen halen. Die grondstoffen kunnen we hergebruiken. Onze kennis van recyclage en hergebruik kan een exportproduct worden.”

Biebel kan een lange lijst voorbeelden aandragen. “De textiel bijvoorbeeld wordt daarvoor soms aangevallen, terwijl het net een sector is waar enorm veel inspanningen gebeuren om oude goederen te recycleren. In Pecq in de provincie Henegouwen opende eind december Replic, een nieuw recyclagecentrum voor gips dat uniek is in Europa.”

Voor het VBO is deze visienota geen vrijblijvende oefening, meldt Timmermans. “Onze sectoren zullen hierop moeten inzetten. We hebben een gemeenschappelijke leerstoel met de VUB en de ULB gelanceerd, zodat onze bedrijven ook input krijgen uit de academische wereld. We pleiten ook niet voor extra subsidies. We moeten volop innovatie, onderzoek en ontwikkeling ondersteunen. Er mag ook geld gaan naar de promotie van onze circulaire troeven in het buitenland, maar voor het overige moet de markt spelen.”

Voorwaarden tot succes

Om die ambities waar te maken, wil het VBO inzetten op Europa. Al wil Timmermans daarbij “wel de haalbare kaart spelen. Het heeft geen zin doelstellingen of regels op te leggen, om dan te merken dat de bedrijven niet volgen.” Daarom ontwikkelt de federatie ook een scorebord, op basis van de tien Eurostat-indicatoren, om te bekijken hoe circulair onze Belgische economie is. “We gaan dit vanaf 2022 om de twee jaar opvolgen. We geloven meer in dat soort onderlinge toetsing dan in dreigen met sancties, want dan riskeer je dat bedrijven hier niet blijven. Je vangt geen vliegen met azijn.”

Verder is er ook nood aan bestuurlijke en beleidsoverschrijdende samenwerking tussen de overheden, in samenspraak met de sectoren. “Bedrijven zijn niet geïnteresseerd in de backoffice van de overheid. Van de verschillende overheden in België verwachten we vooral dat ze het eens raken over de gezamenlijke ambities. Er mag verscheidenheid zijn in de maatregelen, maar de globale strategie moet dezelfde zijn.” Het VBO organiseert mede daarom twee keer per jaar interfederaal overleg over de circulaire economie, stipt Biebel aan. “Wij willen een bruggenbouwer zijn. Voor de circulaire economie is er geen communautaire grenslijn. Er zijn wel waardeketens op internationale schaal, waarop wij zo goed mogelijk moeten inspelen.”

Andere voorwaarden tot succes zijn de bevoorradingszekerheid van materialen en energie, en moet er een ondersteunend beleidskader komen. Daar hoort ook handhaving bij, omdat nieuwe regels zonder effectieve controle bij wie die niet naleeft, weinig zin hebben. Ook moet er verder worden gebouwd op wat bestaat, een goed gebruik van de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid, en zorgen dat circulariteit aan belang wint bij openbare aanbestedingen.

Verschuivingen

De circulaire economie zal hoe dan ook tot verschuivingen in de aanpak leiden. Voor bijvoorbeeld industriële verpakkingen zal in principe vanaf 2024 een systeem van ecomodulatie worden ingevoerd, net zoals dat al bestaat voor huishoudelijke verpakking. Daarbij zullen producenten van niet-recycleerbare verpakkingen meer moeten bijdragen aan de kosten van de ophaling en de verwerking.

Toch is circulariteit niet steeds even eenduidig. Een maatregel die circulair zinvol is, kan mogelijk negatieve effecten hebben voor het milieu. “Natuurlijk moeten we zorgen dat we zo weinig mogelijk verpakkingen gebruiken, maar indien we voedselverspilling willen tegengaan, kan je niet zonder een minimum aan verpakkingen”, schetst Biebel. “Wanneer je producten circulair ontwerpt en vervaardigt, kan het soms nodig zijn om meer materiaal te gebruiken, om zo de levensverwachting van een product te maximaliseren. Er is geen magische formule.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content