Rob Heyvaert (Motive Partners): ‘De belasting op vermogen mag gerust hoger. Tax the rich’
Rob Heyvaert investeert met zijn private-equitygroep Motive Partners 1,7 miljard euro in ondernemingen die actief zijn in de financiële technologie. De gewezen topman van Capco, die woont en werkt in New York, mikt nu op de overname van een megabedrijf van minstens 1,3 miljard euro.
Rob Heyvaert, de uitvoerend voorzitter van de private-equitygroep Motive Partners, startte in 1988 Cimad Consultants, een IT-adviesbedrijf dat hij in 1998 verkocht aan IBM. Daarna richtte hij zich met Capco op technologisch advies voor financiële groepen. In 2006 stapte het Amerikaanse Symphony Technology Group in Capco, dat in 2010 werd verkocht aan de IT-softwaregroep FIS.
In 2017 startte Heyvaert met enkele medewerkers van FIS de private-equitygroep Motive Partners op. Een eerste investeringsfonds verzamelde 485 miljoen dollar. Een tweede mikt op 1,5 miljard dollar. De groep investeert alleen of met een consortium in tien bedrijven, zoals het softwareplatform InvestCloud en de financiëledatabeheerder Dun & Bradstreet, dat inmiddels is verkocht.
Vorige maand participeerde de investeerder Apollo Global Management 24,9 procent in Motive Partners, dat nu is gewaardeerd op 1 miljard dollar. De beheerder van meer dan 400 miljard dollar activa schakelt de expertise van Motive Partners ook in voor eigen investeringen. Daarenboven staat Heyvaert op het punt een topbedrijf van 1,5 à 2 miljard dollar in financiële technologie over te nemen.
Rob Heyvaert heeft een penthouse in Bond Street in New York, een verblijf in de Hamptons en een jacht van 45 meter. We spraken hem uitzonderlijk in een Antwerps restaurant, nabij zijn villa in Wilrijk. Hij woont er twee weken per jaar om familie en vrienden te bezoeken. “In Antwerpen liggen mijn roots. Toen ik in 2015 in New York voor FIS ging werken, citeerde ik Jacques Brel: ‘ La difficulté pour aller de Vilvorde à Hong Kong, ce n’est pas d’aller à Hong Kong, c’est de quitter Vilvorde.’ Misschien kom ik ooit vaker terug.”
Hoe kijkt u terug op uw Belgische jaren?
ROB HEYVAERT. “Het waren boeiende pioniersjaren. We sprongen in 1998 met Capco op de trein van de ontluikende financiële technologie (zie kader ‘Fintech snoeit een derde van de bankinkomsten weg’, nvdr). We vochten voor een plaats op de markt. Na de bankencrisis in 2008 groeiden we dubbel zo snel, omdat banken een catastrofe wilden vermijden. Na de verkoop van Capco aan FIS heb ik tot 2015 de grootste afdeling geleid, goed voor een omzet van 2,8 miljard dollar en 35.000 mensen. Het was een uitdaging, en leerrijk.”
Veel aandeelhouders waren ongelukkig, omdat Capco bij een eerdere operatie rond Symphony Technology Group veel van zijn waarde was verloren.
HEYVAERT. “De dotcomcrash van 2002 duwde veel technologiebedrijven naar de afgrond. Het vertrouwen was weg, net als het kapitaal. Capco kon in 2006 enkel overleven met de herkapitalisatie door Symphony Technology Group. De aandeelhouders van het eerste uur hebben inderdaad geld verloren. Ook mijn eigen vermogen zat in het bedrijf. Zonder die doorstart was ik ook alles kwijtgespeeld.
“Nadat we Capco in 2010 hadden verkocht aan de wereldspeler FIS, kreeg het stevig de wind in de zeilen. Capco heeft een goede reputatie bij financiële groepen in New York en Londen, is actief in dertig landen en werd in maart voor 1,4 miljard dollar verkocht aan het Indiase Wipro. Ik heb de indruk dat de Belgen, met uitzondering van de bankiers, nooit goed hebben begrepen wat een parel we vanuit Antwerpen hebben gecreëerd.”
U werd na Capco actief met Motive Partners. Hoe onderscheidt dat zich van andere private-equityspelers?
HEYVAERT. “Het is de eerste private-equitygroep van die omvang die naast financiële ook operationele meerwaarde creëert. Met onze financiële expertise en door interne kruisbestuiving geven we mee vorm aan innovatie die onze participaties versterkt. We hebben zo een beter zicht op overnames. Er is veel kapitaal op de markt. Private equity vindt moeilijk goede deals. Met onze diepe operationele kennis selecteren we gericht investeringen met een potentiële operationele meerwaarde en dus groeikansen.”
Geeft eens een voorbeeld?
HEYVAERT. “Bij Dun & Bradstreet, een ouwe getrouwe in het Amerikaanse kapitalisme, sliepen ze aan het roer. We haalden het van de beurs. Onze manager snoeide er 250 miljoen dollar overheadkosten weg, zoals prestigieuze maar nutteloze gebouwen in te veel steden. De opbrengst werd geïnvesteerd in technologie voor een meer efficiënte inzet van data. De winst steeg in anderhalf jaar met 35 procent. We hebben het met een flinke winst weer op de beurs geplaatst.”
