In juni werden 42 starters-bvba’s (s-bvba) opgericht, tegenover in totaal 1.574 bvba’s en 1.027 eenmanszaken.
De s-bvba slaat dus niet aan, schrijft De Standaard maandag.
Met deze nieuwe vennootschapsvorm hoopte de regering het ondernemerschap te stimuleren. Zo’n onderneming kan worden opgericht met slechts 1 euro startkapitaal, maar binnen de 5 jaar moet het startkapitaal zijn aangezuiverd tot het minimumkapitaal van een gewone bvba; 18.550 euro.
“Bij de eerste berichten over de s-bvba kregen we veel vragen”, zegt Marc Van de Werf, coördinator van het ondernemingsloket Zenito. “Maar de vraag is stilgevallen op het moment dat deze nieuwe vennootschapsvorm er eindelijk effectief was.”
Met 42 nieuw opgerichte s-bvba’s kan de eerste maand bezwaarlijk een succes genoemd worden. Dat is bijna niets in vergelijking met de 1.574 bvba’s die in die maand het levenslicht zagen en de 1.027 ondernemers die met een nieuwe zaak begonnen zonder vennootschap.
Deze maand kozen nog maar negen starters voor een s-bvba, blijkt uit cijfers van handelsinformatiebureau Graydon.
Als het op ondernemingszin aankomt, doet België het slecht. De bedoeling van de s-bvba was om die ondernemingszin een zetje te geven. Veel Belgen deinzen terug voor een eigen zaak zonder omkadering van een vennootschap.
Als de zaken slecht draaien, kunnen leveranciers hun schulden verhalen op de persoonlijke bezittingen van de ondernemer. Als de onderneming in een vennootschap is ondergebracht, is het privévermogen afgeschermd.
Maar de s-bvba lost die problemen niet echt op. “Als banken en leveranciers te maken krijgen met een vennootschap waarin amper kapitaal zit, gaan ze toch nog persoonlijke borgstellingen vragen”, zegt Van de Werf.
“Daarnaast zijn er ook kosten, zoals notariskosten, om dit soort vennootschappen op te richten.”
