Straatkunst is mainstream geworden

Aziëstraat in Gent © Emy Elleboog

De tijd dat muurschilderingen als vandalisme werden beschouwd, is voorbij. Nu wordt straatkunst omhelsd door stadsbesturen als instrument van citymarketing en bedrijven zien er een manier in om hun imago uit te dragen. Gespecialiseerde organisaties koppelen de opdrachtgevers aan artiesten. “Als een fastfoodketen mij morgen contacteert om megahamburgers op de gevels te zetten, dan zorg ik daarvoor.”

Wie wil genieten van schilderijen, hoeft niet meer naar een museum te gaan of ze in huis te halen: tegenwoordig kun je ze ook bezichtigen in de openlucht, en vaak op een monumentale schaal. Ze zijn te zien op muren van woonflats, scholen en bedrijven, op perrons, onder bruggen, en af en toe bij particulieren die hun garagepoort of hun saaie tuinmuur willen opfleuren. Kortom: in steeds meer steden is straatkunst te zien. De voorbije jaren zijn er organisaties en agentschappen ontstaan die optreden als curator, voor opdrachtgevers de juiste artiest zoeken, de organisatorische kant op zich nemen, en soms zelf initiatieven op touw zetten.

In ons land werd straatkunst pakweg vijftien jaar geleden geïntroduceerd door Bjorn Van Poucke, die nu met Thierry Dubois het creatief huis All About Things leidt. “In die tijd was het nog een heel gedoe om van overheden toestemming te krijgen. Straatkunst was niet graag gezien, en werd vaak overschilderd. Men beschouwde ze nog als vandalisme.” Straatkunst schurkte toen nauw tegen graffiti aan. Het verschil tussen de twee zit niet in de vorm, maar in de intentie van de maker, aldus Bjorn Van Poucke. In zijn visie is graffiti een grafische ik-was-hier-handtekening en is er bij straatkunst uitdrukkelijk “de wil om kunst te maken”.

Julien Piloy van het kunstenaarscollectief Propaganza beaamt dat straatkunst eerst met een scheef oog werd bekeken: “Tot tien jaar geleden was het moeilijk instanties warm te maken voor straatkunst. Vandaag liggen de kaarten veel gunstiger.” In Propaganza’s portfolio zit flink wat werk voor stations, en het was ook daar dat de eerste kentering kwam. Door desolate stopplaatsen – genre Linkebeek, Moensberg en Vorst-Oost – te tooien met kunst hopen de spoorwegen balorige graffitispuiters de pas af te snijden. Het ligt ook in het verlengde van een traditie: de Brusselse metrostations zijn al gedecoreerd met artistieke muurschilderingen sinds de jaren zeventig.

Best of Belgium

Vandaag is straatkunst een publiekslieveling. Ze wordt door stadsbesturen omhelsd als instrument van citymarketing. Een standbeeld optrekken is passé: wil je doorgaan als hippe stad, dan laat je honderd muurschilderingen bloeien. Straatkunst brengt ook heel wat toerisme op gang. Heel wat plekken in Vlaanderen kunnen intussen prat gaan op een wandel- of fietsroute langs straatkunstwerken, waaronder Gent, Brussel, Antwerpen, Leuven, Roeselare en Oostende.

Ook al heeft straatkunst een grootsteeds imago, het zijn niet langer alleen de centrumsteden die ermee uitpakken. In de top tien van de wedstrijd Best of Belgium – Street Art 2020 prijken locaties in Ronse, Merksem en Zoersel. Voor het nummer één in de lijst moet je naar het landelijke Testelt, waar op de zijgevel van Feestzaal Concordia een gigantische vos staat van de hand van Tuzq, een kunstenaar die daarvoor samenwerkte met het agentschap Treepack. Intussen is de plek voor de dorpsbewoners een handig afspreekpunt: “Ik zie je bij het voske.”

Tour Elentriek

Behalve een functie als landschapsbaken heeft straatkunst ook telkens een sociale dimensie. Het is een vast stramien dat omwonenden vooraf inspraak krijgen. Bjorn Van Poucke: “Dat is maar normaal. Als wij een werk realiseren, zijn we na een paar dagen weg. Maar de mensen die er wonen, moeten er elke dag op kijken.” Concepten of voorontwerpen worden getoetst via een bevraging of een buurtwerking, zodat het uiteindelijke werk een draagvlak heeft.

Er zijn ook straatkunstprojecten die uitdrukkelijk gemeenschapsstichtend willen zijn. Het Gentse agentschap Wallin’ zette er zo een in de steigers in Nieuw Gent. Rick Molyneux van Wallin’: “Dat is een wijk met niet zo’n beste reputatie. We trokken daarvoor verschillende artiesten aan, we zochten zelf financiering. Met hun muurschilderingen, die geïnspireerd zijn op de omgeving, willen wij de wijk opwaarderen en de bewoners iets geven om trots op te zijn.”

Treepack drijft het idee van participatie nog iets verder door. Onder de vlag Tour Elentriek krijgen elektriciteitskastjes en -cabines overal te lande een artistiek laagje, in samenwerking met plaatselijke creatieve talenten. De afgelopen jaren zijn er zo al meer dan zeshonderd nutskasten opgefleurd. Junes Bazouz van Treepack: “In Asse bijvoorbeeld had een tienermeisje de gemeente gevraagd of ze het lelijke elektriciteitskastje voor haar huis mocht beschilderen. De gemeente kwam bij ons terecht, en daar kwam een workshop uit voort met plaatselijke jongeren. Samen met onze kunstenaars hebben zij elektriciteitskastjes beschilderd en nadien een wandelcircuit uitgestippeld.”