De fondsen van Motive Partners zijn de promotor van een special purpose acquisition company of spac, een lege beursschelp die 484 miljoen dollar kapitaal heeft opgehaald. Waarom werkt u met zo’n vehikel?
HEYVAERT. “Na de overname door onze spac noteert het bedrijf onmiddellijk op de New York Stock Exchange. Met de spac kunnen we verder springen dan met onze fondsen. Die kochten tien bedrijven tegen een gemiddelde prijs van 150 miljoen dollar. De spac geeft ons en andere investeerders de kans om een rijp technologisch bedrijf met een waarde van 1,5 à 2 miljard dollar te kopen.
“Dat kan snel, zonder de juridische rompslomp van een beursgang. Veel van de bedrijven die via een spac naar de beurs trekken, zijn verborgen parels. Ze krijgen eindelijk een publiek karakter en kunnen voortaan via de beurs beter worden gefinancierd. Onze investeerders vertrouwen op onze expertise in fintech om het overgenomen bedrijf een financiële én operationele versnelling te geven. De voorbije twintig jaar waren investeringen in dat soort groeibedrijven de meest rendabele, meer dan in starters.”
Is die juridische rompslomp niet net bedoeld om beleggers te beschermen?
HEYVAERT. “Het zijn goed geïnformeerde institutionele investeerders, die ons minstens 10 miljoen dollar toevertrouwen. Met de meeste spacs mikken de promotoren op een fee van 10 procent bij een succesvolle overname. Wij investeren zelf 100 miljoen dollar in de spac. We nemen dus ook een risico. Dat risico is beperkt. Na de overname van de spac moet de promotor in twee jaar zijn overnamedoel bekendmaken. Zo niet krijgen de investeerders hun inleg terug.”
Is dat geen incentive om snel een overname te doen? Ook The Economist laakt de kwaliteit van de gerealiseerde overnames door die ‘blancochequebedrijven’.
HEYVAERT. “De instap in onze spac is geen echte blanco cheque, want de investeerder kan zijn geld terugvragen. Als Motive heeft bekendgemaakt welk bedrijf het wil overnemen, start de zogenoemde ‘de-spac’ van zes maanden. De andere investeerders mogen hun kapitaal uit onze spac terugtrekken tegen de instapprijs. Dat is niet altijd het geval met dat soort vehikels.
“We geven dus voldoende garanties om een mislukking te vermijden. Er zijn ook hockeyers en basketters die een spac promoten. Die zullen verdwijnen. De spac wordt een klassiek, matuur investeringsvehikel. De beurswaakhond zal erop toezien. Er zullen knappe bedrijven uit voorkomen. Misschien loopt de zeepbel ooit langzaam leeg, bij gebrek aan interesse. Het zij zo. Niemand zal failliet gaan.”
Motive Partners heeft behalve in Londen en New York ook een vestiging in Leuven. Waarom?
HEYVAERT. “Dat is onze innovatiecel waar veertien personen werken, onder leiding van Etienne Castiaux. Hij was vicepresident bij Clear2Pay voor FIS het in 2014 overnam van Jürgen Ingels. De Leuvense ploeg staat bedrijven onder Motive operationeel bij in de transformatie. Zo werd Dun & Bradstreet een succes.”
Zijn er momenten geweest waarop u het licht aan het einde van de tunnel niet meer zag?
HEYVAERT. “Zeker. Een maand nadat we de deuren van Cimad hadden geopend, begon de Golfoorlog. Niemand was nog geïnteresseerd in onze IT-diensten. Capco had zijn kantelmoment na de crash van de technologiebedrijven. Toen heb ik moeilijke beslissingen leren nemen, zoals het ontslag van de helft van de duizend werknemers. Bij de uitbraak van covid-19 vreesde ik dat het kapitaal weer zou opdrogen. Het tegendeel was waar. De investeringen in de digitalisering van verkoop- en beheerkanalen stegen exponentieel. In moeilijke tijden houdt het blijvend geloof in mijn bedrijf mij recht.”
Hebt u soms gevreesd dat uw bedrijf, net zoals dat van uw moeder ooit, failliet zou gaan?
HEYVAERT. “Toch wel. Op de piek had mijn moeder een florerende kledingzaak. Na de sluiting werd ze koffiedame. Ze heeft het zich nooit beklaagd. Een mislukking is geen fout. Het zet mij aan om veerkrachtig te zijn. Amerikanen zien dat graag. Gefaald? So what. You learn from it.”
Wanneer maakte u ooit fouten?
HEYVAERT. “Ik wilde ooit alle details van het bedrijf zelf controleren. Dat houd je persoonlijk niet vol en demotiveert je medewerkers. Ik heb geleerd te delegeren en geef mensen het vertrouwen en veel autonomie, ook voor echt belangrijke beslissingen. Vroeger kon ik dat niet.”
U bent 57 jaar. Hoelang blijft u nog ondernemen?
