Peter Vanacker (CEO duurzaamheidskampioen Neste): ‘Als iets een hype wordt, is het gevaarlijk’

Peter Vanacker © Dieter Telemans
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Het Finse Neste, ooit een klassiek oliebedrijf, heeft zich met zijn brandstoffen uit afvalproducten getransformeerd tot een van de meest duurzame ondernemingen ter wereld. En zijn CEO, de hier vrijwel onbekende West-Vlaming Peter Vanacker, koestert grootse plannen.

Neste werd in 1948 opgericht als een Fins staatsoliebedrijf en heette tot in 2015 nog Neste Oil. Intussen prijkt het al enkele jaren in de top drie van de Global 100-lijst van meest duurzame bedrijven ter wereld. Neste is de marktleider in hernieuwbare diesel, die het wint uit afvaloliën en -vetten, en komt weldra ook als eerste op de markt met hernieuwbare kerosine. In de pijplijn zit bovendien de transformatie van plastic afval tot hernieuwbare brandstof. Geen wonder dat de aandelenkoers van de Finse industriële parel de voorbije vijf jaar bijna verzevenvoudigd is.

Sinds november staat de 53-jarige Peter Vanacker aan het roer van Neste, als uitverkorene uit 300 kandidaat-CEO’s. Vanacker, die eerder in alle stilte een topcarrière in de chemiesector uitbouwde, schakelde meteen een versnelling hoger. Amper een handvol weken na zijn start kondigde hij een recordinvestering van 1,4 miljard euro aan in de vestiging in Singapore. Vanacker, die naast de Belgische ook de Duitse nationaliteit heeft, ziet dan ook een gigantisch marktpotentieel voor de producten van Neste. “Wij verkopen CO2-reductie”, zegt de geboren Wervikaan.

Hoe komt het dat u zo onder de radar bent gebleven in België?

PETER VANACKER. “Omdat ik er al sinds 1994 niet meer heb gewerkt. Na mijn studie chemisch ingenieur in Gent heeft Bayer me opgepikt. De eerste vier jaar werkte ik vooral in Brussel en toen ben ik vertrokken naar het hoofdkwartier in Leverkusen, dan naar Brazilië en de Verenigde Staten. In 2003 ben ik teruggekeerd naar Duitsland om bij Bayer MaterialScience te werken, dat intussen Covestro heet. Daar heb ik acht jaar de divisie polyurethaan wereldwijd geleid, dertien acquisities gedaan en de omzet uitgebouwd van 3,7 tot 6 miljard euro. Ik zat trouwens meer in China dan in Duitsland en verzamelde toen jaarlijks 400.000 à 500.000 airmiles. Ik was een van de eersten met een erereizigersstatus bij Lufthansa, al ben ik daar niet trots op. In 2012 werd ik de CEO van het Duitse Treofan, de grootste producent van polypropyleen-verpakkingsfilm ter wereld. Het bedrijf was vrijwel failliet en ik moest het op verzoek van grote durfkapitaalgroepen herstructureren en herfinancieren. Dat is gelukt, waarna ik werd aangezocht om de Duitse fijnchemieproducent CABB te leiden. Daar zou ik nog altijd zitten als het aanbod van Neste er niet was gekomen.”

Neste produceert hernieuwbare diesel, op basis van afvalstoffen. Welke?

VANACKER. “Visolie, vleesolie, gebruikte frituuroliën, dierlijke vetten uit slachterijen, … We gebruiken veertien soorten afval. We zullen zelfs plastic afval kunnen gebruiken. Dat zal voor de volgende transformatie van Neste zorgen.”

Is hernieuwbare diesel biodiesel?

VANACKER. “Biodiesel is volledig anders. Hernieuwbare diesel wordt op hoge temperatuur behandeld en gezuiverd tot een kleur- en reukloze brandstof die dezelfde chemische samenstelling heeft als fossiele diesel. Alleen die hernieuwbare diesel kan in hoge concentratie in diesel of zelfs zonder diesel erbij te voegen in alle dieselmotoren worden gebruikt. Gewone biodiesel, die ontstaat uit een chemische reactie van plantaardige olie of dierlijke vetten met methanol, kan slechts in beperkte mate worden gemengd met gewone diesel.”

Wat zijn de nadelen van hernieuwbare brandstoffen?

VANACKER. “Geen, vandaar de groei. Hernieuwbare diesel is zuivere koolwaterstof en dus zuivere brandstof. Onze klanten, zoals Amerikaanse bus- en vrachtwagenbedrijven, zeggen dat de onderhoudskosten voor hun motoren nu duidelijk lager zijn. Ons product brandt beter dan diesel op basis van olie, wat leidt tot veel lagere emissies van CO2 en van NOx (stikstofoxide, dat bijdraagt tot de verzuring van het milieu, nvdr).”

Er is wel veel heisa geweest omdat u ook palmolie gebruikt.

VANACKER. “Dat was vroeger een enorme discussie. Palmolie vertegenwoordigt nog 17 procent van onze basisstoffen, maar we volgen die plantages en doen audits om zeker te zijn dat geen tropische wouden worden gekapt om palmbomen te planten. We hebben ook een team dat erop toeziet dat men ons niets voorliegt. We kunnen 100 procent van onze processen zonder palmolie uitvoeren. Maar als we zeker zijn dat de grondstof duurzaam wordt gewonnen, zien we geen reden om ze niet te gebruiken.”

Wat is uw marktpositie?

VANACKER. “Vijf à tien jaar geleden had Neste het zeer moeilijk. Het had zwaar geïnvesteerd in Rotterdam en Singapore, terwijl de markt nog niet klaar was voor hernieuwbare brandstoffen. Nu hebben we een marktkapitalisatie van 24 miljard euro, zijn we het nummer 1 met ongeveer 60 procent van de markt. We produceren ook als enige wereldwijd. Er zijn nog twee bedrijven in de Verenigde Staten, Diamond Green Diesel en Renewable Energy Group, maar die produceren vooral voor de lokale markt. Jaarlijks produceren we 2,9 miljoen ton hernieuwbare diesel en met onze investering in Singapore trekken we onze capaciteit tegen 2022 op tot 4,5 miljoen euro. De rest van de wereld produceert dan misschien 6 à 7 miljoen ton. Dat geeft 11,5 miljoen ton in 2022, terwijl de dieselmarkt 900 miljoen ton bedraagt. We werken dus in een ongelofelijke groeimarkt.”

Dieselmotoren krijgen wel steeds meer de wind van voren.

VANACKER. “We weten dat de elektrificatie van het wagenpark eraan komt. Maar hoe snel zal dat gaan? En hoe groot? En in welke markten? Er zijn niet alleen steden, maar evengoed gebieden waar je 600 à 700 kilometer moet rijden voor je de volgende stad bereikt. Kan dat dan met elektrische voertuigen? En wat met de duurzaamheid van dat alles? Waar komen die elektriciteit en de zeldzame materialen voor batterijen vandaan?”

Worden de nadelen van elektrificatie onderschat?

VANACKER. “Als iets een hype wordt, is het altijd gevaarlijk. Als de wereld volledig op elektrische voertuigen overschakelt, moeten we ons de vraag stellen of we niet van het ene probleem in het andere stappen.”

Hoe moet Neste evolueren?

VANACKER. “In onze nieuwe strategie gaan we heel breed. We mikken dus niet alleen op wegtransport. We brengen ook hernieuwbare vliegtuigbrandstof op de markt, kerosine op basis van afval. De eerste 5000 ton die we hebben geproduceerd, staat in Gent klaar om te worden geleverd. We hebben met Lufthansa al ruim 1000 testvluchten gedaan, en we hebben ook al een eerste contract getekend in de luchtvaartsector. We hebben ook al een principeakkoord met heel wat grote luchtvaartmaatschappijen en luchthavens.”

Hoe groot is die luchtvaartmarkt?

VANACKER. “Jaarlijks wordt 300 miljoen ton kerosine op basis van olie geproduceerd. Dat volume groeit met 2 tot 3 procent per jaar, terwijl de sectorfederatie IATA heeft gezegd dat de CO2-emissie in de sector vanaf 2020 niet meer mag groeien. Dus moeten luchtvaartmaatschappijen die 2 tot 3 procent compenseren. Dat kan deels door efficiëntere vliegtuigen te kopen, maar ook door hernieuwbare kerosine, die zorgt voor 90 procent minder CO2-uitstoot.”

In welke verhouding moet dat gemengd worden?

VANACKER. “Sommigen zullen beginnen met 1 of 2 procent hernieuwbaar, maar het is nu al mogelijk om 50 procent te mengen met klassieke kerosine.”

Is 100 procent mogelijk?

VANACKER. “Dat denken we. De luchtvaartindustrie is wel zeer conservatief, en om heel veel redenen is dat maar goed ook. Het betekent alleen dat het jaren zal duren voor bedrijven de kwalificatie krijgen om tot zulke hoge percentages hernieuwbare brandstof te gaan. Bovendien is hernieuwbare kerosine nu nog drie keer zo duur als de klassieke variant. Het zal dus niet voor morgen zijn.”

Het draagvlak voor hernieuwbare brandstoffen wordt wel snel breder.

VANACKER. “Inderdaad. Dit kan het businessmodel van de luchtvaartsector veranderen. De sneeuwbal is aan het rollen. Noorwegen legt vanaf 2020 op 0,5 procent hernieuwbare kerosine te mengen in de brandstof van elk vliegtuig dat uit Noorwegen vertrekt. In Zweden is er een nog strenger voorakkoord. In de VS beweegt Californië als eerste. Uit een onafhankelijke enquête bij passagiers weten we dat velen bereid zijn bij te betalen voor hernieuwbare brandstof. Bovendien staat duurzaamheid bij almaar meer grote bedrijven op de agenda. Als zij pakweg 100 euro extra moeten betalen op de prijs van een duur businessticket, is dat voor hen geen probleem. Een ander, zeer belangrijk aspect zijn de fijne partikels. Iedereen praat over CO2, maar weinigen spreken over die fijne partikels. De uitstoot daarvan is enorm bij een vliegtuig dat opstijgt. Dat is niet het geval met hernieuwbare brandstoffen.”

PETER VANACKER
PETER VANACKER “We gebruiken veertien soorten afval. We zullen zelfs plastic afval kunnen gebruiken.”© Dieter Telemans

En wat met de scheepvaart?

VANACKER. “Die komt zeker in aanmerking voor hernieuwbare diesel, maar zover is het nog niet. Daar wordt eerst gewerkt aan scheepsdiesel met een lager zwavelgehalte.”

Zult u genoeg afvalstoffen vinden om uw groei te blijven voeden?

VANACKER. “Aangezien we wereldwijd actief zijn, hebben we daar een vrij goed zicht op. We hebben al 30 miljoen ton afvaloliën en vetten geïdentificeerd. Daarmee zouden we 24 miljoen ton diesel of vliegtuigbrandstof kunnen produceren. En we hebben nog niet in elk land gezocht. Zo investeren we in China. We bouwen ons bedrijf in Sjanghai op. Daar gaan we letterlijk van restaurant naar restaurant om mensen duidelijk te maken dat hun gebruikte olie een waarde heeft. Wij betalen voor afval. We hebben daar in al onze markten een netwerk voor opgebouwd. Je zal dus geen wagen van Neste naar een restaurant zien rijden om 10 liter afvalolie op te halen. We doen dat met partners, zoals het Nederlandse IH Demeter, een familiebedrijf dat we vorig jaar hebben overgenomen. Zij zijn al vijftig jaar actief in het ophalen van dierlijke vetten en ze werken in heel Europa.”

Peter Vanacker (CEO duurzaamheidskampioen Neste): 'Als iets een hype wordt, is het gevaarlijk'

Hoe denkt Neste zijn voorsprong te behouden?

VANACKER. “Die voorsprong blijft, omdat wij voortwerken aan producten op basis van afval van steeds lagere kwaliteit. We ontwikkelen ook een nieuw proces voor de verwerking van plastic afval. Daarvan kunnen we mogelijk een nieuw plastic maken, dat chemisch dezelfde eigenschappen heeft als het originele, maar niet meer gebaseerd is op olie. Dat kan telkens opnieuw gerecycleerd worden. Bovendien kan plastic afval ook gebruikt worden als basis van diesel of hernieuwbare vliegtuigbrandstof. Over drie tot vijf jaar moeten we daarin slagen.”

Neste heeft zijn beste jaar ooit gerealiseerd. Dat moet u zien te overtreffen. Maakt dat u zenuwachtig?