TESTELT Een handig afspreekpunt voor de dorpsbewoners:
TESTELT Een handig afspreekpunt voor de dorpsbewoners: “Ik zie je bij het voske.”© GF

Muur met vrouwenbenen

Ook bedrijven volgen. Daarvan getuigt de 30 meter hoge koe op het opslagmagazijn van het zuivelbedrijf Campina in Aalter. Liever dan het bij een grijze loods te laten, wilde Campina er een blikvanger van maken. Daarvoor klopte het bedrijf aan bij Bjorn Van Poucke van All About Things: “Wij proberen dan een match te vinden tussen een artiest, die zich thuis moet voelen in de opgave, en de opdrachtgever, die zijn boodschap wil overbrengen. In dit geval was de vraag: vertel een verhaal over Campina. We zijn het, zoals je kunt zien aan het resultaat, niet te ver gaan zoeken. De kunstenaar Bart ‘Smates’ Smeets was de geknipte uitvoerder. Hij heeft veel ervaring met het monumentaal en hyperrealistisch weergeven van dieren.”

Straatkunst is mainstream geworden
© GF

Rick Molyneux van Wallin’ kreeg een telefoontje van het Ibis Hotel in Gent, of hij iets kon doen aan de spuuglelijke muur waar de hotelgasten op uitkijken. Viktor De Martelaere, manager van het hotel: “We zijn beland bij de Portugese artiest Huariu, die mij op voorhand een paar tekeningen voorstelde. We hebben hem grotendeels de vrije hand gegeven. Het is een vrij abstract beeld, een beetje een zoekplaatje – als je goed kijkt, herken je er vrouwenbenen in.”

Ook andere bedrijven surfen mee op het coole imago van straatkunst. De vraag dringt zich op hoeveel vrijheid en kunstzinnigheid er dan overschiet. Rick Molyneux: “Hoe groter het bedrijf, hoe meer er overlegd wordt. De marketingafdeling kijkt mee, soms ook een extern communicatieagentschap. Wij deden eens een opdracht voor Disney, en daarvoor hadden we communicatielijnen met Londen, Amsterdam en de Verenigde Staten. Dat was een goede leerschool. Want als kunstenaar is het nooit leuk als je je ontwerp terugkrijgt omdat het niet past in de huisstijl. Ik ben van mening dat een artiest het beste werk levert als hij de handen zo veel mogelijk vrij heeft.

Een grote onderneming wil natuurlijk ook geen gedonder met de publieke opinie. Voor Disney hadden we een ontwerp met Deadpool (een superheld van Marvel, nvdr), die na een knallende actie uit een raam springt. De figuur vonden ze prima, maar de explosie en de glasscherven hebben we na hun feedback weggehaald.”

De klant is de piloot

Bedrijven kunnen met straatkunst hun externe uitstraling in de verf zetten en, haalt Junes Bazouz van Treepack aan, “ze kan helpen om de kantoren hip en aantrekkelijk te maken en de interne bedrijfscultuur te versterken.” Zo verhuist de straatkunst stilaan ook naar binnen. Julien Piloy van Propaganza: “Dat is voor ons zelfs het gros van de opdrachten. Bij de recente verhuizing van Accenture naar het Gare Maritime op het terrein van Tour & Taxis in Brussel hebben wij verschillende kantoorruimtes van muurschilderingen voorzien.”

Ook Treepack kreeg al tal van zulke vragen. Junes Bazouz: “Een muurschildering op kantoor schept een omgeving waar medewerkers zich thuis voelen en zich mee identificeren. Ze kan ook een element van employerbranding zijn.”

Zo kreeg de muur van Tunity een tafereel van een racewagen tijdens een pitstop. Fabio Romagnoli van Tunity: “We zijn een marketingbedrijf, dus heel prestatiegericht, net zoals de formule 1-wereld. In samenspraak met de artiest Artoon en Treepack hebben we die visie piekfijn kunnen etaleren. Bekijk het zo: de klant is de piloot, en wij zijn de technici die hem omringen. En samen stuwen we de piloot naar succes. Het beeld past prima bij onze merkpersoonlijkheid.”

Kunst voor het kapitalisme

Betekent dit nu dat kunst de dienstmaagd van de economie wordt? In zijn boek L’esthétisation du monde verwoordt de Franse filosoof Gilles Lipovetsky het zo: “Na kunst voor de kerk, kunst voor de koningen en kunst voor de kunst (l’art pour l’art) hebben we nu kunst voor het kapitalisme.”

Rick Molyneux van Wallin’: “Straatkunst wordt mainstream, daar kun je niet omheen. Je moet dat gewoon onder ogen zien, die mentale flexibiliteit heb je nodig als kunstenaar. Ik ken genoeg artiesten die financieel een krap bestaan leiden omdat hun principes in de weg zitten. Bovendien hebben we commerciële inkomsten nodig om onze sociale projecten waar te maken. Als een fastfoodketen mij morgen contacteert om megahamburgers op de gevels te zetten, dan zorg ik daarvoor. Maar ik zal erop aandringen er een creatieve draai aan te geven. En weet je wat? De kans is groot dat het nog zou kunnen ook.”

Bjorn Van Poucke van All About Things is terughoudender: “Ik heb ooit een jaar lang alléén maar commerciële opdrachten gedaan, en daar werd ik op de duur onpasselijk van. Kunst is voor mij geen commodity.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content