HEYVAERT. “Minsten nog tien tot vijftien jaar, als mijn gezondheid het toelaat.”
U doet het nochtans niet voor uw kinderen. Ooit zei u dat drie kwart van uw erfenis naar caritatieve doeleinden zal gaan.
HEYVAERT. “Ik laat mijn kinderen een comfortabel trustfonds na, maar geen gigantisch fortuin. Dat is ongezond. Het gros wordt besteed aan goede doelen, zoals de bestrijding van hiv. Ik vind het belangrijk kapitaal te vergaren, maar ik wil iets teruggeven aan de maatschappij. Tijdens de pandemie werd de kloof tussen rijk en arm nog groter. Ik bepleit een herverdeling. Het is ongezond hoe gemakkelijk je belastingen kunt ontwijken in de Verenigde Staten. De belasting op vermogens mag gerust hoger. Ik geloof niet in het verhaal dat het vermogen van de rijken automatisch welvaart creëert voor de arme medeburgers. Daar heb je belastingen voor nodig. Tax the rich.”
De site De Rijkste Belgen waardeert uw vermogen op 80 miljoen euro. Dat lijkt ons wat weinig.
HEYVAERT. “Grappig. Dat zou inderdaad mager zijn, na dertig jaar ondernemen.”
Wordt het feit dat u getrouwd bent met een man en twee kinderen hebt, aanvaard in de Verenigde Staten?
HEYVAERT. “Er wordt wel eens vreemd opgekeken als ik tijdens een vergadering spreek over ‘ my husband’. In New York zijn homokoppels met kinderen normaal. Maar we zullen met onze familie niet naar Nebraska of Alabama trekken.”
Bio
– 57 jaar
– Getrouwd met fotograaf Bart Heynen, twee kinderen
– 1988: oprichting Cimad Consultants
– 1995: verkoop Cimad Consultants aan IBM
– 1998: oprichting Capco
– 2006: herkapitalisering Capco met investeringsfonds Symphony Technology Group
– 2010: overname Capco door FIS
– 2010-2015: corporate executive vice-president FIS Global Financial Solutions
– 2016: CEO private-equityinvesteerder Motive Partners
– Vrije tijd: kunst, sport
‘Fintech zal de banken democratiseren’
Rob Heyvaert ziet het landschap van de financiële technologie grondig veranderen: “De voorbije dertig jaar vloeide het meeste toptalent naar de financiële sector, die de hoogste lonen betaalt. Dat talent start vandaag met de verworven kennis een eigen fintechbedrijf. Het leuke is dat daarvoor tien keer meer kapitaal én technologische mogelijkheden voorhanden zijn dan pakweg tien jaar geleden. Dat opent onwaarschijnlijk veel mogelijkheden. Bankieren zal er over vijf tot tien jaar helemaal anders uitzien dan vandaag.”
Banken zullen door de analyse van data de behoeftes van de klant beter kennen. Zo kunnen ze meer opties bieden, zoals vermogensbeheer en andere gespecialiseerde financiële diensten op de maat van elke klant. Heyvaert: “Dat is nu voorbehouden aan de superrijken. Fintech leidt tot een democratisering van de financiëledienstverlening. Bedrijven zoals Paypal schudden de klassieke banken en kredietkaartmaatschappijen wakker. Een derde van de inkomsten van de banken zal verdwijnen door meer concurrentie. Daar wordt de consument beter van.”
Veel bancaire IT-systemen zijn productsilo’s en niet ingesteld op een allesomvattende klantvriendelijke benadering. Veel banken werken daarom aan een nieuwe IT-architectuur. KBC en Belfius geven de indruk dat ze al gigantische stappen hebben gezet. “Zij doen wellicht grote investeringen, maar vertel me niet dat zij al een hypergepersonaliseerde aanpak hebben”, zegt Heyvaert. “Er is nog veel werk voor de boeg. In baseballtermen zitten we in de first inning. Sommige IT-systemen zijn dertig jaar oud. Die vervang je niet in een handomdraai.”
Ook bigtechbedrijven als Amazon en Apple zijn goed geplaatst om een bank te starten. “Waarom zouden ze dat doen als ze vandaag een marge van 40 procent op hun producten halen en er geen regulator toekijkt?” meent Heyvaert. “Big tech kan zijn data inzetten in samenwerking met financiële instellingen. Bedrijven zoals Amazon worden marktplaatsen waar de koper en de verkoper elkaar elektronisch vinden. Zij kunnen consumenten een groter en goedkoper aanbod van producten en diensten bieden. Dat is de toekomst. Over twintig jaar is alles een marktplaats.”
Sommige banken willen geen marktplaats kiezen, maar er zelf een creëren. Heyvaert: “Dat kan verstandig zijn voor lokaal sterke banken, zoals KBC en Belfius. Maar ze mogen niet de fout maken een gesloten markt te worden. Alhoewel dat hun eigen omzet kannibaliseert, is het de enige manier om een succesvolle marktplaats te creëren. Ze moeten producten van derde partijen aanbieden. Dan moet de bank wel zeker zijn dat het eigen gamma beter is. Mocht ik de CEO van KBC zijn, dan durfde ik het aan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier