Techveteranen halen 2,4 miljoen euro op voor hun zesde bedrijf Esoptra

PAUL CARPENTIER "Ons softwareplatform maakt de meest uiteenlopende soorten data snel toegankelijk." © fotografie Tineke De Vos
Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Het Antwerpse Esoptra haalt 2,4 miljoen euro op om zijn softwareplatform verder te commercialiseren. Het is al de zesde start-up van de techveteranen Paul Carpentier en Jan Van Riel. “Esoptra speelt voor data de rol die de pakjesbezorgers spelen bij leveringen aan huis.”

De gezamenlijke en rijk gevulde carrière van Paul Carpentier en Jan Van Riel draait rond data. Eerder richtten ze al bedrijven op die focusten op de efficiënte en veilige opslag van grote hoeveelheden data, waaronder Filepool en Gnosis. Esoptra gaat een stapje verder. Het zorgt ervoor dat de juiste data gemakkelijker door de juiste personen of systemen kunnen worden gebruikt. “Er is behoefte aan datatransformatie”, zegt CEO Paul Carpentier. “Jan en ik hadden het basisidee al in 1988, maar het heeft tot 2017 geduurd voor we er een bedrijf van maakten. Veel bedrijven hebben enorm veel data verzameld, maar die gegevens zijn meestal niet toegankelijk genoeg en daardoor wordt er ook te weinig mee gedaan. Ons softwareplatform maakt de meest uiteenlopende soorten data snel toegankelijk. Het heeft onder meer tools om die data in de juiste vorm of het goede bestandsformaat te krijgen, een beetje te vergelijken met een Zwitsers zakmes.”

Door de eerste veelbelovende projecten met grote klanten konden we nu bewijzen dat de mayonaise pakt en was de tijd rijp voor een kapitaalronde” Paul Carpentier

Voor de opstart in 2017 kon Esoptra rekenen op 1,6 miljoen euro. Carpentier en Van Riel stopten zelf geld in hun nieuwe bedrijf. Ze vulden dat aan met investeringen van businessangels en een subsidie van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen. De nieuwe ronde moet 2,4 miljoen euro opbrengen. “De kapitaalverhoging bestaat uit twee delen”, zegt Carpentier. “Vorig jaar hebben Jan en ik het voortouw genomen bij het opzetten van een converteerbare lening van een miljoen euro. De lening gaf ons extra tijd om voort te werken aan ons product. Door de eerste veelbelovende projecten met grote klanten konden we nu bewijzen dat de mayonaise pakt en was de tijd rijp voor een kapitaalronde. Die lening wordt nu omgezet en daarnaast komt nog 1,4 miljoen euro aan nieuw geld binnen. We hebben zelf meegedaan, de rest komt van businessangels en ondernemers in ons netwerk. We hebben nog geen klassieke professionele investeringsfondsen aangetrokken. Onze investeerders willen op de achtergrond blijven, maar er zijn ervaren ondernemers bij, die het commerciële potentieel van Esoptra kunnen inschatten en ons ook goed kunnen helpen.”

Een complexe activiteit

Esoptra heeft het rijk natuurlijk niet voor zich alleen. Naast de grote IT- giganten zijn in België al verschillende start-ups bezig met het beter beheren en ontsluiten van data, in het bijzonder Collibra. Dat Brusselse groeibedrijf heeft onder meer de grootste banken ter wereld als klant en werd begin dit jaar op meer dan een miljard dollar gewaardeerd. “We zijn zeer complementair”, zegt Paul Carpentier. “Collibra positioneert zich als een interne datawinkel binnen organisaties. Medewerkers kunnen zien welke data beschikbaar zijn en vragen of en hoe ze die data mogen gebruiken. Wij focussen op de stap erna, waar bedrijven nog vaak mee worstelen. Wij zorgen ervoor dat de medewerkers die data ook snel kunnen gebruiken.”

Zijn mede-oprichter Jan Van Riel geeft toe dat het een complexe activiteit kan zijn. “In de meeste bedrijven zitten de data verspreid over veel IT-systemen en soms draait een deel van de toepassingen in de cloud (op IT-infrastructuur van derden, nvdr). Daarom hebben we veel inspanningen gedaan om ons eigen platform gemakkelijk met andere systemen te integreren. Klanten kunnen ervoor kiezen de software op hun eigen infrastructuur te laten draaien. Wij gebruiken Amazon Web Services, maar onze software draait net zo vlot op gelijkaardige clouddiensten, zoals die van Microsoft of Google.”

Carpentier en Van Riel werken al bijna dertig jaar nauw samen. Carpentier staat in voor de strategie en de productontwikkeling, Van Riel overziet de technische ontwikkeling. Alexander Carpentier, de zoon van Paul Carpentier, is verantwoordelijk voor het operationele. Tobit Wijnant, verantwoordelijk voor businessdevelopment, heeft in een ander bedrijf nog met Alexander Carpentier samengewerkt. Het team telt zestien medewerkers, van wie er acht in Herentals en acht in Bangalore werken. “Ons team in India focust op ontwikkeling”, zegt Paul Carpentier. “We willen het nieuwe geld deels gebruiken om ons platform voort te ontwikkelen, maar het overgrote deel zal naar sales en marketing gaan. We zullen ook onze internationale expansie voorbereiden, in het bijzonder naar de Verenigde Staten.”

Grote bedrijven

Het platform lijkt vooral geschikt voor grote bedrijven en multinationals, waarin het aankoopproces lang kan aanslepen. “Kleinere kmo’s zijn inderdaad niet onze eerste doelgroep”, zegt Alexander Carpentier. “Ons platform is het interessantst voor bedrijven die al heel wat data verzameld hebben. We hebben gemerkt dat de beste aanspreekpunten bij potentiële klanten mensen zijn die in de business zitten. Een IT-directeur zit niet direct te wachten op het zoveelste platform dat hij moet managen. Maar een innovation manager of iemand die de leverings- en productieketen overziet, zal de meerwaarde zien van een platform als het onze. Zij willen snel nieuwe dingen proberen en hebben daarvoor snel de juiste data nodig. Voor data pakt Esoptra het probleem van de zogenoemde last mile aan, de rol die de pakjesbezorgers spelen bij e-commerceleveringen aan huis.”

Nu het een versnelling hoger schakelt, wil Esoptra vooral meer recurrente inkomsten binnenhalen. “We zouden graag zo veel mogelijk met een standaardoplossing de markt opgaan en die kunnen verkopen als een saas-oplossing ( software-as-a-service of software met een abonnementsformule, nvdr)”, zegt Paul Carpentier. “Met onze eerste klanten werkten we voornamelijk op projectbasis. We zullen altijd eenmalige inkomsten hebben, omdat bedrijven vaak maatwerk nodig hebben. Maar we zorgen ervoor dat we die extra ontwikkeling zo veel mogelijk kunnen hergebruiken en aanbieden als een nieuw onderdeel van onze standaardoplossing. Zo zouden we op relatief korte termijn het leeuwendeel van de omzet uit recurrente inkomsten moeten kunnen halen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content