VANACKER. “Toen ik in november begon, stond de aandelenkoers op 71 euro, nu is dat omgerekend 98 euro (vorige week werd het aandeel in drieën gesplitst, nvdr), dus dat valt wel mee. In december heb ik overigens aan de raad van bestuur voorgesteld 1,4 miljard te investeren in Singapore. En we kijken al waar we nog kunnen investeren. Dat kan in een bestaande productievestiging, zoals de Maasvlakte in Rotterdam, of in onze thuismarkt Finland, of in de VS, waar we nog niet produceren maar wat wel een belangrijke markt is.”

Waar moet Neste over tien jaar staan?

VANACKER. “Nu halen we nog 30 procent van onze winst uit olieproducten. Over tien jaar moet de winst voor 90 procent uit hernieuwbare producten komen. We zijn in de raffinagesector al het meest duurzame bedrijf, volgens de Dow Jones Sustainability Index. Maar onze ambitie is altijd groter dan wat we communiceren.”

U bent als CEO Matti Lievonen opgevolgd, die met pensioen ging. Zijn gedoodverfde opvolger was Kaisa Hietala, die bij Neste werd beschouwd als de ster van de hernieuwbare brandstoffen. Zij zou misnoegd opgestapt zijn omdat ze het niet heeft gehaald.

VANACKER. “Er was geen heisa. Ik werd vanaf dag één geaccepteerd. Kaisa kon blijven en we hebben gesprekken gevoerd over diverse functies. Maar het was duidelijk dat ze liever iets anders wou doen. Een drama is haar vertrek ook niet. Het was ook geen drama dat ik ben weggegaan bij Bayer. Ook het succes van dit bedrijf wordt niet gemaakt door één persoon, maar door 5500 mensen.”

Was u altijd al een groene jongen?

VANACKER. “Dat zou ik niet zeggen, maar ik heb twee opgroeiende kinderen en merkte hoe bezorgd die generatie is. Dat heeft niets met groen, blauw, rood of een andere partijkleur te maken. Het eerste wat mijn dochter deed, was checken wat voor een bedrijf Neste is. En ze zei meteen dat ze fier is dat haar vader daar nu werkt.”

Volgt u de acties van de klimaatspijbelaars in België?

VANACKER. “Uiteraard, en het is goed dat de druk wordt opgevoerd. Al moet dat altijd in een democratische atmosfeer zijn. Ze moeten het gesprek willen voeren, zonder agressiviteit te tonen. Maar het is belangrijk dat mensen roepen dat iets moet gebeuren. Anders gaat onze planeet naar de verdoemenis.”

Bio

– Geboren in Wervik op 11 maart 1966

– 1990-1994: sales & technical manager Bayer, België

– 1994-1998: salesmanager en marketingmanager Bayer, Duitsland

– 1998-2001: regionaal directeur Polyurethaan Zuid-Amerika, Bayer, Brazilië

– 2001-2002: VP Business Group Speciale Producten, NAFTA, Bayer, VS

– 2002-2004: hoofd Polymeeroplossingen en president EMEA Bayer Polymers, VS

– 2004-2012: president Polyurethaan en chief marketing & innovation officer Bayer MaterialScience

– 2012-2015: CEO Treofan, Duitsland

– 2015-2018: CEO CABB, Duitsland

– Sinds november 2018: president en CEO Neste, Finland

Peter Vanacker over

België: “Ik hoop uiteraard als Vlaming en als Belg dat België voor ons een groeimarkt wordt. Het is per slot van rekening een dieselland. Produceren doen we hier niet, maar we hebben een klantendienstcentrum in Beringen en kijken daar uit naar uitbreidingsmogelijkheden. We hebben voorts een team in Brussel, aangezien we intensief samenwerken met de Europese Commissie.”

Vrije tijd: “Ik reis privé het liefst naar plaatsen waar we nog niet zijn geweest, om de kinderen de wereld te tonen. Ik lees ook veel. Dat moet niet altijd politieke of economische literatuur zijn. Vlaamse detectives zijn ook zeer aangenaam. Ik heb zowat alles van Pieter Aspe gelezen. Mijn ouders hadden een verblijf in Nieuwpoort, dus bracht ik veel weekends door aan de kust en ben ik groot geworden met windsurfen. Nu zeilen we. Dat past me iets beter, nu ik wat ouder word.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content